Het settlement Malakka en het sultanaat Perak | Page 4

F.J. Agassis
wijze van insnijding, die in Malakka wordt gevolgd, brengt mee, dat de boomen, die ouder dan twaalf jaar zijn, aan twee zijden worden afgetapt, en de boomen van tusschen zes en twaalf jaar aan ����n zijde. V����r het zesde jaar raakt een ingesneden boom uitgeput of levert ten minste een minderwaardig product. Er wordt tweemaal in het jaar geoogst.
Jaarlijks wordt een onmetelijke uitgestrektheid van de jungle verbrand voor het aanplanten van jonge caoutchoucstekken.
De bereiding uit de bladeren is zuiniger voor den planter dan de oude manier.
Ook heeft men getracht, in de Maleische staten de bereidingswijze toe te passen, die bekend is als "worm rubben"; maar die poging schijnt tot geen resultaat te zullen leiden, daar de bereiding veel omslachtiger is, meer werk geeft en de caoutchouc moeilijker te hanteeren maakt, daar de stof in kleine stukjes uiteenvalt.
Maar in afwachting van den misschien niet meer verren tijd, dat het Maleische Schiereiland het voornaamste caoutchoucproduceerende land zal wezen, vormen zijn minerale schatten zijn hoofdzakelijken rijkdom. Perak, de naam van het sultanaat en die van de geheele federatie, waar het sultanaat de kern van uitmaakt, beteekent, naar het schijnt, zilver. Maar hoewel dit kostbare metaal inderdaad hier en daar wordt ingezameld, evenals het geval is met sommige edelgesteenten, zijn het de vele en rijke tinmijnen, die van de maleische staten een der meest begunstigde streken der aarde maken.
De exploitatie dier mijnen voorziet in het levensonderhoud van honderd duizend inboorlingen of ge?mmigreerde Chineezen. De laatste zijn herkenbaar aan hun donkere kleederen, die een tegenstelling vormen met de bonte of geheel witte kleeren der Maleiers, en hun vrouwen in rijkgekleurde zijden sarongs. De inboorlingen komen in steeds grooter aantal in de mijnen werken en verlaten voor dien arbeid hun wouden en hun velden. Dikwijls werken ze voor eigen rekening en brengen de opbrengst van hun mijnwerk naar de naburige stad. Ze gaan daar altijd in troepjes heen, want ze wantrouwen de chineesche handelaars, die trouwens ook nu nog altijd hun caoutchouc en tin afkoopen tegen een vierde van de waarde. Voor het geld schaffen de Maleiers zich dan wat rijst en zout en tabak aan en eenige ellen stof, eveneens te duur betaald.
Wat de Europeanen betreft, die komen hier alleen bij den mijnbouw in aanmerking als kapitalisten, ingenieurs en directeuren van de maatschappijen.
Wat den rijkdom van het land uitmaakt, is hier evenals in Europa een oorzaak van vermindering der schoonheid van het land door de ontwouding. Toch voeren er nog prachtige wegen door de maleische staten; spoorwegen gaan over bergen en door dalen, vliegen over stoutmoedige viaducten of duiken in tunnels, die, even bewonderenswaardig zijn als die van den Mont Cenis en den Simplon. Een dier lijnen die, welke den Ta?ping overgaat, loopt door een land van tooverachtige schoonheid. Maar te dikwijls valt het oog van den reiziger op onmetelijke vlakten, die kaal zijn of die worden omgewoeld tot in het binnenste der aarde. Heele bergen van puin, van uitgewasschen kwarts, dat ontdaan is van zijn metaalrijkdom, zijn in de plaats gekomen van de groene heuvels, waar zich vroeger de lagen tin in verscholen, tot de wonderbare speurzin der Chineezen of de europeesche wetenschap ze ten laatste hebben ontdekt.
Als om de eentonigheid te breken, ziet men nu en dan reuzengroote buizen van bamboe, die over den weg en den spoorweg loopen en van heuvel tot heuvel soms over verscheiden kilometers afstands het water aanvoeren, dat de zware machines moet voeden van de hydraulische installaties.
Een tegenstelling met die moderne machinerie?n, gemaakt door europeesche ingenieurs en machinisten, vormen de kintya of merkwaardige ouderwetsche chineesche pompen, in beweging gebracht door drie of vier sterke koelies. Iets verder passeert men primitieve smelterijen of geheel chineesche steden, die in enkele maanden als met een tooverslag zich hebben ontwikkeld. Op feestdagen zijn het echte menschelijke mierenhoopen; maar gewoonlijk is de heele bevolking bezig in de mijnen en werkt met dat uithoudingsvermogen en die meer dan bescheiden eischen aan het leven, die in andere streken de mededinging van den mongoolschen handwerksman zoo bezwarend maken voor den blanken werkman.
Alleen in het sultanaat Perak telt men op een bevolking van 340.000 zielen minstens 150.000 Chineezen, bijna alle in de mijnen werkzaam. De meeste van die immigranten komen naar het land met een jaarlijksch contract of een, dat voor drie jaar geldt, en meestal wordt dat na den afgesproken tijd vernieuwd, terwijl de menschen zich dikwijls voor goed in het land komen vestigen.
Zoo hebben de vlijtige Mongolen op vreedzame manier een streek bezet, waar ze zich in economisch opzicht gerust de meesters mogen noemen. Zij hebben meer dan eenig ander volk, en ook meer dan de Maleiers, de groote minerale rijkdommen van den grond weten te exploiteeren.
Verscheiden europeesche maatschappijen, waaronder eenige fransche, hebben prachtige zaken in het land gedaan. Maar soms hebben onderlinge twisten een eind gemaakt aan een mijnontginning, waarbij de tusschenkomst van den
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.