De Aarde en Haar Volken, 
Jaargang 1877 
 
Project Gutenberg's De Aarde en Haar Volken, Jaargang 1877, by 
Various This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and 
with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away 
or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included 
with this eBook or online at www.gutenberg.net 
Title: De Aarde en Haar Volken, Jaargang 1877 
Author: Various 
Release Date: February 26, 2004 [EBook #11317] 
Language: Dutch 
Character set encoding: ISO-8859-1 
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE AARDE 
EN HAAR VOLKEN *** 
 
Produced by Jeroen Hellingman and the Distributed Proofreaders Team 
 
De Aarde en haar volken 
1877. 
 
Uit het dagboek van een Alpenbeklimmer. 
I. 
Van al de leden van de Alpine-Club te Londen, die door hunne stoute 
tochten in de fransche en zwitsersche Alpen gedurende de jongste 
twintig jaren zich een europeeschen naam hebben verworven, is wel 
geen zoo algemeen bekend als de heer Edward Whymper. Deze
algemeene bekendheid heeft hij vooral ook te danken aan zijn boek 
Scrambles amongst the Alps in the years 1860-1869,--Tochten in de 
Alpen in de jaren 1860-1869--dat in 1870 te Londen het licht zag en 
sedert herhaalde malen werd herdrukt. Dit werk, dat in het fransch, 
duitsch en italiaansch vertaald werd, verdient ten volle de groote 
belangstelling, die het alom gevonden heeft: niet alleen om den 
aangenamen vorm, den helderen, duidelijken stijl, den humor die 
telkens treft en boeit, maar ook om den inhoud zelven. De tochten, door 
den heer Whymper ondernomen, behooren tot de merkwaardigste, die 
in de Alpen zijn volbracht; terwijl zijn boek, vooral bij de verschijning, 
eene dubbele aantrekkelijkheid ontleende aan het verhaal der 
noodlottige beklimming van den Matterhorn (Mont-Cervin), waarbij 
een der beste Alpengidsen en drie jeugdige landgenooten van den heer 
Whymper het leven verloren: eene gebeurtenis, die destijds in geheel 
Europa de algemeene deelneming opwekte, en nog niet geheel vergeten 
is, hoeveel er ook sedert moge gebeurd zijn van meer ingrijpend belang 
dan de dood van vier moedige reizigers. Al is het boek van den 
engelschen Alpenbeklimmer dan ook reeds enkele jaren oud, met 
gerustheid durven wij eenige schetsen daaruit ontleenen, die den lezers 
der Aarde gewis welkom zullen zijn, te meer daar, voor zoo ver wij 
weten, van deze Scrambles geene hollandsche vertaling bestaat. 
Bijna de helft van het boek is toegewijd aan het verhaal van de 
verschillende pogingen, die de heer Whymper gedurende negen jaren 
heeft aangewend om den Matterhorn te bestijgen; maar hij verhaalt ook 
in alle bijzonderheden zijne bestijgingen van den Pelvoux (die vóór 
hem slechts door den heer Puiseux, hoogleeraar in de sterrekunde aan 
de Sorbonne, was beklommen), van de Pointe des Ecrins, den berg 
Dolent, den Grand-Cornier, de Dent-Blanche, de Aiguille-Verte en vele 
andere toppen; benevens de niet minder belangrijke tochten door de 
passen (cols) van Breuil, van La Brèche, van Pilatte, van Triolet, van 
Hérens, van Talèfre, enz. Er is dus geen gebrek aan verscheidenheid en 
evenmin aan boeiende episoden. 
Den 23sten Juli 1860 vertrok de heer Whymper van Londen, om zijne 
eerste reis door de zwitsersche Alpen te ondernemen: eene reis, die niet 
anders was dan een verkenningstocht. De heer Whymper trok hierheen 
en daarheen, en doorkruiste het land in alle richtingen, zonder zich 
ergens te vestigen. Maar hij had de bergen, wier latere beklimming hij
zich had voorgenomen, nauwkeurig bestudeerd en uit verschillende 
oogpunten geteekend. Als een voorzichtig veldheer, had hij zich vooraf 
zorgvuldig met het terrein bekend gemaakt. 
In 1861 begaf hij zich rechtstreeks naar den Pelvoux, waaromtrent hij 
trouwens niet dan zeer onvolledige inlichtingen had kunnen inwinnen, 
hoofdzakelijk geput uit de werken van Elie de Beaumont en J.D. 
Forbes. Het was hem onbekend, dat de heer Puiseux reeds in 1848 den 
top des bergs had beklommen: de bewoners der omliggende valleien 
zelven hadden dat reeds zoo goed als geheel vergeten. In de maand 
Augustus 1860 hadden de heeren Bonney, Hawkshaw en Mathews, met 
Michel Croz uit Chamonix tot gids, gepoogd den Pelvoux te 
beklimmen; maar na verscheidene dagen en nachten in vruchtelooze 
pogingen te hebben verspild, waren zij door het slechte weder 
genoodzaakt geweest, hun plan op te geven. Een wegopzichter, Jean 
Reynaud genaamd, dien zij op hun tocht hadden medegenomen, schreef 
de mislukking aan het te ver gevorderde saizoen toe. De heer Whymper, 
den raad van Reynaud volgende, kwam dus in de eerste dagen van 
Augustus 1861 te La Bessée, een dorp in de vallei der Durance, waar 
hij tegen den 3den dier maand zijn vriend en landgenoot Macdonald 
bescheiden had. 
Wij zullen nu hem zelven de beklimming van den Pelvoux laten 
verhalen. 
"Van La Bessée kan men zeer duidelijk alle toppen van den 
Mont-Pelvoux onderscheiden, zoowel den hoogsten top als dien, 
waarop de fransche ingenieurs hunne pyramide hadden opgericht. 
Reynaud en al de bewoners der vallei waren met    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
