slechts den rook naar buiten te 
verdrijven. 
Aan den rand der opening, als een bonte lijst langs de rotswanden, een 
smalle strook, waarin kleurige bloemen en groenten, tuin en koolhof 
tegelijkertijd. 
Kostbaar wonen is het hier niet; de bewoners betalen slechts enkele 
guldens aan de gemeente Berg en Terblijt, waartoe het gehucht 
Geulhem behoort, als erfpacht, ten teeken van erkenning van eigendom, 
een huurprijs, welke hun ettelijke malen wordt vergoed door de talrijke 
bezoekers in den zomer. 
Een lange rij dezer rotswoningen bevindt zich in den nauwen weg, die 
Geulhem verbindt met Berg en Terblijt. Voort loopt de wandelaar langs 
de woning, tevens koffiehuis en molen van den molenaar, waar 
vriendelijke dochters den dorstenden het heerlijke Limburgsch bier 
aanbieden. 
Steeds langs de Geul, over den onafzienbare gemeentewei, gestoffeerd 
door geheele kudden koebeesten bereikt men Meerssen, een der 
grootste dorpen van Limburg met een mooie Gothische kerk, het 
vroegere Marsana, waar in Februari 847 de zonen van Lodewijk den 
Vromen, Lotharius, Lodewijk de Duitscher en Karel de Kale te zamen 
kwamen om onder elkander te regelen de verdeeling der Staten, 
waarover eenmaal hun grootvader Karel de Groote den scepter voerde. 
Vlak tegenover het nieuwgebouwde station het prachtig buitengoed met 
weelderig park van den heer Stevens, "de Prosdie", eene verbastering 
van "Proostdij" weleer het verblijf van den Proost van Meerssen, 
afhankelijk van de abdij Riaucourt, aan de zuidelijke grenzen der 
provincie Artois, nabij de stad Bopaume gelegen. 
Deze proostdij met hare onderhoorige goederen was de eenige, die in 
deze landstreek bij de in bezitneming door onzen Staat niet in beslag 
genomen werd, waartoe de voorspraak van den koning van Frankrijk, 
in wiens gebied voornoemde abdij lag, niet weinig zal gebaat hebben.
Aan deze proostdij tevens dankte Valkenburg ook eenmaal den sterken 
burcht op den top van den heuvel even buiten de Birkelpoort. 
Het voogdijschap dezer proostdij berustte namelijk bij de heeren van 
Heinsberg; wijl de residentie van voogden over abtdijen, proostdijen en 
verdere geestelijke stiften niet mocht liggen binnen het gebied van het 
stift, hebben dezen waarschijnlijk in de tweede helft der elfde eeuw 
deze sterkte gebouwd om steeds nabij het sticht, aan hunne wereldlijke 
hoede toevertrouwd, te kunnen verwijlen. Talrijk zijn de wisselingen, 
welke deze burcht in den loop der tijden heeft moeten ondergaan. 
Menig beleg heeft het in de eerste eeuwen van zijn bestaan moeten 
doorstaan in de tallooze kleinere oorlogen, gevoerd tusschen de heeren 
der verschillende dorpen, waarvan die van Valckenborgh en de 
markgraven van Hoensbroeck de machtigste waren en dientengevolge 
ook de meest verbitterde vijanden. 
In 1568 maakte Hertog Alva zich meester van het plaatsje en versloeg 
de Staatschen, die hier gelegerd waren. De legers der vereenigde 
provinciën na in 1632 zich van Maastricht te hebben meester gemaakt, 
heroverden achtereenvolgens Valkenburg, 's Hertogenraede en Dalem. 
In 1634 echter moest de Staatsche bezetting bij het naderen van het 
leger des graven Jan van Nassau de wijk nemen naar Maastricht en het 
kasteel kreeg toen weer een Spaansch garnizoen. Den 10den November 
1636 bemeesterden de Staatschen andermaal de stad en vijftien dagen 
later werden ze ook weder daaruit verbannen. 
In 1644 bestormden de Staatsche troepen wederom het oude slot en 
dreven de Spanjaarden op de vlucht. In het jaar 1672 tijdens den oorlog, 
dien wij met Frankrijk voerden, hadden de Franschen dit kasteel 
benevens de stad bezet, doch moesten het in denzelfden winter weer 
ontruimen en zich op genade of ongenade overgeven aan den overste 
Asquin, destijds commandant te Maastricht. De fransche bevelhebber, 
Marsillac, werd met tweehonderd man krijgsgevangen gemaakt en naar 
Maastricht gevoerd. 
Dit had plaats den 6den December 1672 en vier dagen later werd het
kasteel door de Staatsche troepen verwoest. 
Sinds dit oogenblik is de burcht der Walerams, eenmaal de zetel van 
zooveel roem en glorie geworden de Ruïne, toegankelijk voor iedereen, 
die zich wil verlustigen in het prachtig panorama, den oneindigen cirkel 
waarvan het aan den voet gelegen Valkenburg het middelpunt is; 
daaromheen aan de eene zijde blonde graanvelden met groene weiden, 
waartusschen als een zilveren streep de Geul zich slingert in 
kronkelende bochten; verder het kerktorentje van Houthem, goud 
geschubd in de zon, kleiner, smaller, door verren afstand, het torentje 
van Meerssen, en daar achter, aan den horizont, de heuvelenrei aan 
gene zijde van de Maas, reeds op Belgisch grondgebied; aan den 
anderen kant het prachtig monumentaal Jezuitenklooster aan den zoom 
van een bosch; daarboven de Heihof, grenzend aan den Lommersberg, 
waar eenmaal de Bokkenrijders, de roovers, die in het laatst der 
achttiende eeuw het Zuidelijk Limburg zoo zeer geteisterd hebben, zijn 
opgehangen, geradbraakt en gevierendeeld, wijder nog de kerktorentjes 
van Hulsberg en Klimmen, terwijl heel, heel ver de in de lucht in dunne 
ijle wolkjes opstijgende rook uit de schoorsteenen der 
steenkolenmijnen van Heerlen; ter rechterzijde de kasteelen Oost en 
Schaloen, aan den voet van den Schaesberg, op welks top de kluis van 
den heremiet en    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
