Oude Egyptische Legenden | Page 2

M. A. Murray
van den
Koning binnen om de aankomst van een bode van den vorst van
Bekhten te melden. Hij was beladen met geschenken voor Neferu-Ra,
koningin van Egypte dochter van den vorst van Bekhten, en hij bracht
ook een boodschap voor den koning. Toen hij in tegenwoordigheid van
den koning kwam, boog hij ter aarde, zeggende: "Heil u, o zon van de
negen stammen der boogschutters! Mogen wij voor uw aangezicht
bestaan".
Toen boog hij weer ter aarde en bracht de boodschap, die hij van den
vorst van Bekhten gekregen had, aan Ramses, koning van Egypte, over:
"Ik kom tot u, o machtig koning, mijn Heer, van wege Bent-reshy, de
kleine zuster van de koningin, Neferu-Ra; want zij heeft een ziekte in
haar ledematen. Zend daarom een geleerd man, opdat hij haar moge
zien en genezen."
De koning wendde zich tot zijn hovelingen en sprak: "Haal een
schrijver van het Huis des Levens en haal ook degenen, die de
verborgen dingen van de innerlijke Hal kennen".
En de hovelingen haastten zich aan het bevel te voldoen en brachten
hen in zijne tegenwoordigheid en de koning sprak tot hen: "Ik heb u
hier laten komen om deze zaak te hooren. Noem mij een man die
geleerd en bekwaam genoeg is om naar den vorst van Bekhten
gezonden te worden.

Toen beraadslaagden zij met elkaar en zonden als een geleerd en
bekwaam man den schrijver Tehuti-em-heb tot den koning en de
koning verzocht hem met den boodschapper van den vorst van Bekhten
mee te gaan om Bent-reshy, de kleine zuster van de koningin, te
genezen.
Toen de schrijver Tehuti-em-heb te Bekhten kwam, werd hij tot
Bent-reshy gebracht. Hij was een geleerd en bekwaam man en hij vond
de prinses in de macht van een geest, die hem vijandig was, jegens
wien zijn kunde en bekwaamheid niets baatten en die zijn
tooverkunsten verijdelde.
Toen was de vorst van Bekhten treurig en droefheid was in zijn hart,
maar Tehuti-em-heb, de schrijver, ried hem aan om nogmaals naar
Egypte te zenden en de hulp in te roepen van Khonsu, den duivelbanner,
om den boozen geest uit Bent-reshy, de kleine zuster van de koningin,
te verdrijven.
Nu dan, zóó groot was de afstand van Bekhten naar Egypte, dat er van
den tijd, dat Tehuti-em-heb, de schrijver, uit Thebe vertrok, drie jaar
verliepen, voordat Koning Ramses de tweede boodschap bereikte, en
gedurende al dien tijd woonde de booze geest in Bent-reshy en kon niet
uitgedreven worden.
En toen de tweede boodschapper aankwam, was koning Ramses weer
in Thebe, en het was de eerste van de maand Pakhons, de maand, die
gewijd is aan Khonsu. Hij trad in den tempel, vergezeld door zijne
hovelingen en den boodschapper van den vorst van Bekhten. In den
tempel stonden twee beelden van Khonsu; zeer wonderbare beelden
waren het, zeer heilige; het eene heette Khonsu in Thebe Neferhotep,
en het andere Khonsu, de duivelbanner. Nu dan, Khonsu is de God van
de Maan, de zoon van Amon-Ra en van Mut, vrouwe van Ashru, en de
menschen beelden hem uit met de krullende lokken der jeugd, want hij
is eeuwig jong en schoon.
Toen stond de koning voor het groote beeld van Khonsu in Thebe
Neferhotep en sprak: "O mijn goede Heer, ik kom weer tot u vanwege
de dochter van den vorst van Bekhten."

Daarop hieven de priesters het beeld van Khonsu in Thebe Neferhotep
op en plaatsten het tegenover Khonsu, den duivelbanner. En de koning
sprak weer tot Khonsu in Thebe Neferhotep en zei: "Mijn goede heer,
wend uw aangezicht tot Khonsu, den duivelbanner. Sta toe, dat hij zich
naar Bekhten begeeft."
Khonsu in Thebe Neferhotep boog zijn hoofd tweemaal als teeken van
toestemming. Heel wonderbaar was het beeld van Khonsu in Thebe
Neferhotep.
En weer sprak Koning Ramses: "Laat uwe bescherming met hem zijn.
Stem toe, dat ik den god Khonsu naar Bekhten zend om Bent-reshy, de
kleine zuster van de Koninklijke Vrouwe, te redden.
Khonsu in Thebe Neferhotep boog zijn hoofd tweemaal als teeken van
toestemming.
Zeer wonderbaar was het beeld van Khonsu in Thebe Neferhotep. En
hij gaf zijn magische bescherming viermaal aan Khonsu, den
duivelbanner. Toen gaf koning Ramses bevel Khonsu, den
duivelbanner, in de Groote Boot te plaatsen; en rechts en links van de
Groote Boot waren vijf kleine booten met talrijke en prachtige paarden
en wagens. Het gevolg van Khonsu, den duivelbanner, was gelijk aan
dat van een koning. Een jaar en vijf maanden reisden zij, voordat ze
Bekhten bereikten.
De vorst van Bekhten trok uit met zijn boogschutters en hovelingen om
Khonsu, den duivelbanner, een koninklijke ontvangst te bereiden en zij
trokken hem tegemoet, als was hij een koning. De vorst van Bekhten
viel op zijn knieën en raakte met zijn voorhoofd den grond aan voor de
voeten van Khonsu, den duivelbanner, en zeide: "Gij zijt tot
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 37
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.