de meening, dat die uit dezelfde, 
zoo niet erger, vuiligheid bestond. Tevergeefs heeft dus de Scheikunde 
haar zaak tegenover dergelijke scheidsrechters bepleit, die verblind 
door een vooraf opgevatte meening, zoowel de buitengewone 
voordeelen, die zij bood, als haar hooge noodzakelijkheid over het 
hoofd ziende, een oordeel hadden geveld, voordat zij kennis van de 
zaak hadden genomen. Daardoor is het gekomen, dat zij van het 
openbare verkeer met geleerden uitgesloten, handen en hoofden van 
particulieren bezig hield, waarbij zij onder verschillende personen 
verschillende lotswisselingen te verduren had, en misschien nooit zich 
opgewerkt zou hebben tot de Akademische spreekgestoelten, als niet 
een grooter geluk dan verstand dien advocaat -- of moest ik liever 
verdediger door dik en dun zeggen? -- dien zij eindelijk heeft gekregen, 
EREMITA[6] had ten dienste gestaan. Deze namelijk aangegrepen door 
een blinde liefde voor die verdrukte wetenschap, aarzelde niet dat, wat 
had moeten gedaan worden door het gezag der rede en duidelijke 
bewijzen van feiten, te beproeven door een systeem van bullen vol met 
de meest beuzelachtige woorden, weldra echter, wat bij zijn niets 
ontziend karakter begrijpelijk was, zelfs te vuur en te zwaard, waarbij 
hij in elk geval een dergelijk succes had, dat de Scheikunde, door dat 
vermetel pogen in de Akademies gedrongen, daar zich een zetel 
veroverde, die zelfs juist op de asch der tegenstanders werd opgericht. 
Hoewel verder dezen met geweld verworven en daarom op zwakken
grondslag rustenden zetel, nadat kort daarop de dwingelandij van zijn 
oprichter was onderdrukt, het van vrijheidsliefde blakende volk der 
geletterden, dat geen dwang kan dulden, wederom heeft 
omvergeworpen, was toch de Scheikunde daardoor dit ten goede 
gekomen, dat zij, zoolang haar verblijf daar duurde, meer in de 
nabijheid van beschaafde lieden geplaatst, de aandacht van enkelen van 
dezen door eenige zeer heldere stralen, die zich door de haar 
omhullende duisternis van nietigheden heenboorden, kon vestigen op 
het uiterst vruchtbare licht, dat in haar binnenste verscholen was. En 
weldra, door die waarneming er toe aangespoord, hebben zij zich 
inderdaad tot een verder onderzoek aangegord en na langzamerhand het 
masker van bedriegerijen te hebben weggenomen en de nevels van 
onkunde, waarmee zij werd omsluierd, te hebben doorbroken, hebben 
zij, eindelijk haar in haar naaktheid begroetend, haar aan het daglicht 
gebracht ten schouwspel voor de beschaafde wereld. Toen dan heeft de 
Scheikunde, thans schitterend met haar eigen stralen, toen eerst heeft 
zij, die vermomd zoo zeer had mishaagd, hersteld in haar natuurlijke 
gedaante, de geleerden zoo voor zich weten in te nemen, dat zij haar 
waardig keurden om onder hun scholen opgenomen met allen ijver te 
worden beoefend. 
[Note 5: "Inter Pyracmonas." "Pyracmon" is in de mythologie naam 
van een Cycloop werkzaam in de smidse van Vulcanus, samengesteld 
uit +pur+ = vuur en +akmôn+ = aanbeeld. (Vertaler.)] 
[Note 6: Keizer Rudolf II van Duitschland, die ±1600 regeerde, stelde 
zulk een belang in de alchemie, dat hij er zijn regeeringsplichten voor 
verwaarloosde. Hem werd de naam van den tweeden Hermes 
Trismegistus gegeven. Heeft nu Gaubius, die niet sterk is in 
orthographie, hem soms met Eremita bedoeld? (Vertaler.)] 
En waarlijk ook als wij voor de waarheid willen uitkomen, heeft de 
Scheikunde geen andere krans noodig, dan dat zij met een oog vrij van 
vooroordeelen naakt, zooals zij op zich zelf is, wordt beschouwd. Want 
zoo noodig zijn de toepassingen, waarin haar kracht is gelegen, zoo 
alleraangenaamst de genoegens, waarmee zij ons toelacht, dat zij zeer 
gemakkelijk den natuurvorscher er toe brengt haar lief te hebben, en als
hij eenmaal daartoe gebracht is, hem geboeid houdt zonder de minste 
verveling. Zeker als wij alleen op de voordeelen acht slaan, waarmee de 
Scheikunde nagenoeg alle soorten van handwerk, die dienen voor de 
gemakken van het menschelijk leven, kwistig bedeelt, eilieve hoe groot 
is dan niet hun aantal en hoe gewichtig zijn zij! De dag zou te kort zijn 
wilde ik ze opsommen. Toch zijn die dingen van zeer weinig 
beteekenis en slechts als bijzaken te beschouwen. De voortreffelijke 
dienst, dien zij den geest bewijst, is edeler, die, welken zij het lichaam 
bewijst, nuttiger. Want voor dit houdt zij de gezondheid ongedeerd in 
stand, en, wanneer die verloren is, geeft zij ze weer; aan gene echter 
wijst zij den kortsten weg in de binnenste heiligdommen der natuur, en 
ontvouwt in vruchtbare werkzaamheid de wonderen der waarheid, die 
in haar diepte schuilt; dien ten gevolge is zij zoowel met de 
wijsbegeerte als met de geneeskunde ten nauwste verbonden en niet 
zonder nadeelen daarvan te scheiden. 
Opdat het echter niet den schijn hebbe, dat ik u dit zonder voldoenden 
grond wil opdringen, zal ik thans duidelijke redenen aanvoeren ter 
staving van de waarheid mijner bewering. Want dit is een prachtig 
bewijsmiddel; als ik dit onwederlegbaar aantoon, zal ik het er voor 
houden, dat voldaan is aan hetgeen ik mij in mijn redevoering voornam 
te bewijzen. 
Zij, die de eigenschappen van de    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.