Noord-Munster; dat Cheshire, 
Shropshire, Herefordshire, Monmouthshire, Gloucestershire, Devon, 
Dorset, Northamptonshire, Huntingdonshire en Bedfordshire meer 
Keltisch zijn--en even Keltisch als Noord-Wales en Leinster; terwijl 
Buckinghamshire en Hertfordshire zelfs nog meer Keltisch zijn en 
gelijk staan met Zuid-Wales en Ulster." [3] 
Het is dus voor een Angel-Keltisch, niet een Angel-Saksisch volk dat 
dit overzicht van de oude geschiedenis, den godsdienst en de mythische 
en romantische literatuur van het Keltisch ras is geschreven. Het is te 
hopen dat dat volk daarin dingen zal vinden, waardig in herinnering te 
blijven als bijdragen tot den algemeenen schat der Europeesche cultuur, 
maar vooral waardig in de herinnering te blijven van hen, die meer dan 
eenig ander levend volk hebben geërfd van het bloed, de neigingen en 
den aanleg der Kelten. 
 
INHOUD. 
Inleiding IX I. De Kelten in de Oude Geschiedenis 1 II. De Godsdienst 
der Kelten 35 III. De Mythen omtrent de invallen in Ierland 79 IV. De 
Oude Milesische Koningen 130 V. Verhalen van den Cyclus van Ulster 
161 VI. Verhalen van den Cyclus van Ossian 231 VII. De Reis van 
Maeldun 285 VIII. Mythen en verhalen van de Kimbren 305 Goden
van het huis van Don 322 Goden van het huis van Llyr 323 Arthur en 
zijn Magen 324 Register 387 
 
LIJST VAN ILLUSTRATIES. 
Koningin Maev (Titelplaat). "Wij vreezen niemand" 6 "Wij zijn op weg 
naar Rome" 8 "Onmiddellijk stapte een ander over hem heen toen hij 
daar nederlag" 22 Vercingetorix rijdt langs het Romeinsche Kamp 24 
"Moge Tara voor eeuwig verlaten zijn" 32 Praehistorische Tumulus te 
New Grange 38 Rijen Steenen, te Kermaris, Carnac 42 Moderne 
Steenaanbidding te Locronan, Bretagne 50 Ingang van den Tumulus te 
New Grange 56 Menschenoffers in Gallië 68 "Zij vroegen melk en 
koren in ruil voor hun Kinderen" 70 St. Finnen en de Heidensche 
Aanvoerder 82 Tuan bespiedt Nemed 84 De Twee Afgezanten 90 
Corpre en Koning Bres 92 "Sawan gaf den halster der koe aan den 
Knaap" 94 "De Druïde dreef het naar het huis van zijn vader, Kian" 96 
De Boot van Mananan 98 "Bij de feesten van het Toovervolk" 102 
"Hier bij het meer werkte hij" 108 Sinend en de Put van Connla 112 De 
komst van de Zonen van Miled 114 Het volk van Dana luistert naar de 
Muziek der Zwanen 124 Ethné hoort stemmen 128 Macha meet den 
omtrek der Stad uit 136 "De eerste boom was een wilg" 138 Midir en 
Etain 146 "Op den vloer van de hut vallen zijn vogelveeren af" 150 
Conary in de Netten van het Toovervolk 154 De Vloek van Macha 162 
De Knaap Setanta Volgt Koning Conor 164 De Hond van Cullan 166 
Cuchulain vraagt den Koning om wapenen 168 "Cathbad keek naar de 
sterren en hij werd zeer verontrust" 180 Koningin Maev en de Druïde 
188 Cuchulain in den Strijd 190 "Slaap nu, Cuchulain, bij het graf in 
Lerga" 196 "Cuchulain greep Ferdia toen hij viel" 202 "Het Hoofd ging 
nog altijd door met roepen en vermanen" 204 Cuchulain en de 
Toovermaagden 206 Emer hoort van de afspraak 208 De Dood van 
Cuchulain 214 Forbay en Koningin Maev 224 Koning Fergus en de 
Dwerg 226 Finn vindt de Oude Mannen in het Bosch 236 "Finn hoorde 
de tonen der Tooverharp" 238 "Ik ben Saba, O Finn" 244 Oisin en 
Niam 248 "Het witte paard was uit hun oogen verdwenen als een krans 
van nevel" 252 "Zij vonden zich plotseling verward in draden garen" 
254 "Patrick verzoekt zijn schrijvers alles nauwkeurig op te schrijven"
256 "Zij joegen hem naar het strand" 262 "De Fianna richtten een 
steenen pilaar op, met haar naam in Ogham letters" 264 Dermot nam 
den Horen en vulde dien 270 Dermot en Grania 274 "De troep der 
Fianna verdween, en liet haar over aan haar smart" 278 "Het ware beter 
voor u den man te wreken, die hier verbrand is" 286 "De helft van het 
koren van uw land wordt hier gemalen" 292 "Den vierden dag kwam 
zij naar hen toe buiten de vesting" 294 Het offer van Diuran den Rijmer 
304 De Boetedoening van Rhiannon 332 "Evnissyen legde zijn hand op 
den zak" 340 "Ik zal haar niet loslaten" 346 "Het jammeren en 
weeklagen werd nog luider dan te voren gehoord" 372 
 
HOOFDSTUK I: DE KELTEN IN DE OUDE GESCHIEDENIS. 
 
Oudste mededeelingen. 
In de kronieken van de classieke volken van omstreeks vijfhonderd jaar 
vóór de Christelijke jaartelling vindt men herhaaldelijk gewag gemaakt 
van een volk, dat met die naties in betrekking stond, somtijds in vrede, 
somtijds in den oorlog, en dat blijkbaar een krachtige en invloedrijke 
plaats innam in het onbekende gebied van Midden-Europa. Dit volk 
wordt door de Grieken de Hyperboreërs of Kelten genoemd; de laatste 
uitdrukking wordt het eerst gevonden bij den aardrijkskundige 
Hecataeus, ongeveer 500 v.C. [4] 
Herodotus spreekt omstreeks een halve eeuw later van de    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
