Onder Moeders Vleugels, by 
Louise M. Alcott 
 
The Project Gutenberg EBook of Onder Moeders Vleugels, by Louise 
M. Alcott This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and 
with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away 
or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included 
with this eBook or online at www.gutenberg.net 
Title: Onder Moeders Vleugels 
Author: Louise M. Alcott 
Editor: G. W. Elberts 
Release Date: December 17, 2005 [EBook #17337] 
Language: Dutch 
Character set encoding: ISO-8859-1 
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK ONDER 
MOEDERS VLEUGELS *** 
 
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed 
Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ 
 
Onder Moeders Vleugels
Louise M. Alcott 
 
HOOFDSTUK I. 
KLEINE PELGRIMS. 
"Kerstmis zal geen Kerstmis zijn, zonder presenten," bromde Jo, die 
languit op het haardkleedje lag. 
"Het is verschrikkelijk, arm te zijn!" zuchtte Meta en keek naar haar 
oude japon. 
"Ik vind het heel oneerlijk, dat sommige meisjes allerlei mooie dingen 
hebben, en andere meisjes niets," voegde kleine Amy er ontevreden 
snuivend bij. 
"Wij hebben in elk geval toch Vader en Moeder en elkander," zei Bets 
vriendelijk uit haar hoekje. 
De vier jonge gezichtjes, bestraald door het haardvuur, klaarden bij die 
bemoedigende woorden op, maar betrokken weer, toen Jo droevig zei: 
"Wij hebben Vader niet, en zullen hem in lang niet hebben." Ze zei niet: 
"Misschien nooit weer," maar allen voegden het er in hun hart bij, en 
dachten aan den vader, die verre was, op het tooneel van den strijd. 
Niemand sprak gedurende de eerste oogenblikken; toen begon Meta 
weer op vroolijker toon: 
"Jullie weet, waarom Moeder voorstelde, dat we dit jaar geen 
Kerstpresenten zouden hebben: omdat het een moeilijke winter zal zijn 
voor iedereen, en ze vindt, dat wij geen geld mogen uitgeven voor ons 
pleizier, terwijl onze soldaten zooveel moeten doorstaan in het leger. 
Véél kunnen we niet doen, maar we kunnen ons wel zonder mopperen 
kleine opofferingen getroosten; maar ik geloof, dat ik te egoïstisch 
ben," en Meta schudde haar hoofd, terwijl ze met spijt dacht aan al de 
mooie dingen die ze graag wilde hebben.
"Ik geloof niet, dat het beetje, dat wij te besteden hebben, veel zou 
kunnen uitrichten. We hebben elk een rijksdaalder, en het leger zou er 
niet veel bij winnen, of wij dien nu al gaven. Ik geef toe, dat ik niets 
van Moeder of van jou moet verwachten, maar ik zou zoo dol graag 
"Udine en Sintram" voor mezelf willen koopen, ik heb er al zoo lang 
naar verlangd," zei Jo, die een boekworm was. 
"Ik was van plan mijn geld te besteden aan nieuwe muziek," zei Bets 
met een zuchtje, dat echter door niemand gehoord werd. 
"Ik zal een mooi doosje met Faber's teekenpotlood koopen; die heb ik 
bepaald noodig," zei Amy vast besloten. 
"Moeder heeft niets gezegd van ons eigen geld, en ze zal toch niet 
verlangen, dat we alles opgeven. Laten we ieder iets koopen wat we 
graag willen hebben en wat pret maken; we zwegen heusch hard 
genoeg om het te verdienen," riep Jo, terwijl ze de hakken van haar 
laarzen op jongensmanier bekeek. 
"Ik tenminste wel,--die elken dag die gruwelijke kinderen moet leeren, 
terwijl ik er naar snak prettig thuis te zijn," begon Meta op klagenden 
toon. 
"Jij hebt het niet half zoo hard als ik," vond Jo. "Hoe zou jij het vinden, 
uren lang opgesloten te zijn met een zenuwachtige, zeurige, oude dame, 
die je al maar heen en weer laat loopen, nooit tevreden is, en je plaagt, 
tot je in staat zou zijn het raam uit te springen, of haar een oorveeg te 
geven?" 
"Het is slecht om ontevreden te zijn,--maar ik geloof, dat borden 
wasschen en alles netjes houden het naarste werk van de wereld is. Het 
bederft mijn humeur, en mijn handen worden zoo stijf; ik kan haast niet 
studeeren." En Bets keek naar haar ruwe handen met een zucht, die 
ditmaal heel goed te hooren was. 
"En ik geloof niet, dat een van allen het zoo erg heeft als ik," riep Amy, 
"want jullie hoeven niet naar school te gaan met nuffen, die iemand 
plagen, als hij zijn lessen niet kent, of uitlachen om zijn kleeren, en met
"étain" op iemands vader neerzien, als hij niet rijk is, en iemand 
beleedigen, als hij geen mooien neus heeft." 
"Als je "dédain" bedoelt, dan moest je dat zeggen en niet over "étain" 
praten, alsof Vader een tinnen peperbus was," spotte Jo lachend. 
"Ik weet heel goed, wat ik zeggen wil, en je hoeft er niet zoo "satiriek" 
over te zijn. Het is heel goed om juiste uitdrukkingen te gebruiken en 
zoo je "vocabulaire" te verrijken," zeide Amy deftig. 
"Nu, vlieg elkaar maar niet aan, kinderen! Zou jij niet willen, Jo, dat we 
al het geld nog hadden, dat Vader verloor, toen    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
