Het settlement Malakka en het sultanaat Perak | Page 3

F.J. Agassis
er diepe holen, en het dal schijnt een herhaling in het klein van het Mekongdal in de buurt van Kamarat.
De dierenwereld is door zijn verscheidenheid en rijkdom al even gezegend als de weelderige plantengroei. Wilde olifanten, rhinocerossen, tijgers en wilde zwijnen komen veel voor in de wouden en de jungles, wier terrein echter inkrimpt ten gevolge van den mijnbouw. Prachtige herten vluchten bij de nadering van den mensch; de inboorling maakt jacht op hen door vergiftigde pijlen, die met gif van den upasboom bestreken zijn. In de schors van den boom maken ze diepe insnijdingen en het sap, dat uit de wonde vloeit, heeft doodende kracht. De inboorlingen zijn zeer bedreven in de jacht en missen zelden zelfs den snelsten vogel in zijn vlucht. De streek is hier zoo wildrijk, dat de mensch minder dan elders bevreesd behoeft te zijn voor de verscheurende dieren.
Groote apen spelen in de toppen der boomen. Met wat tabak kan men in vriendschappelijke aanraking komen met sommige inlandsche stammen, zooals de Saka?'s, die veel op Maleiers gelijken, maar niets van die laatsten willen weten, omdat ze veroveraars van het land zijn. Die Saka?'s schijnen inderdaad de echte inboorlingen van het schiereiland te wezen. Zij leven van de jacht en den landbouw, en verbouwen pataten en soms ook rijst. In zekeren zin zijn ze de leveranciers geworden van de europeesche en chineesche kooplieden, aan wie ze caoutchouc en andere gomsoorten leveren, die zij inzamelen in hun wouden.
De caoutchouc belooft, met het tin, de voornaamste bron van inkomsten voor het schiereiland te worden. Tot nu toe heeft het district Malakka de beste aanplantingen, maar het betrekkelijk kleine gebied zal het niet lang kunnen volhouden tegen het zooveel uitgestrekter en niet minder vruchtbare gebied van Perak, waar men nog maar aan het nemen van proeven is, maar van proeven, die uitstekend schijnen te gelukken. Zoo breidt zich dichtbij Sunger Liput, een stad in wording, de groote landbouw- en mijnonderneming van Kemming uit, waar een ondernemend Engelschman de eerste gomboomen plantte, die hun wortels mochten laten groeien in den vruchtbaren grond van Malakka. Het was een groot succes, en nu heeft de caoutchouckoorts die van de koffie vervangen, welk laatste product te veel in prijs is gedaald.
Op de markt te Liverpool, waar de vraag van geheel Europa zich doet gelden, is de prijs der ruwe caoutchouc onafgebroken sedert 1902 gestegen. In die dagen was de opbrengst veel geringer dan tegenwoordig, nu het verbruik tot 62.000 ton per jaar is gestegen. Antwerpen zal de grootste caoutchoucmarkt der wereld worden naast Bordeaux, en binnen eenige jaren zullen Ceylon en de maleische staten een belangrijk aandeel hebben in de wereldproductie.
Het is jammer, dat de cultuur vertraagd is door een vergissing der planters. Dit geldt ten minste van Perak. Daar de meeste rubberboomen in het Amazonengebied in streken groeien, die vaak onder water staan, meende men langen tijd, dat ze niet konden groeien dan in moerassen. Maar het is niet door, neen, het is in spijt van de slikbanken van de Amazonerivier, dat de Hevea het uithoudt in ongunstige omstandigheden. En dit verklaart den snelleren groei van de boomen op Ceylon en in Perak, waar men ze ten slotte in minder vochtigen grond is gaan planten. Sinds dien zijn de bladen grooter, de volledige ontwikkeling wordt eerder bereikt en de opbrengst is ruimer.
Sedert de uitvinding der vulkanisatie, waardoor men het caoutchouc met zwavel verbindt; sedert de caoutchoucindustrie zich zoo enorm heeft ontwikkeld, en in duizenderlei behoeften voorziet, zijn Brazili? en de Kongostaat de voornaamste leveranciers van het product, maar het groote Maleische Schiereiland dreigt een ernstige concurrent te worden. Op Ceylon en op Malakka groeit, zooals gezegd werd, de boom sneller en ziet er krachtiger uit dan de braziliaansche gomboom. Bovendien komen de kosten der cultuur in het Amazonengebied op 3 francs 60 centimes per half kilo voor handenarbeid en uitvoerrechten, terwijl op het Maleische schiereiland, evenals Ceylon het arbeidsloon niet meer dan 1 francs 20 centimes bedraagt. Wat de uitgaande rechten betreft, die worden niet geheven; de eenige belasting die de engelsche regeering heft van de concessionarissen is 3 francs 60 centimes tot 5 francs per jaar en per acre (1 acre = 40.41 are). De exploitatie van een acre caoutchouc, op het schiereiland aangeplant, kost 2 francs 80 centimes en brengt 450 francs op.
Met uitzondering van de witte mier hebben de maleische aanplantingen geen enkelen vijand te vreezen, ten minste als er voortdurend toezicht wordt gehouden. De Ficus elastica bereikt er in het wild een verbazende hoogte. Deze epiphytische plant groeit aanvankelijk op een boom, die haar tot steun dient; maar als dan de parasiet genoeg krachten heeft verzameld, zendt hij een groot aantal wortels naar beneden, luchtwortels, die soms bijna even dik worden als de stam zelf. Onder dien weelderigen groei sterft veelal de boom, die tot steun diende. De
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.