in 
verschillende terrassen is verdeeld. Aan een der zijden van dien 
onderbouw is een trap aangebracht, die toegang geeft tot den tempel, en 
die ter wederzijde met beelden van goden, helden of fabelachtige 
monsters is versierd. 
Als voorbeelden van den derden type noemen wij de steenen tempels, 
die door hunne gedaante geheel afwijken van de beide vorige groepen, 
en die den stempel dragen eener merkwaardige oorspronkelijkheid. De 
chineesche invloed is hier bijkans onmerkbaar, de indische daarentegen 
onmiskenbaar, maar toch niet in die mate overheerschend dat de 
oorspronkelijkheid verloren gaat. Deze tempels zijn de eenigen, waarin 
men somwijlen eenige sporen kan ontdekken van muzelmanschen 
invloed, en wel bepaaldelijk door de aanwezigheid van koepels. Men 
kan bij deze tempels bezwaarlijk van een bepaalden stijl spreken, 
volgens welken zij zouden zijn gebouwd. Het eenige wat zij allen 
gemeen hebben, is dat zij rusten op een onderbouw van ettelijke 
verdiepingen, waarvan de trap overeenkomt met die van de hierboven 
beschreven tempels en ook met beelden is versierd. Deze steenen 
tempels staan overigens als kunstgewrochten veel hooger dan de nog 
min of meer barbaarsche pagoden, waarvan wij zoo straks spraken. De 
tempel te Patan, tegenover het koninklijk paleis, mag met recht onder 
de belangrijkste monumenten van Indië worden geteld, en zou zelfs in 
eene europeesche hoofdstad bewondering wekken. 
Buiten kijf is de architectuur van Nepâl uit Indië afkomstig; maar in 
eene andere omgeving overgebracht, is zij spoedig van karakter
veranderd. Dit is een nieuw bewijs voor de stelling, dat het verschil van 
ras op de ontwikkeling der bouwkunst grooter invloed uitoefent dan de 
overeenkomst in godsdienstige begrippen en overtuigingen. 
Het is bij uitstek moeilijk, ook maar bij benadering, den ouderdom te 
bepalen van de verschillende tempels van Nepâl. In het algemeen 
gesproken, kan men van sommigen hunner zeggen, dat zij zeer oud zijn, 
dat wil zeggen uit de eerste eeuwen onzer jaartelling afkomstig; 
sommige anderen zijn betrekkelijk modern, dat wil zeggen, jonger dan 
de vijftiende eeuw. Maar daar zijn er wellicht nog anderen, hoewel ik 
zeer geneigd ben daaraan te twijfelen, wier stichting tusschen de twee 
genoemde tijdperken ligt en omtrent wier ouderdom wij dan geheel in 
het onzekere verkeeren. De oudste tempels zijn de halfbolvormige 
tôpen van aarde en baksteen, waarvan wij boven gesproken hebben. In 
aanmerking nemende dat het Boeddhisme omstreeks de eerste eeuw 
van onze tijdrekening in Nepâl is ingevoerd, en lettende op de groote 
overeenkomst van deze monumenten mot de tôpen van centraal Indië, 
zou ik geneigd zijn de stichting dezer heiligdommen, althans in hunne 
hoofdbestanddeelen, terug te voeren tot de tweede eeuw na 
Christus.--De tempels van baksteen en hout zijn daarentegen zeer jong; 
van de voornaamsten hunner is de dagteekening der stichting bekend, 
en deze klimt doorgaans niet hooger op dan het jaar 1700.--De steenen 
tempels zouden ongetwijfeld veel ouder kunnen zijn, maar 
verschillende teekenen leiden mij tot het besluit dat zulks niet het geval 
is; ik geloof niet dat een dier tempels, die ik bezocht heb, ouder is dan 
het jaar 1500. 
De bouwstijl der paleizen en huizen komt het meest overeen met dien 
der baksteenen tempels. Ook zij zijn van baksteen en hout opgetrokken, 
en hebben verschillende verdiepingen, maar die verdiepingen springen 
niet in, en het geheele gebouw wordt door één dak gedekt. Wat deze 
gebouwen vooral onderscheidt, is de menigte der beeldwerken, 
waarmede zij overdekt zijn. De pilaren der verandas, de lijsten der 
deuren en vensters, de balken waarop het uitspringende gedeelte van 
het dak rust, zijn met het fraaiste beeld- en snijwerk versierd. De 
vensters zijn doorgaans met houten traliewerk voorzien, daar het 
gebruik van glas in Nepal zoo goed als onbekend is; behalve in het 
koninklijk paleis te Khatmandoe, ziet men haast nergens glasruiten. 
Het midden van het huis wordt gewoonlijk ingenomen door eene
binnenplaats, omgeven door eene veranda, waaronder de bedienden 
verblijven. De kamers zijn klein en slecht verlicht. De vertrekken der 
verschillende verdiepingen hebbon alleen door luiken met elkander 
gemeenschap; hetgeen in geval van nood de verdediging mogelijk 
maakt van elke verdieping afzonderlijk. 
 
Na de stad Khatmandoe in alle richtingen doorkruist en haar tempels 
bestudeerd te hebben, moest ik de andere steden in de vallei van Nepâl 
bezoeken. Zij liggen meest allen in de nabijheid der hoofdstad; de 
wegen, die deze steden onderling en met de talrijke dorpen verbinden, 
zijn ter nauwernood gebaande voetpaden; alleen aan het onderhoud van 
den weg van Khatmandoe naar Bhatgaon wordt eenige zorg besteed. 
Het vlakke, hier en daar heuvelachtige, rijk bebouwde land herinnert 
aan de vlakten van noordelijk Italië, maar met weelderiger plantengroei 
en een meer zuidelijk karakter. 
Mijn eerste bezoek gold het dorp Samboenath. De weg naar dit dorp 
loopt over eene groote rivier, de Vishnoemati, die veel breeder is dan 
de Seine te Parijs. De brug over deze rivier laat wel iets te wenschen 
over. Verbeeld u eene rij kleine, smalle plankjes, vastgespijkerd op 
palen, die    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.