de woning van den ontvanger der douane, voor wien de 
perzische consul te Tiflis ons een aanbevelingsbrief heeft medegegeven. 
Een aantal bedienden rooken of slapen voor de deur; een hunner neemt
den brief aan, en noodigt ons uit, plaats te nemen op eene aarden bank, 
die tegen den muur is aangebracht. Na verloop van een kwartier komt 
hij terug met de boodschap dat de aga zijn middagdutje doet en ons na 
zijn ontwaken ontvangen zal. 
De woning van dezen perzischen ambtenaar staat op een zandig pleintje, 
waaromheen in het rond eene menigte balen zijn opgestapeld, door de 
karavanen aangevoerd; de koopwaren blijven daar liggen, tot de 
verschuldigde rechten voldaan zijn. Achter dien stapel balen en pakken 
en kisten bespeur ik een klein huisje met een tuintje, waarboven 
telegraafdraden gespannen zijn. Dat is een station van de engelsche 
telegraaflijn, die dwars door Duitschland, Rusland en Perzië, het 
moederland met Hindostan verbindt en haar voortzetting vindt in den 
onderzeeschen kabel, die te Bender-Böeshehr, aan de Perzische golf 
begint. De directeur van het engelsche telegraafkantoor van Djoelfa, 
een Rus, helpt ons naar zijn beste vermogen, nu wij op het punt staan 
Perzië binnen te trekken. Hij spreekt uitmuntend fransch, en stelt zich 
met de meest mogelijke voorkomendheid tot onze beschikking, om 
paarden en bedienden te huren. Hij verwisselt ons russisch geld voor 
perzische munt; hij stelt aan onze muilezeldrijvers een eersten termijn 
van de overeengekomen huur ter hand, en waarschuwt ons ten 
ernstigste, in geen geval toe te geven aan den aandrang dier lieden, om 
hun onderweg nog eenig geld uit te betalen: de minste toegevendheid 
op dat punt zou waarschijnlijk ten gevolge hebben dat de tsjarvadars 
ons in den steek zouden laten voor wij Tauris hadden bereikt. Hij geeft 
mij ook eenige inlichtingen omtrent de manier van leven, waarin wij 
ons voortaan zullen hebben te schikken. Ik deed zeer verkeerd, toen ik 
klaagde over de russische posthuizen en hunne houten rustbanken: ook 
deze laatste sporen van comfort zal ik voortaan moeten missen. "Gij 
zult, zeide hij tot mij, geen ander onderkomen vinden dan karavanserais, 
waar de wind vrijelijk door heen blaast; voor matras den naakten grond; 
voor hoofdkussen het zadel van uw rijdier; gij zult zelfs de weelde 
moeten ontberen van op stroo te slapen: er is ook geen stroo meer voor 
de paarden, die sedert een maand genoodzaakt zijn, zich uitsluitend te 
voeden met het jonge gras, dat den bodem begint te bedekken." 
Juist toen alle toebereidselen gereed waren en het vertrek voor den 
volgenden morgen was bepaald, ging de deur open; de perzische 
ontvanger, door al zijne bedienden gevolgd, treedt met groote
deftigheid binnen, legt de hand op zijn hart en biedt ons zijne diensten 
aan. Ik ben ook beleefd, neem oogenblikkelijk dezelfde houding aan, en 
vraag hem: "Heeft Uwe Excellentie goed geslapen?"--Hij aarzelt een 
oogenblik, en kijkt mij vragend aan, om te ontdekken of ik hem voor 
den gek houd; vervolgens biedt hij, met dezelfde kalme deftigheid, op 
nieuw zijne diensten aan. Zoodanig was mijne eerste kennismaking met 
de ambtenaren van Iran. Trouwens, toen ik dat heerschap met den titel 
van Excellentie aansprak, stelde ik hem veel te hoog. Hij is niets meer 
dan de ontvanger der douane, en daarbij pacht hij van den gouverneur 
van Azerbeïdsjan de bediening van het pontveer te Djoelfa. 
Op alle trappen der hiërarchie worden alle ambten en bedieningen, in 
het rijk van den koning der koningen, aan den meestbiedende verkocht. 
Het veer wordt verpacht voor veertigduizend francs: maar de pachter is 
vrij om voor het overzetten zooveel te vragen als hij goed vindt, zonder 
dat iemand zich daarmede bemoeit. De gouverneur van Azerbeïdsjan 
ontvangt als traktement de opbrengst der douane; van zijn kant laat hij 
dus zoo hoog mogelijke rechten heffen en allerlei knevelarijen in 
praktijk brengen. Wie de betrekking van ontvanger te Djoelfa van hem 
verkrijgen wil, moet niet alleen een hooger bod doen dan al zijne 
mededingers, maar vooral een voldoenden waarborg opleveren, dat hij 
zich niet door gewetensbezwaren of iets dergelijks in de behoorlijke 
uitoefening van zijn ambt zal laten belemmeren. 
7 April.--Op onze karavanenreis hebben wij de eerste pleisterplaats 
bereikt. De tocht heeft acht uren geduurd. Het genot van te paard te 
rijden en verlost te zijn van die afschuwelijke russische diligence, die 
telkens dreigde om te vallen, heeft mij alle vermoeienis doen vergeten. 
Toen wij Djoelfa verlaten hadden, hebben onze gidsen ons een grooten 
omweg laten maken, om in zeker dorp de flinke paarden, door den heer 
Ovnatamof, den directeur van het telegraafkantoor te Djoelfa, voor ons 
gehuurd, te verruilen tegen jammerlijke knollen, die bijna niet voort 
kunnen. De ruil werd zoo handig uitgevoerd, dat wij er in het eerst niets 
van bemerkten; de goede paarden keerden naar Djoelfa terug. 
Vijf uren lang trokken wij door een woesten bergpas, waarop eene 
vlakte volgde, door hooge heuvelen doorsneden, die geheel van    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
