Het Geuldal 
 
Project Gutenberg's Het Geuldal, by L. H. J. Lamberts Hurrelbrinck 
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with 
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or 
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included 
with this eBook or online at www.gutenberg.org 
Title: Het Geuldal De Aarde en haar Volken, 1907 
Author: L. H. J. Lamberts Hurrelbrinck 
Release Date: April 23, 2006 [EBook #18235] 
Language: Dutch 
Character set encoding: ISO-8859-1 
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK HET 
GEULDAL *** 
 
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed 
Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ 
 
Het Geuldal. 
Door Mr. L. H. J. Lamberts Hurrelbrinck. 
Met photografieën van G. S. de Veer Jr. te 's Gravenhage. [1]
Heuvelen, rood gekleurd door een ontzaglijk tapijt van bloeiende erica's, 
waaruit zich hoog verheffen als witte zuilen de zilveren stammen der 
berken; overal in het onmetelijk rondom kleine kerktorens, als 
glinsterende zwarte naalden, priemend in de helder blauwe lucht; kleine, 
snel vlietende riviertjes en beken, hun weg nemend in grillige bochten 
en kronkelingen, nu eens door vruchtbare boomgaarden, dan onder 
dicht begroeide boschjes, dan weer langs weelderig met goudgeel graan 
bedekte akkers. 
Hier, trots, dreigend, steil zich verheffend op den witzanderigen bodem, 
de massaal hooge rotsen, groen gekleurd door de lange neerhangende 
spichtige wingerdranken; daar, nederig, bescheiden het kapelletje met 
het beeld der moeder Gods, te midden van het eeuwig groenend 
dennenbosch. 
Ginds een oud kasteel met ronden zwart-leien koepeltoren in een 
omvangrijk park, onmiddellijk begrensd door een van klei en zandsteen 
opgetrokken hut met grijsgrauw strooien dak; er achter een kleine 
moestuin met eenige hoog uitstekende zonnebloemen. 
Overal, zoover het oog reikt, een rustige kalmte, een verheven stilte, 
een enkele maal slechts gestoord door het geblaf van een hond, door het 
gezang van een leeuwerik, hoog in de lucht.... 'n stuk poëzie, 'n idylle. 
Ziedaar de Geulvallei. 
Een krachtige man, de jas los om het lijf, de donkere oogen diep in 
hunne kassen, het zwarte haar even uitkomend onder den pet, in 
tegenstelling met de hem omringende natuur, nooit kalm, nooit ernstig, 
beenen en armen steeds in beweging, de lippen altijd geplooid tot een 
vroolijken lach, de keel immer tot zingen geneigd, levend den dag van 
heden, zich niet bekommerend om dien van morgen, overtuigd, dat er 
dan ook bier wordt gebrouwen en dat er den eerstvolgenden Zondag in 
het een of ander naburig dorp kermis zal zijn, waar gedanst, gezongen 
desnoods wel gevochten zal worden..... Ziedaar de type van den 
zuidelijken Limburger, van den bewoner van het Geuldal, een geheel
ander wezen dan z'n landgenoot uit andere provincies. Green wonder 
hij is ook van geheel ander ras. 
Zijn de andere bewoners van Nederland afstammelingen van Saksers en 
Friezen, hij is de nazaat van den Frank; in zijn aderen vloeit nog het 
bruisende Frankische bloed. 
Zijn land is niet groot; 't is geen wijde uitgestrektheid, waardoor de 
Geul stroomt. 't Riviertje ontspringt in Moresnet, in de nog immer 
bestaande kleine republiek, welke haar ontstaan te danken heeft aan 
eene vergissing der verschillende afgevaardigden der mogendheden bij 
het te Weenen gesloten tractaat van 15 Juni 1815. 
Nabij het dorpje Epe doet de Geul haar intrede in Limburg, vloeit voort 
met een noordelijken loop langs Wittem; tusschen dit dorp en Wylré 
neemt het de Gulp in zich op; verder in westelijke richting 
voortstroomend langs Schin op Geul, Oud Valkenburg, Valkenburg, 
Houthem en Meerssen, werpt het zich bij Itteren, niet ver van 
Maastricht, in de Maas. 
De kroniekschrijver Regino, abt van het klooster van den heiligen 
Martinus bij Trier, overleden in 915, gewaagt in zijn Chroniken van 
een gevecht, dat heeft plaats gehad tusschen de troepen van graaf 
Arnulf en de Noormannen bij de Gulia of Geul. 
Uit de beschrijving blijkt ten duidelijkste hoe ver de Christenen toen ter 
tijde in krijgstucht en orde bij hunne vijanden achter stonden. 
Zoodra men--schrijft hij--de vooruitgezonden verspieders der 
Noormannen in het oog kreeg, viel de gansche menigte, zonder eenige 
orde of overleg met de aanvoerders, op hen aan en vervolgde hen met 
de grootste onvoorzichtigheid, totdat zij in zekere villa op de dicht 
ineengeschaarde voetknechten des vijands stootten, door welke zij, niet 
tegenstaande hun onversaagde dapperheid, werden teruggeslagen. 
De ruiterij der Noormannen viel daarop met lossen teugel op de 
wijkenden in en versloeg hen geheel.
Het was in dezen slag, die even beneden den mond van de Geul werd 
geleverd, dat Sunzo, bisschop van Mainz, graaf Arnulf en een menigte 
andere edelen sneuvelden. Dit is de eenige maal, dat wij in de oude 
Historie Chronieken van de Geul gewag vinden gemaakt. 
 
Het middelpunt tevens het voornaamste plaatsje aan de Geul is het 
kleine stadje Valkenburg, ongetwijfeld een der oudste plaatsjes van ons 
land. Enkele geschiedvorschers beweren, dat het stadje oorspronkelijk 
is geweest het Corvi vallum (Ravenwal), waarvan    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
