een groot aantal wortels naar 
beneden, luchtwortels, die soms bijna even dik worden als de stam zelf. 
Onder dien weelderigen groei sterft veelal de boom, die tot steun 
diende. De wijze van insnijding, die in Malakka wordt gevolgd, brengt 
mee, dat de boomen, die ouder dan twaalf jaar zijn, aan twee zijden 
worden afgetapt, en de boomen van tusschen zes en twaalf jaar aan één 
zijde. Vóór het zesde jaar raakt een ingesneden boom uitgeput of levert 
ten minste een minderwaardig product. Er wordt tweemaal in het jaar 
geoogst. 
Jaarlijks wordt een onmetelijke uitgestrektheid van de jungle verbrand 
voor het aanplanten van jonge caoutchoucstekken.
De bereiding uit de bladeren is zuiniger voor den planter dan de oude 
manier. 
Ook heeft men getracht, in de Maleische staten de bereidingswijze toe 
te passen, die bekend is als "worm rubben"; maar die poging schijnt tot 
geen resultaat te zullen leiden, daar de bereiding veel omslachtiger is, 
meer werk geeft en de caoutchouc moeilijker te hanteeren maakt, daar 
de stof in kleine stukjes uiteenvalt. 
Maar in afwachting van den misschien niet meer verren tijd, dat het 
Maleische Schiereiland het voornaamste caoutchoucproduceerende 
land zal wezen, vormen zijn minerale schatten zijn hoofdzakelijken 
rijkdom. Perak, de naam van het sultanaat en die van de geheele 
federatie, waar het sultanaat de kern van uitmaakt, beteekent, naar het 
schijnt, zilver. Maar hoewel dit kostbare metaal inderdaad hier en daar 
wordt ingezameld, evenals het geval is met sommige edelgesteenten, 
zijn het de vele en rijke tinmijnen, die van de maleische staten een der 
meest begunstigde streken der aarde maken. 
De exploitatie dier mijnen voorziet in het levensonderhoud van 
honderd duizend inboorlingen of geïmmigreerde Chineezen. De laatste 
zijn herkenbaar aan hun donkere kleederen, die een tegenstelling 
vormen met de bonte of geheel witte kleeren der Maleiers, en hun 
vrouwen in rijkgekleurde zijden sarongs. De inboorlingen komen in 
steeds grooter aantal in de mijnen werken en verlaten voor dien arbeid 
hun wouden en hun velden. Dikwijls werken ze voor eigen rekening en 
brengen de opbrengst van hun mijnwerk naar de naburige stad. Ze gaan 
daar altijd in troepjes heen, want ze wantrouwen de chineesche 
handelaars, die trouwens ook nu nog altijd hun caoutchouc en tin 
afkoopen tegen een vierde van de waarde. Voor het geld schaffen de 
Maleiers zich dan wat rijst en zout en tabak aan en eenige ellen stof, 
eveneens te duur betaald. 
Wat de Europeanen betreft, die komen hier alleen bij den mijnbouw in 
aanmerking als kapitalisten, ingenieurs en directeuren van de 
maatschappijen. 
Wat den rijkdom van het land uitmaakt, is hier evenals in Europa een
oorzaak van vermindering der schoonheid van het land door de 
ontwouding. Toch voeren er nog prachtige wegen door de maleische 
staten; spoorwegen gaan over bergen en door dalen, vliegen over 
stoutmoedige viaducten of duiken in tunnels, die, even 
bewonderenswaardig zijn als die van den Mont Cenis en den Simplon. 
Een dier lijnen die, welke den Taïping overgaat, loopt door een land 
van tooverachtige schoonheid. Maar te dikwijls valt het oog van den 
reiziger op onmetelijke vlakten, die kaal zijn of die worden omgewoeld 
tot in het binnenste der aarde. Heele bergen van puin, van 
uitgewasschen kwarts, dat ontdaan is van zijn metaalrijkdom, zijn in de 
plaats gekomen van de groene heuvels, waar zich vroeger de lagen tin 
in verscholen, tot de wonderbare speurzin der Chineezen of de 
europeesche wetenschap ze ten laatste hebben ontdekt. 
Als om de eentonigheid te breken, ziet men nu en dan reuzengroote 
buizen van bamboe, die over den weg en den spoorweg loopen en van 
heuvel tot heuvel soms over verscheiden kilometers afstands het water 
aanvoeren, dat de zware machines moet voeden van de hydraulische 
installaties. 
Een tegenstelling met die moderne machinerieën, gemaakt door 
europeesche ingenieurs en machinisten, vormen de kintya of 
merkwaardige ouderwetsche chineesche pompen, in beweging gebracht 
door drie of vier sterke koelies. Iets verder passeert men primitieve 
smelterijen of geheel chineesche steden, die in enkele maanden als met 
een tooverslag zich hebben ontwikkeld. Op feestdagen zijn het echte 
menschelijke mierenhoopen; maar gewoonlijk is de heele bevolking 
bezig in de mijnen en werkt met dat uithoudingsvermogen en die meer 
dan bescheiden eischen aan het leven, die in andere streken de 
mededinging van den mongoolschen handwerksman zoo bezwarend 
maken voor den blanken werkman. 
Alleen in het sultanaat Perak telt men op een bevolking van 340.000 
zielen minstens 150.000 Chineezen, bijna alle in de mijnen werkzaam. 
De meeste van die immigranten komen naar het land met een 
jaarlijksch contract of een, dat voor drie jaar geldt, en meestal wordt dat 
na den afgesproken tijd vernieuwd, terwijl de menschen zich dikwijls
voor goed in het land komen vestigen. 
Zoo hebben de vlijtige Mongolen op vreedzame manier een streek 
bezet, waar ze zich in economisch opzicht gerust de meesters mogen 
noemen. Zij hebben meer dan eenig ander volk, en ook meer dan de 
Maleiers,    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.