zich zelf onnoodigen last moest aandoen." 't Was 
blijkbaar een van buiten geleerd lesje. Stipan Arkadiewitsch begreep, 
dat Matjeff schertste en zijn opmerkzaamheid tot zich trekken wilde. 
Hij scheurde het telegram open en las het. Toen hij de volgens
gewoonte verkeerd geschreven woorden raadde, verhelderde zijn 
gelaat. 
"Matjeff! mijn zuster Anna Arkadiewna komt morgen," zeide hij en 
hield de glimmende, vleezige hand van den barbier, die een 
rooskleurigen weg tusschen de krullende bakkebaarden baande, een 
oogenblik vast. 
"Goddank!" riep Matjeff uit en bewees daarmede, dat hij het belang 
van die overkomst even goed begreep als zijn heer, dat wil zeggen, dat 
Anna Arkadiewna, Stipan's lievelingszuster, zeer veel zou kunnen 
bijdragen tot de verzoening van man en vrouw. 
"Alleen of met mijnheer haar echtgenoot?" 
Stipan Arkadiewitsch kon niet antwoorden, daar de barbier juist met 
zijn bovenlip bezig was. 
Daarom stak hij een vinger in de hoogte. Matjeff knikte hem in den 
spiegel toe. 
"Alleen dus," sprak hij.--"Dan moet het boven zeker voor haar ingericht 
worden?" 
"Meld het aan Darja Alexandrowna en doe zooals zij beveelt." 
"Darja Alexandrowna?" herhaalde Matjeff, als twijfelde hij goed 
gehoord te hebben. 
"Ja, meld het. En daar, neem het telegram, geef het haar en kom mij 
mededeelen, wat zij er van zegt." 
"Dat is dus een verkenningsboodschap," overlegde Matjeff, doch 
overluid zeide hij slechts: "Zooals u beveelt." 
Stipan Arkadiewitsch was reeds bijna geheel gekleed, toen Matjeff 
langzaam met het telegram in de hand terugkeerde. De barbier was er 
niet meer. 
"Darja Alexdrowna beveelt mij u te melden, dat zij vertrekt en u het 
naar goedvinden kan laten inrichten," sprak hij en zag daarbij, het 
hoofd een weinig op zijde gebogen, de handen in de zakken en een voet 
achterwaarts, zijn heer aan. 
Stipan Arkadiewitsch zweeg. Plotseling blonk er een goedmoedig, 
maar pijnlijk lachje op zijn schoon gelaat. 
"Ach, Matjeff!" zeide hij en schudde het hoofd. 
"Alles zal nog wel terecht komen, mijnheer!" 
"Zou het?" 
"Ja, mijnheer."
"Geloof je waarlijk? Wie is daar?" vroeg hij, daar het ruischen van een 
vrouwenkleed aan de deur gehoord werd. 
"Ik ben het," antwoordde een vaste, aangename vrouwenstem, en het 
harde, door pokken geschonden gelaat van de kinderjuffrouw, Matrona 
Filimonowna verscheen in de deur. 
"Nu, wat is er aan de hand, Matrescha?" vroeg Stipan Arkadiewitsch. 
Niettegenstaande hij tegenover zijn vrouw zoo door en door schuldig 
was, wat hij zelf gevoelde, waren toch allen in huis op zijn hand, tot 
zelfs de kinderjuffrouw, de vertrouwde van Darja Alexandrowna. 
"Mijnheer, ga toch naar haar toe en biecht nog eens," zeide zij, 
"misschien, dat God u helpt. Zij lijdt al te veel. Het doet iemand pijn 
dat aan te moeten zien. En alles gaat in huis ten onderste boven. Gij 
moet aan de kinderen denken, mijnheer! Biecht nog eens, mijnheer? u 
kan niet anders doen. Wie den bal kaatst, moet hem ook.... 
"Zij wil mij immers in het geheel niet meer zien?" 
"Dan hebt gij ten minste het uwe gedaan. God is barmhartig, mijnheer! 
Wend u tot Hem!" 
"Nu goed, goed, ga maar heen!" zeide Stipan Arkadiewitsch plotseling 
blozend.--"Matjeff, help mij kleeden," en vastberaden trok hij zijn 
chambercloak uit. 
 
III. 
Nadat Stipan Arkadiewitsch gekleed was, besprenkelde hij zich met 
reukwater, trok de manchetten wat op de handen, vulde volgens 
gewoonte alle zakken met cigaretten, brieventasch, lucifersdoos, 
horloge met dubbelen ketting en breloques; sloeg den zakdoek uit de 
vouwen en daar hij nu zoo frisch, welriekend en opgeruimd was en zich 
ondanks zijn ongeluk lichamelijk gezond gevoelde, ging hij met lichten 
tred in de leeskamer, waar hem reeds de koffie, gerechtsacten, brieven 
en papieren wachtten. De brieven las hij het eerst. Een daarvan deed 
hem onaangenaam aan. Hij was van een makelaar, die het bosch op het 
landgoed zijner vrouw wenschte te koopen. Die verkoop was 
noodzakelijk, maar vóór de verzoening met zijn vrouw kon daar 
natuurlijk geen sprake van zijn. 
Die brief trof hem daarom zoo bizonder onaangenaam, omdat nu aan 
die verzoening met zijn vrouw een geldelijk belang verbonden werd, en 
de gedachte, dat dit belang hem zou kunnen leiden, dat hij enkel om
den verkoop van het bosch een verzoening met haar zou kunnen zoeken, 
die voorstelling beleedigde hem. 
Nadat de brieven gelezen waren, nam hij de gerechtsacten ter hand, 
doorbladerde vluchtig eenige aanklachten, maakte met een groot 
potlood kantteekeningen daarbij, schoof ze daarna ter zijde en begon 
koffie te drinken. Intusschen opende hij een morgenblad, dat nog 
vochtig was van de pers, en las het door. 
Stipan Arkadiewitsch was geabonneerd op een liberaal blad, niet 
zoozeer een radicaal, maar een van de richting der meerderheid. 
Ofschoon noch wetenschap, noch kunst, noch politiek hem bizonder 
belang inboezemde, hield hij zich toch aan de richting, die zijn courant 
en de meerderheid voorstonden en hij wijzigde zijn inzichten slechts 
dan, wanneer de meerderheid die wijzigde, of liever, hij wijzigde ze 
niet, maar zij wijzigden zich onmerkbaar in    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
