ik juist zoo leelijk van tante," riep ze driftig uit, "dat zij net
doet, alsof zij geen lieve, oude moeder meer heeft! Dat ze te trotsch is
om u bij zich te laten komen, dat ze haar dochtertje nog maar eenmaal
hier heeft gebracht en dat jaren geleden, dat ze net precies doet of ze
altijd een schatrijke, deftige dame is geweest, dat ze u nooit eens heeft
opgezocht met oom, toen die nog leefde en dat ze u alleen met uw
verjaardag en met nieuwjaar geregeld schrijft!"
"Stil Elsje, je hebt het recht niet zoo te spreken en je doet me pijn,
kind."
Elsje boog het hoofd en begon te schreien.
"Maar laten wij dan toch ook maar niet over tante spreken," snikte ze.
"Ik heb haar nooit gezien, dat is waar, maar dat verlang ik ook niet en
dat zal ook wel nooit noodig zijn,--ze komt nu toch nooit meer hier.
Het is al heel mooi, als ze eens een brief schrijft!"
"En nu heb ik een brief van haar en daarover juist moet ik eens heel
ernstig met je spreken. Elsje."
Elsje hield van verbazing op met snikken en zag haar grootmoeder,
door hare tranen heen, verschrikt aan.
"Een brief?" stamelde ze.
"Ja, hij kwam gisteren, toen jij naar het dorp waart en....en ik had er je
al eerder van willen vertellen. Tante schrijft heel vriendelijk en aardig
over je. Zij zegt dat het haar spijt dat ze je nog niet gezien heeft en....en
dat ze graag eens kennis met je maken wil."
"Ik niet met haar!" zei Elsje driftig.
Weer keken de oogen der oude grootmoeder zacht verwijtend, zoodat
Elsje de hare neersloeg en hare lippen stijf op elkaar drukte, als om
zichzelf tot zwijgen te dwingen.
"Ik ken je haast niet, als je zoo bent, Elsje," hernam de oude vrouw met
iets strengs in haar stem. "Ik vraag je nog eens of je bedaard naar mij
wilt luisteren?"
Elsje begon weer harder te schreien.
"Als u over tante begint, krijg ik altijd dat akelige, booze gevoel in
me," zei ze. "Ik kan niet van haar houden, omdat ze naar en onhartelijk
is tegen u en ik zou veel liever niet over haar willen spreken--heusch
grootmoeder, veel liever niet. Wat heeft zij ook eigenlijk met mij te
maken?"
"Zij heeft dit met je te maken, Elsje, dat zij de eenige bloedverwant is,
die je nog hebt in de wijde wereld, als ik er niet meer ben. Zij heeft dit
met je te maken dat zij zich bereid heeft verklaard, je tot zich te nemen
en voor je opvoeding te zorgen, als ik dat niet meer doen kan en...."
"O neen, neen, grootmoeder, dat niet, och neen, dat nooit! Ik smeek het
u, dat nooit! U wordt wel weer beter, de dokter heeft het zelf gezegd en
we zullen nog lang, heel lang bij elkaar blijven en....als u er niet meer
bent, dan...." zij legde haar armen op de tafel, liet er haar hoofd op
zakken en snikte het uit: "Dan wou ik dat ik ook maar dood ging!"
"Foei Elsje!"
De woorden kwamen er streng berispend uit, maar de lippen der oude
vrouw trilden en hare oogen schoten vol tranen, terwijl ze naar het
gebogene meisjeshoofd keek.
Eenige oogenblikken lang heerschte er diepe stilte, een stilte, die Elsje
benauwde en eindelijk de oogen naar haar grootmoeder op deed slaan.
"Ik wil wel probeeren om bedaard naar u te luisteren," zei ze zacht.
"Goed kind. Laat ik je dan maar eens precies vertellen, wat tante
schrijft. Het is geen lange brief. Zij vraagt alleen of het mij beter gaat
en of ik wel genoeg ben om jou een poosje te kunnen missen."
Angstig vragend keken Elsje's beschreide oogen, maar zij zeide niets en
knikte alleen even, als om te toonen dat zij nu heusch kalm en oplettend
luisterde.
"Tante denkt--en ik geloof het ook--dat het goed zou zijn, als je eens
een paar weken bij haar kwaamt om kennis te maken met haar en haar
dochtertje. Gij verschilt niet veel in leeftijd; Cécile is vijftien, geloof ik,
en jij bent juist veertien geworden, dus dat komt mooi bij elkaar. Wie
weet, hoe goed je het samen zult kunnen vinden en....tante en ik denken
dat je later waarschijnlijk beter zult kunnen wennen, als je nu eerst eens
een poosje bij haar aan huis bent geweest."
"Mag ik u even iets vragen, grootmoeder?" vroeg Elsje, die nu
doodsbleek zag.
"Natuurlijk kind."
"Ik zou graag willen weten, waarom tante nu op eens vraagt, of ik bij
haar komen wil. Zij....zij heeft vroeger precies gedaan, alsof ik niet
bestond."
Er kwam een flauw blosje op het gezicht der oude vrouw en een
verlegene uitdrukking in hare oogen. Misschien paste het het kind niet,
om zoo iets te zeggen, maar wat zij zeide, was

Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.