Reis naar de Fidsji-eilanden

G. Verschuur
Reis naar de Fidsji-eilanden

The Project Gutenberg EBook of Reis naar de Fidsji-eilanden, by G. Verschuur This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: Reis naar de Fidsji-eilanden From "De Aarde en haar volken, Jaargang 1892"
Author: G. Verschuur
Release Date: January 2, 2005 [EBook #14561]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK REIS NAAR DE FIDSJI-EILANDEN ***

Produced by Jeroen Hellingman and the PG Distributed Proofreaders Team

Reis naar de Fidsji-eilanden
Door _G. Verschuur_.
De reiziger, die aan wal stapt op de Fidsji-eilanden wordt, zoo niet van bewondering, dan toch van verbazing vervuld, als hij, van de stoomboot komende, mannen op zich ziet toetreden met een overvloedigen haardos en van een type, dat veel verschilt van dat, 't welk hij heeft kunnen bestudeeren op de andere eilandengroepen, waar ��f het toeval ��f het programma voor zijne omzwervingen hem voerde. Hier geen min of meer zwarte tint zooals bij de Kanaken, of een bronskleur zooals bij de bewoners van andere tropische eilanden, maar een zeer eigenaardige gelaatstint, en de schilder, die het portret van een Fidsji-eilander moest maken, zou rood en geel en grijs op zijn palet moeten dooreenmengen, om die bijzondere kleur weer te geven, die de inboorlingen van andere stammen onderscheidt.
Over het algemeen is het een sterk en goed ontwikkeld ras; gemiddeld zijn ze grooter dan de Kanaken en andere eilandbewoners uit de buurt. Op het voorbeeld van wat men op de Salomons-eilanden ziet gebeuren, hebben ook zij de gewoonte, hunne haren, die oorspronkelijk zwart zijn, met een dikke laag kalk te bestrijken. Die kalk brengt eene geheele verandering in de kleur teweeg en maakt de haren hard en kroezig. Met angstvallige zorg geborsteld, gelijkt de rijke haardos, waarop zij zeer trotsch zijn, op eene groote spons, die ze op hun hoofd dragen en de Fidsji-eilander, toegetakeld met deze hoofdversiering, die hem voor een zonnesteek beveiligt, loopt met een stok in de hand als een eerste fat over de wandelwegen in zijne steden en dorpen. Soms behelpt hij zich, bij gebrek aan een wandelstok, met een ouden parapluiestok, als hij eenig gevoel heeft voor elegantie en _chic\_ is hij daarentegen conservatief gezind, dan vervangt de voorvaderlijke knods den wandelstok.
Ongelukkig maakt, vooral als ge een groepje aantreft, zijne tegenwoordigheid een alleronaangenaamsten indruk op uwe reukorganen, of ge moest een liefhebber zijn van den geur van kokosolie, waarmee hij zich buitensporig mild het geheele lichaam inwrijft. Zeker is dit niet het eenige volk, dat eene besliste voorliefde voor dien geur aan den dag legt, die door een gril van de mode nooit tot onze zeden zal doordringen; maar bij hen wordt, in vergelijking met de broeders in Indi? en op de Soenda-eilanden, de maat overschreden, zoodat zij hunne omgeving en elk voorwerp, dat ze aanraken, er mee verpesten.
V����r de engelsche bezetting waren de Fidsji-eilanders kannibalen in den echten zin des woords; op het oogenblik zijn ze een zachtzinnig, volgzaam ras. De zendingsposten, die zich sedert het begin dezer eeuw in den archipel hebben gevestigd, hebben hunne woeste en barbaarsche zeden verzacht en de stevige arm der regeering heeft het overige gedaan.
Hoewel het kannibalisme er nu geheel is afgeschaft, behoeft men slechts een twaalftal jaren terug te gaan, om van het woeste instinct der bewoners sporen aan te treffen. Op dat tijdstip werden de laatste blanken er gedood en opgegeten en de liefhebbers van curiositeiten, die na deze daad van barbaarschheid de eilanden hebben bezocht, zijn in de gelegenheid geweest, zich de houten vorken te verschaffen, die trouwens altijd nieuw worden gemaakt, waarmee de ongelukkige slachtoffers zijn genuttigd.
Het is een dergelijke historie als die van den spijker in de hut te Waterloo, waaraan Napoleon I zijn hoed heeft opgehangen!
De Fidsji-eilanden vormen eene kroonkolonie, 't geen beteekent, dat ze rechtstreeks geregeerd worden door het Koloniaal Bureau te Londen, volgens een stelsel, dat veel overeenkomst heeft met het door Frankrijk bij zijne overzeesche bezittingen gevolgde. Dit is echter slechts een voorloopige toestand; zoodra de kolonie in belangrijkheid zal zijn toegenomen, wordt ze tot onafhankelijke kolonie verklaard, zooals met Tasmani?, Nieuw-Zeeland en alle australische koloni?n van Nieuw-Holland gebeurd is, behalve met West-Australi?, dat kroonkolonie gebleven is, omdat het nog te weinig ontwikkeld is. De zoogenaamde onafhankelijke koloni?n regeeren zich zelve naar goedvinden. Zij ontvangen in het geheel geen subsidie van Engeland en behoeven dientengevolge ook geene enkele belasting op te brengen. Ze hebben op hun eigen budget het tractement staan van den gouverneur die door de koningin wordt benoemd; zij vaardigen wetten uit en volgen hun eigen politiek, in de eene kolonie soms zeer verschillend van die in de andere, en de dag is misschien niet ver meer verwijderd, waarop die koloni?n,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.