hier toen maar weinig stemmen 
hoorde, en die klonken des te fataler; namelijk de stemmen van de 
lijkwachters die, in griezelige gelijkmoedigheid, aan de doodgravers 
elk hun aantal zakken toebedeelden, of van de doodgravers die bij het 
stapelen op de karren met gedempte stem dat getal herhaalden, of zich 
juist schril en luid beklaagden dat men hen een zak te weinig geleverd
had, waarbij het niet zelden tot een wonderlijke ruzie kwam. Ik weet 
nog dat er naast mij twee knaapjes stonden met bedroefde gezichtjes, 
en één ervan vroeg mij: of ik niet wist in welke zak zijn vader zat? 
De nu volgende mededelingen hebben wellicht de verdienste, dat ze 
tegelijk ook een bulletin zijn, dat op het slagveld zelf geschreven is, en 
nog wel tijdens de slag zelf, zodat de onvervalste kleur van het 
ogenblik erin zit. Toegegeven, Thucydides de geschiedschrijver, en de 
novellist Bocaccio hebben ons betere voorbeelden van het genre 
nagelaten; maar ik betwijfel of zij de gemoedsrust zouden hebben 
gehad om, op het moment zelf dat de cholera van hùn tijd het hardst om 
hen heen woedde, dat meteen in de ALLGEMEINE ZEITUNG van 
Korinthië, of die van Pisa, zo mooi en meesterlijk te beschrijven. 
Ik zal bij de volgende bladzijden één grondgedachte trouw blijven, die 
ik ook in het hele boek zal toepassen, namelijk: dat ik niéts aan deze 
artikelen verander; dat ik ze helemaal zó laat afdrukken, zoals ik ze 
oorspronkelijk geschreven heb. Dat ik alleen hier en daar een enkel 
woord toevoeg, of weglaat, als dat in mijn herinnering met het 
oorspronkelijke manuscript overeenkomt. Zulke kleine reminiscenties 
kan ik niet afwijzen, maar ze zijn zeer zeldzaam, en zeer onbeduidend, 
en het gaat nooit om eigenlijke vergissingen of valse profetieën, of 
scheve perspectieven, want juist dié mogen hier niet ontbreken: die 
behoren bij de geschiedenis van de tijd. De gebeurtenissen zelf zijn 
altijd de beste berichtgeving. 
Ik spreek over de cholera die hier heerst, die ongebreideld heerst, en die, 
zonder onderscheid van stand of gezindheid, in duizendvoud haar 
slachtoffers velt. 
Men had die pestilentie nogal zorgeloos tegemoet gezien, temeer daar 
vanuit Londen het bericht gekomen was, dat er naar verhouding maar 
weinigen weggerukt waren. Eerst was het zelfs een beetje "in" om met 
de ziekte te spotten. Men ging er van uit dat de cholera zich hier niet in 
aanzien zou kunnen werken, evenmin als zovele andere grote reputaties 
in Parijs… en men kon toch die goeie ouwe cholera er niet van 
verdenken dat ze, uit schrik om belachelijk gemaakt te worden, naar 
een middel zou grijpen dat tenslotte al door Robespierre en Napoleon
probaat geacht was: dat ze namelijk, om respect af te dwingen, het volk 
zou decimeren. 
Maar, met al de grote ellende die hier heerst; met het kolossaal gebrek 
aan hygiëne – en dat is niet alleen bij de armste klassen te vinden; met 
de kwetsbaarheid van het ganse volk, in zijn grenzeloze lichtzinnigheid; 
met daarbij een totaal gebrek aan voorzorgsmaatregelen, of zelfs maar 
voorzichtigheid; met dat alles dus, moést de cholera wel snel en hard 
om zich heen grijpen, en hier meer dan elders. Haar aankomst werd de 
29ste maart officiëel bekend gemaakt. Dat was de dag van halfvasten, 
MI-CARÊME. Het weer was zonnig en aangenaam, en bijgevolg 
wandelden de Parijzenaars vrolijk op de BOULEVARDS. Daar waren 
zelfs maskers te zien, die in overdreven kleuren en vormen de spot 
dreven met die angst voor de cholera, en met de ziekte zelf. Er was die 
avond nog meer volk op de REDOUTES? dan anders; overmoedig 
geschater overstemde ook de luidste muziek, de mensen raakten verhit 
van de CHAHÛT – het CANCAN-dansen: dubbelzinnig is die dans 
ook nauwelijks – en ze aten daarbij ijs en dronken allerhande kouwe 
dranken; tot plots een van de lustigste Harlekijns een àl te grote koelte 
in zijn benen gewaar werd en zijn masker afzette, waarbij er – tot grote 
verwondering van iedereen – een viooltjes-blauw gezicht te voorschijn 
kwam. Men zag al snel dat dit geen grap was, en het gelach verstomde. 
Vele wagens vol mensen werden gelijk van de REDOUTE naar het 
HÔTEL-DIEU afgevoerd, het centrale ziekenhuis, waar zij, met hun 
avontuurlijke schertskledij nog aan, terstond stierven. Omdat men in de 
eerste paniek nog geloofde in besmetting, en omdat de oudere gasten 
van het HÔTEL-DIEU een vreselijk angstgeroep aanhieven, heeft men 
die eerste doden, naar men zegt, zó snel begraven dat men niet eens de 
tijd nam om hun narrenkledij uit te trekken en, vrolijk als ze geleefd 
hebben, liggen ze nu vrolijk in het graf. 
II. Vergif 
Niets gelijkt op de verwarring waarmee er nu plots 
zekerheidsmaatregelen genomen werden. Er kwam een COMMISSION 
SANITAIRE tot stand, er werden overal BUREAUX DE SECOURS 
ingericht, en de verordening betreffende de SALUBRETÉ PUBLIQUE,
de huisvuilophaling, moest ten spoedigste in werking treden. Hier 
kwam men al direct in botsing met de    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
