heilige
bewondering voor de statige, plechtige Bijbeltaal, maar zij bleef er
rustig bij, haar hart kende den strijd nog niet, die haar troost zou
hebben doen zoeken en vinden in dezen psalm.
De oude grootmoeder kende dien strijd, och, zij kende dien maar al te
goed en het trilde om haar ingevallen mond, terwijl zij luisterde met
hare geheele ziel en hare handen gevouwen hield, als bad ze. Bij de
woorden: "De Heer zal u bewaren van alle kwaad; uwe ziel zal Hij
bewaren...." kwam er een blijde glans in hare oogen en een zucht van
verlichting over hare lippen en ze knikte even, alsof ze zeggen wou:
"Dat is waar, o ja, dat is waar!"
Moedig hief ze het hoofd op, met den trek van hoop nog steeds in hare
oogen en zoo bleef ze zitten, tot haar kleindochtertje den psalm
uitgelezen had en vroeg:
"Maar verder lezen, grootmoeder?"
"Neen, zoo is het genoeg kind," zei de oude vrouw zacht. Toen, nadat
zij eens diep adem gehaald had: "Elsje, ik heb je wat te zeggen."
"Ja grootmoeder?"
"Ik heb je wat te zeggen, kind; iets, dat....dat je vreemd zult vinden. Wil
je bedaard naar me luisteren?"
"Ja," fluisterde Elsje benauwd en met angstige verwondering haar
grootmoeder aanziende. Wat kon er toch zijn? Waarom keek
grootmoeder zoo heel ernstig? Het gaf haar een gevoel van
beklemming.
"Het is nu al twaalf jaar geleden dat je moeder dood is, Elsje, en al
dertien dat je vader stierf. Je moeder was mijn liefste dochter en je hebt
heel, heel veel in haar verloren."
Elsje knikte ernstig. Ja, dat wist ze, dat had grootmoeder haar al heel
dikwijls verteld.
"Over mijn andere dochter, je tante, heb ik nooit veel met je gesproken,
maar je weet dat zij niets op je moeder gelijkt, uiterlijk niet en innerlijk
ook niet. Toch is zij ook mijn dochter en zij meent het niet kwaad; zij
meent het goed, ook al denkt zij anders over de dingen dan ik. Je weet,
Elsje, dat je tante een mooi meisje was, toen ze jong was en ze zal nog
wel mooi wezen....."
"Ik vind het portret niets lief," zei Elsje, geprikkeld door een
onverklaarbaar gevoel van jaloerschheid op die tante, die "uiterlijk
noch innerlijk" op hare eigene lieve moeder leek. Zij zou zich van dit
gevoel geen rekenschap hebben kunnen geven, maar de woorden waren
er uit, bijna voordat zij het zelf wist.
Hare grootmoeder zweeg, maar keek haar aan met iets verwijtends in
de vriendelijke oogen. Een oogenblik was het heel stil in de kamer,
haast even stil als daar buiten, waar de heldere winterzon de kale
takken der boomen verlichtte en alles rondom in rust scheen, in één
kalme, vredige rust. Een breede zonnestraal gleed tusschen de
geplooide witte gordijntjes door langs de tafel op den Bijbel en deed de
groote, zwarte letters glinsteren en de stofjes dwarrelen in het licht. En
bij al die lieflijke rust klopte het onrustig in Elsje's hart en er kwam een
donkerroode gloed over haar gezicht, toen haar grootmoeder het
stilzwijgen verbrak en zei:
"Je hebt je tante nooit gezien, kind; naar een portret alleen mag iemand
niet oordeelen. En buitendien is dit portret al drie jaar oud. Je tante gaf
het mij, toen ze het laatst hier was en jij naar school waart, zoodat je
haar ook toen niet gezien hebt, evenmin als den vorigen keer. En dat is
jammer genoeg, want als je haar maar eens gezien hadt, zou er toch...."
Zij eindigde den zin niet, maar zweeg even. Toen hernam ze, op
eenigszins vergoelijkenden toon:
"Het spreekt van zelf dat je tante anders is dan wij zijn en je bent oud
genoeg om dat te begrijpen, Elsje. Ik heb je nooit heelemaal verteld,
hoe alles met haar is gegaan, maar het voornaamste weet je toch. Je
tante was een heel mooi meisje en toen ze volwassen was, had zij er
geen plezier in, om hier op het dorp of in de buurt te blijven. Ze wou
een betrekking zoeken als kinderjuffrouw en ze was er knap genoeg
voor om dat te worden, dat moet ik zeggen. Ze kreeg haar zin en ze had
het best. De menschen waren goed en vriendelijk voor haar en het
beviel haar ook allemaal wel, tot er een rijk heer kwam, die zin in haar
kreeg en met haar trouwen wou. Dat trok haar nog veel meer aan dan
kinderjuffrouw zijn en ze is toen met dien rijken heer getrouwd en heeft
drie jaren lang een gelukkig leven met hem gehad. Dat zij haar oude
moeder bij al haar pracht en weelde wel eens een beetje vergat, och, dat
is licht te begrijpen...."
Elsje had tot zoover geduldig geluisterd naar het verhaal, dat zij half
kende, maar nu kon zij het toch niet langer uithouden.
"Dat vind

Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.