Reize naar Surinamen | Page 4

John Gabriel Stedman
Visschen.--Arrowoukas-Indianen.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt bevel, om naar Holland in te schepen.--De Ratel-slang--De blaauwe Dypsas.--De Amphisboena of tweehoofdige slang.--Eene fraaije Kapel.--De Colonel ontfangt naderen last.--Het krygsvolk trekt weder in de bosschen.--Koophandel in de Volkplanting van Surinamen.--Beschryving eener Cacao-Plantagie.--Heldendaad van eenen Neger.--De Ananas.--De Muscaat- en Water-Meloen.
XXV. HOOFTSTUK.
Grappige manier tot het ontdekken van een dief.--Het Brom-vogeltje.--Verschillende zoorten van planten.--Manier van visschen in Surinamen.--Onderscheidene zoorten van visschen.--Moed van eene jonge Negerin.--De Pimpelmees.--De Americaansche Alo?.--De Banille-boom.--Huilende Aapen.--Verwonderlyke slimheid der wilde By?n.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD ontfangt andermaal bevel, om naar Europa te rug te keeren.--De Guiaansche Nachtuil.
XXVI. HOOFTSTUK.
Inscheeping van het krygsvolk.--De Zurzaca, en Sabatille.--De Papaija, en de Gember.--Het krygsvolk gelast om te ontschepen.--Muiterye.--Onbetamelyk gedrag van een Capitain der Oucas-Negers.--Een groot aantal zieken naar Europa gezonden.--Nieuwe byzonderheden betrekkelyk de Negers.
XXVII. HOOFTSTUK.
De muitelingen voeren verscheiden Negerinnen weg.--Aanstootelyke wyzen van straf?effening.--Onverschrokkenheid der Negers.--Verschillende zoorten van Gier-vogels.--Gekuifde Arenden.--Beschryving van eene Indigo Plantagie.--Kaneel-Appel.
XXVIII. HOOFTSTUK.
De Muitelingen trekken de Rivier Maroni over.--Derde tocht naar Gado-Saby.--De Land-Scorpioen.--Verscheiden zoorten van timmerhout.--Boom, welke een vrucht voortbrengt, de Marmelade-doos genaamd.--Het aankweeken van Ryst.--Buitengewoone hitte, die alle de moerassen opdroogt.--De Oppossum van het vrouwelyk geslacht.--De Brazilsche Wezel.--De Mier?eter.--De Tamandua.--Hout-luizen en vliegende luizen.--Tafereel van ellende en sterfte.--De Vrede aan de Volkplanting bezorgd.--De Poelsnip.--De Lepelgans, en de Brazilsche Ojevaar.--Wilde Eendvogels van verschillende zoorten.
XXIX. HOOFTSTUK.
Byzonderheden, betreffende den beruchten GRAMAN QUACY.--Beschryving van eene Koffy-Plantagie.--Ontwerp tot verbetering van de Volkplanting van Surinamen.--Verscheiden zoorten van visschen.--Nieuwe trek van wreedheid.--Voorbeeld van menschlievendheid.--De krygsbende van den Colonel FOURGEOUD wordt wederom ingescheept.
XXX. HOOFTSTUK.
De Schepen ligten het anker, en steken in Zee. Overtocht.--Het Zee-paard.--De Noord-kaper.--De Haay.--De Zuiger-visch.--Het Lootsmannetje.--De Bruinvisch.--Zee-orkaan.--De schepen landen in Texel aan.--Ontscheping van het krygsvolk in de Stad 's Hertogenbosch.--Dood van den Colonel FOURGEOUD.--Besluit.

AANHANGZEL.
VOOR-BERICHT.
EERSTE BRIEF.
Van den aart der Landen, derzelver vruchtbaarheid en plaatselyke ligging.
TWEEDE BRIEF.
Van de manier, om te arbeiden aan Dykagi?n, uitwaterende Vaarten, Sluizen en ander werk, het welk noodig is, om het Land ter bebouwing gereed te maken.
DERDE BRIEF.
Van het planten en aankweeken van Koffy, en van de noodige levensmiddelen tot onderhoud van de Planters; van het oogsten en bewerken der Koffy; van de gebouwen, en verdere noodzakelyke inrigtingen tot eene groote Koffy-Plantagie, volgens het gebruik der Hollandsche Volkplantingen in Guiana.
VIERDE BRIEF.
Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten de vraag omtrent de afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.

TWEEDE AANHANGZEL,
OF
BESCHRYVING DER VOLKPLANTING VAN CAYENNE.
I. HOOFTSTUK.
Aardrykskundige Beschryving van Fransch Guiana.
II. HOOFTSTUK.
Luchts-gesteldheid in Fransch Guiana.
III. HOOFTSTUK.
Geschiedkundige opgaave, betrekkelyk Fransch Guiana.
IV. HOOFTSTUK.
Bevolking van Fransch Guiana.
V. HOOFTSTUK.
Zeden en gewoonten der Indianen.
VI. HOOFTSTUK.
Behandelingen, welken de Indianen in Fransch Guiana ondergaan hebben.--Middelen om hun voor de Volkplanting nuttig te maken.
VII. HOOFTSTUK.
Hooge en laage landen.--Timmerhout.--Voortbrengzels van Fransch Guiana. Levensmiddelen, tot de tafel dienende.

EERSTE HOOFTSTUK.
Inleiding.--Opstand der Negers in verscheide gedeelten van Hollandsch Guiana.--Toebereidzels te Texel tot een tocht derwaarts.--Het uitloopen van de Vloot.--Overtocht. --Het inloopen in de Rivier van Surinamen.--'t Goed onthaal, dat het krygsvolk in deeze Volkplantingen ontfing.--Schets der inwoonders, &c.
Het algemeen belang, het welk zedert verscheiden jaaren, in de ontdekking of beschryving van afgelegene gewesten is gesteld geworden; en het welk het verhaal van de verschillende ondernemingen der reizigers, en van de onderscheidene omstandigheden waar in zy zig bevinden, steeds doet gebooren worden, heeft my aangezet, om de waarneemingen, die ik gelegenheid gehad heb op een zeer merkwaardig gedeelte van den aardbol te maaken, alwaar weinige Engelschen, het zy by toeval, het zy om eenige andere reden, zig bevonden hebben, aan het algemeen mede te deelen.
De Volkplanting van Surinamen, in Hollandsch Guiana, het gedeelte namelyk, dat het naast aan de zeekust ligt, door de Europeanen bewoond en bebouwd, is wel zedert verscheiden jaaren bekend; maar de zwaare overstroomingen en de ondoordringbaare dikte der bosschen, hebben tot hier toe zulke hinderpaalen in den weg gelegt aan de onderzoekingen van hun, die dieper hebben willen indringen, dat men, betrekkelyk dit land, niets naar waarheid geweten heeft, dan alleen met opzigt tot de voorwerpen van koophandel,--die aan alle de bezittingen, onder den zonne-keerkring gelegen, eigen zyn. Dit werk is dus in 't byzonder geschikt, om de gebeurtenissen te schetsen, waar in de noodzakelykheid, om in de binnenste gedeelten van dit uitgestrekt gewest door te dringen, my heeft doen deel neemen, en waar van dezelve my getuige gemaakt heeft, als mede om op te geven de waarneemingen van allerley zoort, waar toe ik in de gelegenheid, in welke ik my bevond, eenigermaten als gedrongen wierd.
Alvoorens deezen moeielyken taak te onderneemen, vind ik my, tot verstand der gebeurtenissen, in de onvermydelyke verpligting, om kortelyk rekenschap te geven van de oorzaaken, die my in dit weereld-deel gebragt hebben.
Alle landen, alwaar de huisselyke slavernye gevestigd is, leggen dikwerf bloot voor opstanden en onlusten, vooral wanneer de slaven het grootste
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 325
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.