valt, moge in diens oog aan zijne 
bestemming beantwoorden, in zijn eigen oog valt het als slagtoffer van 
het noodlot. Maar gij wilt u plaatsen op het standpunt van 
mensch:--Welnu! wanneer gij, als mensch, duizenden verschijnselen in 
de natuur doelmatig roemt, wees dan consequent, en noem ondoelmatig, 
wat niet met uwe menschelijke inzigten strookt. Hebt gij u het regt 
aangematigd, naar uwe inzigten over doelmatigheid te oordeelen, dan 
hebt gij het regt verbeurd, u op de ondoorgrondelijke wegen der 
Voorzienigheid te beroepen, waar gij het doel in uwe oogen miskend 
ziet. En wie zal het wagen, waar jeugdige en veel belovende kracht 
onder het geweld eener moorddadige ziekte bezwijkt, waar door 
geweldige aardbevingen in eene enkele minuut duizenden van 
menschenlevens vernietigd worden, waar in den mislukten oogst 
millioenen onzer natuurgenooten eene toekomst lezen van honger en 
ellende,--wie, vraag ik, zal het wagen, bij dergelijke verschijnselen, een 
doel te willen raden?--Gij vraagt hier naar den grond. Gij wilt de 
oorzaken dier verschijnselen kennen, welke gij rampen noemt. Welnu!
verlaat dan ook het teleologische standpunt, en tracht niet tot het doel, 
maar tot den grond door te dringen, waar gij in de verschijnselen orde 
erkent en harmonie: want gene als deze zijn verschijnselen derzelfde 
natuur; en die u welgevallig zijn, zij berusten op geene andere wetten, 
dan die gezondheid en leven u bedreigen. 
* * * * * 
Wanneer ik eene poging waag, om de wetten vast te stellen, waarnaar 
de harmonie van het dierlijk organismus zich ontwikkelt en handhaaft, 
dan verwacht gij geenszins in deze wetten verwezenlijkt te vinden, wat 
ik u als het ideaal van ons streven voorstelde. Dit is nog slechts in eene 
enkele der natuur-wetenschappen bereikt: in de sterrekunde, 
die,--hoeveel haar descriptief gedeelte nog te wenschen overlate,--zoo 
wel van hare scherpte in waarneming als volmaaktheid in theorie de 
schitterendste bewijzen gaf. Maar toch ook deze wetenschap leerde de 
verschijnselen van haar gebied tot wetten terugbrengen, vóór zij den 
grond dier wetten in de eigenschappen der stof doorzag. Het wetboek 
was door Kepler geschreven, vóór het genie van Newton deszelfs geest 
verklaarde. Door Kepler waren de banen en omloopstijden der planeten 
aan wetten gebonden, vóór Newton de noodzakelijkheid dier wetten 
grondde in ééne hoogste wet, en hiermeê tevens den sleutel gaf van 
hetgeen de waarneming afwijkends van de wetten van Kepler had 
aangetoond of verder zou aantoonen. 
Dit nu is de weg voor elke andere wetenschap der natuur. Door het 
opklimmen tot hoogere en hoogere wetten naderen wij den eindpaal, 
waarnaar wij streven. Slechts trapsgewijze is hij te bereiken. Het is 
waar, wanneer wij de wetten kunnen vaststellen, naar welke de 
harmonie van het dierlijk leven zich ontwikkelt, dan mag die harmonie 
nog geenszins verklaard heeten: eene verklaring, die iets anders zijn 
zou dan eene hoogste wet, dat is eene standvastige eigenschap van stof 
of kracht, kan noch mag ons geheel bevredigen. Maar wanneer men, op 
grond hiervan, met eenig regt zou kunnen beweren, dat door het 
vaststellen van wetten eener lagere orde de zwarigheid slechts 
verplaatst en niet wordt opgeheven, dan vergete men niet, dat het eene 
verplaatsing is nader bij het doel, en dat elke sport van den langen
ladder even onvermijdelijk is. 
* * * * * 
Vóór wij de wetten toetsen, die aan de harmonie van het dierlijk leven 
ten gronde liggen, moeten wij een' blik werpen op die harmonie zelve. 
Reeds terstond springt ons in het oog, dat zij eene tweeledige is. Zij 
openbaart zich eensdeels in de betrekking van het organismus tot de 
invloeden, waaraan het is blootgesteld, anderdeels in zijne betrekking 
tot de levensbehoeften, naauw verbonden met die zijner zamenstellende 
deelen tot elkander. In beide opzigten streeft zij onophoudelijk eene 
hoogere volmaking te gemoet. 
Beschouwen wij eerst de betrekking van het organismus tot sommige 
invloeden. 
De geheele aarde, hoe verschillend de temperatuur zij van hare 
oppervlakte, is met dierlijke wezens bevolkt. Van de tropische 
gewesten af, waar, onder de brandende zon in het zenith, de 
temperatuur der lucht zelfs de bloedwarmte kan overtreffen, tot in de 
oorden van eeuwig sneeuw en ijs, overal treedt dierlijk leven ons 
tegemoet. Maar onder elk klimaat, onder elke temperatuur zijn het 
andere geslachten, andere soorten; en zoowel de rijke en prachtige 
Fauna der keerkringsgewesten, als de ijsbeer en het rendier van het 
Noorden, eischen voor gezondheid en leven juist die temperatuur, 
waaraan zij zijn blootgesteld. Waar dan ook geene werktuigelijke 
hinderpalen aan eene onbeperkte verspreiding in den weg stonden, was 
verschil in warmtegraad voldoende, om een' onoverkomelijken 
grensmuur op te trekken. Duidelijk zien wij dit vooral in het lama, dat 
op de verhevene weivlakten van Chili en Peru tot meer dan 4000 ellen 
boven de oppervlakte der zee leeft en zich tot ver in Patagonie heeft 
verspreid, maar noch in Brazilië noch in Mexico wordt aangetroffen. 
De voor zijne organisatie te hooge temperatuur der lagere streken, die 
het    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
