een groot pak. Ik zal u den 
brief laten lezen: 
_Waarde Droogstoppel!_ 
Ik vind dat hy wel had kunnen zeggen: Weledele Heer Droogstoppel, 
omdat ik makelaar ben. 
_Ik ben gisteren ten-uwent geweest met het doel u een verzoek te doen. 
Ik geloof dat gy in goede omstandigheden verkeert_ ... 
Dit is waar: we zyn met ons dertienen op 't kantoor. 
..._en ik wenschte gebruik te maken van uw krediet, om een zaak 
tot-stand te brengen, die voor my van groot gewicht is_. 
Zou men niet denken dat het om een order op de voorjaarsveiling te 
doen was? 
_Door velerlei omstandigheden ben ik op 't oogenblik eenigszins om 
geld verlegen_. 
Eenigszins? Hy had geen hemd aan. Dat noemt hy eenigszins! 
_Ik kan myn lieve vrouw niet alles geven wat tot veraangenaming des 
levens noodig is, en ook de opvoeding myner kinderen is, uit een 
geldelyk oog, niet zooals ik wenschen zou_. 
Veraangenaming des levens? Opvoeding van de kinderen? Meent ge 
dat hy voor zyn vrouw een loge in de Opera huren wilde, en zyn 
kinderen op een instituut doen te Geneve? 't Was najaar, en vry koud ... 
welnu, hy woonde op een vliering, zonder vuur. Toen ik dien brief 
ontving, wist ik dit niet, maar later ben ik by hem geweest, en thans 
nog ben ik verstoord over den zotten toon van zyn geschryf. Wat 
drommel, wie arm is, kan zeggen dat hy arm is! Armen moeten er zyn, 
dit is noodig in de maatschappy, en 't is Gods wil. Als hy maar geen 
aalmoes vraagt, en niemand lastig valt, heb ik er volstrekt niet tegen dat
hy arm is, maar die opsiering van de zaak komt niet te-pas. Luister 
verder: 
_Daar op my de verplichting rust, in de behoeften der mynen te 
voorzien, heb ik besloten een talent aantewenden, dat, naar ik geloof, 
my gegeven is. Ik ben dichter_ ... 
Poeh! Ge weet, lezer, hoe ik en alle verstandige menschen daarover 
denken. 
... _en schryver. Sedert myn kindsheid drukte ik myn aandoeningen in 
verzen uit, en ook later schreef ik dagelyks neder wat er omging in myn 
ziel. Ik geloof dat er onder dat alles eenige opstellen zyn, die waarde 
hebben, en ik zoek daarvoor een uitgever. Maar dit is juist het 
moeielyke. Het publiek kent my niet, en de uitgevers beoordeelen de 
werken meer naar den gevestigden naam van den schryver, dan naar 
den inhoud_. 
Juist zooals wy de koffi naar de renommee van de merken. Wel zeker! 
Hoe anders? 
_Als ik dus mag aannemen dat myn werk niet geheel zonder verdienste 
is, zou dat toch eerst na de uitgave blyken, en de boekhandelaars 
vragen de betaling van drukloon, enz. vooruit_ ... 
Daar hebben ze groot gelyk in. 
... _wat my op die oogenblik niet gelegen komt. Daar ik evenwel 
overtuigd ben dat myn arbeid de kosten dekken zou, en gerust daarop 
myn woord durf verpanden, ben ik, aangemoedigd door onze 
ontmoeting van voorgisteren_.... 
Dat noemt hy aanmoedigen! 
... _tot het besluit gekomen u te vragen of ge voor my by een 
boekhandelaar zoudt willen borg-staan voor de kosten eener eerste 
uitgave, al ware het slechts van een klein boekdeeltje. Ik laat de keus 
van die eerste proeve geheel aan u over. In het pak dat hiernevens gaat,
zult ge vele handschriften vinden, en daaruit zien dat ik veel gedacht, 
gewerkt en bygewoond heb_ ... 
Ik heb nooit gehoord dat hy zaken deed. 
... _en als de gaaf van wel zeggen me niet geheel-en-al ontbreekt, is het 
gewis niet door gebrek aan_ indrukken, dat ik niet slagen zou. 
_In afwachting van een vriendelyk antwoord, noem ik my uw ouden 
schoolmakker_ ... 
En zyn naam stond er onder. Maar dien verzwyg ik, omdat ik er niet 
van houd, iemand in opspraak te brengen. 
Waarde lezer, ge begrypt hoe gek ik stond te kyken, toen men my daar 
zoo op-eens wilde verheffen tot makelaar in verzen. Ik ben zeker dat 
die Sjaalman--zoo zal ik hem maar blyven noemen--als de man me 
by-dag had gezien, zich met zulk een verzoek niet tot my zou gewend 
hebben. Want deftigheid en fatsoen laten zich niet verbergen. Maar 't 
was avend, en ik trek het me dus niet aan. 
Het spreekt vanzelf dat ik van die gekheid niets weten wilde. Ik zou het 
pak door Frits hebben laten terugbrengen, maar ik wist zyn adres niet, 
en hy liet niets van zich hooren. Ik dacht dat hy ziek was, of dood, of 
zoo-iets. 
De vorige week was er krans by de Rosemeyers, die in suiker doen. 
Frits was voor het eerst meegegaan. Hy is zestien jaar, en ik vind het 
goed dat een jong mensch in de wereld komt. Anders loopt hy naar de 
Westermarkt of zulke dingen. De meisjes hadden piano gespeeld en 
gezongen, en by 't dessert plaagden ze elkaar met iets dat in de    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.