verwoesting. 
Van het groote geplaveide platform, waarop de vuurtoren verrijst en dat 
wij langs een trap van honderd-een-en-zestig treden bereiken, heeft 
men een zeer schoon gezicht op de straat Soenda en den grenzenloozen 
Indischen-oceaan. Ver weg, in het noorden, bespeurt men Krakatau, en 
in dezelfde richting, maar veel dichter bij, het groote Prinseneiland, 
geheel met dichte bosschen bedekt. Voor onze voeten teekent zich de 
grillige kustlijn, met haar kapen en inhammen, omzoomd met eene 
gansche reeks rotsige eilandjes: wij staan hier op de uiterste westelijke 
landpunt van dat heerlijke eiland Java, dat van het westen naar het 
oosten, van de straat Soenda tot de straat van Bali, eene lengte heeft 
van niet minder dan duizend-zestig kilometers. 
Op het platform, om den vuurtoren, staan verschillende bijgebouwen en 
de zeer comfortabele woning van den wachter. Al deze gebouwen zijn 
ruim en zeer goed ingericht, en het geheel maakt een zeer gunstigen 
indruk. Het aangrenzende woud, weleer ondoordringbaar, vertoont nu, 
van het strand tot aan den voet der heuvelen--dat wil zeggen over eene 
strook gronds van drie- tot vierhonderd ellen breed--het beeld der meest 
volkomen verwoesting. Hier en daar staan nog enkele reusachtige 
stammen, van hun bast ontroofd, maar veel grooter is het aantal der 
gevelde boomen. Toch is de natuur reeds aan het werk om de 
aangerichte verwoesting weder te herstellen, de geslagen wonde te 
heelen: overal breken de schitterend groene bladeren van wilde 
bananen door de dikke laag van asch en puimsteen, die den bodem 
bedekt, heen; gansche scharen van lianen en woekerplanten strekken 
naar alle kanten haar armen uit, omwikkelen met haar ondoordringbaar 
net de verdroogde wortelen der woudreuzen en klauteren lustig en 
levensvol tegen de doode verbleekte stammen omhoog. 
23 Mei.--Daar het in de eenige hut van de Kediri van de hitte niet was 
uit te houden, heb ik, gewikkeld in mijn reisdeken, den nacht op het 
dek doorgebracht. Omstreeks drie uren werd ik door eene hevige
regenbui gewekt. Kort daarop werd het anker gelicht en zetten wij 
koers naar het Prinseneiland. Om zeven uur in den morgen bereikten 
wij zijne oostkust. Dit eiland, het grootste van alle eilanden die in de 
straat van Soenda verspreid liggen, is onbewoond en werd tot dusver 
nog nooit wetenschappelijk onderzocht. Het strand is letterlijk overdekt 
met puimsteenen. 
De geteisterde zoom langs de kust heeft eene breedte van minstens 
vijfhonderd el. Wij zijn hier dichter bij Krakatau; de verbolgen zee 
heeft hier dan ook nog grooter verwoestingen aangericht dan bij Java's 
eerste Punt. Er is bijna geen enkele boom staande gebleven; overal zijn 
in den kalen, door diepe geulen en spleten doorploegden grond de 
reusachtige wortels blootgewoeld, die het gaan zeer bemoeilijken. Ook 
moet men zich in acht nemen voor de verraderlijke puimsteenen, die 
zeer dikwijls diepe met water gevulde kuilen voor het oog verbergen: 
men meent vasten grond onder de voeten te hebben, en zinkt eensklaps 
tot aan de borst in het water. 
Op het oogenblik der uitbarsting bevonden zich toevallig zes- en- 
vijftig personen op het Prinseneiland, bezig met houthakken: allen 
hebben er het leven bij ingeschoten. Op de noordkust bereikte de golf 
eene hoogte van omstreeks vijftien el. 
Van het Prinseneiland zetten wij rechtstreeks koers naar het noorden, 
naar Telok-Betong in de baai van Lampong op Sumatra. Onze weg 
voert ons langs Krakatau, dat wij op korten afstand, aan 
stuurboordzijde voorbijvaren. Zoo kunnen wij dan nu van nabij een 
blik werpen op dat eiland, waarvan de naam zoo talloos vele malen 
werd uitgesproken, sedert eene vreeselijke ramp het bestaan van dit 
vergeten plekje grond aan de wereld openbaarde. Vergeefs zoekt men 
er thans naar het geringste spoor van dien weelderigen plantengroei, die 
voor ongeveer negen maanden nog het gansche eiland als met een 
groenen mantel omplooide. Onder de witte lijkwade van asch en 
puimsteen ligt thans op Krakatau alle leven vernietigd. 
Een weinig verder stoomen wij langs de vulkanische eilanden Sebesi en 
Seboekoe, en dan midden door de groep der Lagoendi-eilanden, aan 
den ingang der Lampong-baai gelegen. Hier is het niet enkel, als op het
Prinseneiland, de lage kuststreek, die getroffen werd: de gansche 
oppervlakte werd verwoest. Overal, langs de hellingen en tot op den top 
der heuvelen, ziet men niets dan verbleekte stammen, sommigen op den 
grond liggende, anderen nog overeind staande, maar allen van takken 
en bladeren beroofd. Deze totale verwoesting is ongetwijfeld toe te 
schrijven aan den regen van heete asch en slijk, die, door den wind 
voortgedreven, aan de westzijde van Krakatau veel heviger is geweest 
dan aan de oostzijde. 
Het groote eiland Sumatra loopt ten zuiden, aan de straat Soenda, uit in 
drie lange landpunten, die twee wijde en diepe baaien vormen, de baai 
van Semangka ten westen en die van Lampong ten oosten. In de eerste 
baai heeft de overstrooming zich het verst uitgestrekt: de hoofdplaats 
Beniawang (op honderd-dertig kilometers van Krakatau) werd 
ganschelijk verwoest; tweeduizend-honderd-zestig    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.