football, cricket, of polo. Die 
wedstrijden brengen veel bij tot de goede verstandhouding tusschen de 
koloniën, welker bewoners elkander anders allicht vreemd zouden 
blijven, en ook in dit opzicht was het te wenschen, dat tusschen 
Martinique en Guadeloupe een dergelijke verbinding bestond. 
Ik verliet Bridgetown den 25sten Januari 1902, om na een reis van twee 
dagen Engelsch Guyana te bereiken. Dat wij het vasteland naderden, 
bespeurden wij aan de kleur van het zeewater, dat, vooral bij de 
mondingen der rivieren, van blauw min of meer donker geel wordt. De 
groote stroomen, zooals de Demerara, Berbice, Essequibo en 
Corentijne, voeren verbazend veel slib mede, waardoor de bodem van 
den Oceaan steeds verandert, en als de stroomingen het niet beletten, 
worden er spoedig nieuwe eilanden gevormd. Het tegenwoordige 
geslacht heeft er verschillende zien ontstaan, in den mond van de 
Demerara, die nu reeds met bosch zijn bedekt en uitstekende brandstof 
leveren voor de ovens der fabrieken. 
Georgetown, de hoofdstad van Engelsch Guyana, heeft prachtige kaden, 
waar de grootste pakketbooten kunnen aanleggen, 't geen gemakkelijk 
is voor de passagiers en voordeelig voor den handel. Zoodra men 
eenigszins met het voorkomen der stad vertrouwd raakt, gevoelt men 
met een zeer belangrijke kolonie te doen te hebben, die geheel opgaat
in de suikerproductie. Er zijn zeer veel handelshuizen, die meer dan in 
Barbados het karakter van algemeene stapelplaatsen dragen, daar zij 
van buitenaf alle mogelijke gebruiksartikelen ontvangen, en daarvoor 
suiker naar de Vereenigde Staten zenden. Deze huizen zijn aan de kade 
gelegen, zoodat het lossen en laden gemakkelijk gaat; de kantoren zijn 
meestal gevestigd in Water-Street, de hoofdstraat der handelswijk. 
Eer ik de stad zelf in oogenschouw nam, wilde ik den botanischen tuin, 
Vlissingen genaamd, gaan bezichtigen, die zeer beroemd is en vele 
bezoekers trekt. Een electrische tram bracht mij er binnen eenige 
minuten, en het was gelukkig nog vroeg, want later op den dag is de 
hitte ondragelijk. 
Deze plantentuin, even sierlijk van aanleg als het Parc Monceau te 
Parijs, doch vijftienmaal zoo groot, is werkelijk wonderlijk mooi. 
Onder de leiding van het beheer der Botanische tuinen te Kew worden 
hier uit de voornaamste botanische stations der engelsche koloniën de 
prachtigste heestergewassen en sierplanten verzameld, die heerlijk 
uitkomen onder den schitterenden tropischen hemel. Ik bewonderde een 
zeer fraaie collectie ficus, de atalia van Brazilië, een der schoonste 
palmboomen, de indische corypha, waarvan sommige soorten 
(umbraculifera en elata) de eigenaardigheid vertoonen, slechts eenmaal 
te bloeien, omstreeks hun 15de jaar; waarna zij sterven. Ook zag ik hier 
den pandanus, met zijn zonderlinge wortels, en de cannonball tree, 
waarvan de vrucht onder aan den stam groeit, en den vorm heeft van 
een kanonskogel. Door den tuin vloeien vele kanalen, waarin de 
Victoria Regia en lotussen bloeien. De Victoria Regia werd in vele 
rivieren van Guyana aangetroffen. Men heeft het zaad van de plant in 
lichte aarde gezaaid en toen het ontkiemd was, het plantje op den 
bodem der vijvers geplaatst, waar de stengels zich ontwikkelden, en 
weldra de bloem zich aan de oppervlakte vertoonde. 
Vijf en twintig jaren geleden was deze botanische tuin een uitgestrekt 
moeras. Men heeft groote moeilijkheden te overwinnen gehad, om het 
terrein geschikt te maken voor den aanleg. Al het water moest worden 
afgeleid, om de wortels der planten voor rotting te vrijwaren, en daar in 
het droge jaargetijde besproeiing noodig was, heeft men een stelsel van
buizen aangelegd, waardoor het water uit het groote kanaal van Lahama 
over den geheelen tuin wordt verspreid. Dit kanaal van Lahama is vier 
meter breed, en drie meter diep, en dateert nog uit den tijd toen de 
Hollanders het land bezaten. 
De Engelschen hebben het verlengd en den water-toevoer geregeld 
door een perspomp. 
Het was niet alleen om het genoegen van een wandeling, dat ik het 
uitstapje naar den plantentuin had ondernomen. Ik wenschte ook twee 
proefplantages in oogenschouw te nemen, waarvan de eene gewijd was 
aan de "seedlings", het suikerriet, dat uit zaad was gekweekt, en de 
andere aan proeven van verschillende bemesting. De heeren Jenman en 
Harrison staan aan het hoofd van deze afdeeling, de een voor het 
landbouwkundig gedeelte, de ander voor het scheikundig onderzoek. 
Het zaad van het suikerriet werd langen tijd voor onvruchtbaar 
gehouden, en men gebruikte voor de voortplanting enkel stekken, die 
ontnomen werden aan den stengel zelf, of aan het allerbovenste 
gedeelte ervan. Aan deze laatste gaf men de voorkeur; zij bestaan 
gewoonlijk uit drie of vier knoppen. Ze worden in de vore gelegd en 
luchtig met aarde bedekt. Uit den knop ontwikkelt zich een stengeltje, 
waaruit de nieuwe plant gevormd wordt. Op deze wijze werden echter 
geen nieuwe variëteiten verkregen, en zelfs vertoonde zich neiging tot 
achteruitgang bij de oorspronkelijke soort. Door een toeval echter 
ontdekte de chemicus Drum, dat het zaad van suikerriet niet 
onvruchtbaar was. Hij zag, dat het op een plantage te Barbados in 't 
wild was    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.