Anna Karenina | Page 3

Lev Nikolaevica Tolstoi
zich zelf onnoodigen last moest aandoen." 't Was
blijkbaar een van buiten geleerd lesje. Stipan Arkadiewitsch begreep,
dat Matjeff schertste en zijn opmerkzaamheid tot zich trekken wilde.
Hij scheurde het telegram open en las het. Toen hij de volgens

gewoonte verkeerd geschreven woorden raadde, verhelderde zijn
gelaat.
"Matjeff! mijn zuster Anna Arkadiewna komt morgen," zeide hij en
hield de glimmende, vleezige hand van den barbier, die een
rooskleurigen weg tusschen de krullende bakkebaarden baande, een
oogenblik vast.
"Goddank!" riep Matjeff uit en bewees daarmede, dat hij het belang
van die overkomst even goed begreep als zijn heer, dat wil zeggen, dat
Anna Arkadiewna, Stipan's lievelingszuster, zeer veel zou kunnen
bijdragen tot de verzoening van man en vrouw.
"Alleen of met mijnheer haar echtgenoot?"
Stipan Arkadiewitsch kon niet antwoorden, daar de barbier juist met
zijn bovenlip bezig was.
Daarom stak hij een vinger in de hoogte. Matjeff knikte hem in den
spiegel toe.
"Alleen dus," sprak hij.--"Dan moet het boven zeker voor haar ingericht
worden?"
"Meld het aan Darja Alexandrowna en doe zooals zij beveelt."
"Darja Alexandrowna?" herhaalde Matjeff, als twijfelde hij goed
gehoord te hebben.
"Ja, meld het. En daar, neem het telegram, geef het haar en kom mij
mededeelen, wat zij er van zegt."
"Dat is dus een verkenningsboodschap," overlegde Matjeff, doch
overluid zeide hij slechts: "Zooals u beveelt."
Stipan Arkadiewitsch was reeds bijna geheel gekleed, toen Matjeff
langzaam met het telegram in de hand terugkeerde. De barbier was er
niet meer.
"Darja Alexdrowna beveelt mij u te melden, dat zij vertrekt en u het
naar goedvinden kan laten inrichten," sprak hij en zag daarbij, het
hoofd een weinig op zijde gebogen, de handen in de zakken en een voet
achterwaarts, zijn heer aan.
Stipan Arkadiewitsch zweeg. Plotseling blonk er een goedmoedig,
maar pijnlijk lachje op zijn schoon gelaat.
"Ach, Matjeff!" zeide hij en schudde het hoofd.
"Alles zal nog wel terecht komen, mijnheer!"
"Zou het?"
"Ja, mijnheer."

"Geloof je waarlijk? Wie is daar?" vroeg hij, daar het ruischen van een
vrouwenkleed aan de deur gehoord werd.
"Ik ben het," antwoordde een vaste, aangename vrouwenstem, en het
harde, door pokken geschonden gelaat van de kinderjuffrouw, Matrona
Filimonowna verscheen in de deur.
"Nu, wat is er aan de hand, Matrescha?" vroeg Stipan Arkadiewitsch.
Niettegenstaande hij tegenover zijn vrouw zoo door en door schuldig
was, wat hij zelf gevoelde, waren toch allen in huis op zijn hand, tot
zelfs de kinderjuffrouw, de vertrouwde van Darja Alexandrowna.
"Mijnheer, ga toch naar haar toe en biecht nog eens," zeide zij,
"misschien, dat God u helpt. Zij lijdt al te veel. Het doet iemand pijn
dat aan te moeten zien. En alles gaat in huis ten onderste boven. Gij
moet aan de kinderen denken, mijnheer! Biecht nog eens, mijnheer? u
kan niet anders doen. Wie den bal kaatst, moet hem ook....
"Zij wil mij immers in het geheel niet meer zien?"
"Dan hebt gij ten minste het uwe gedaan. God is barmhartig, mijnheer!
Wend u tot Hem!"
"Nu goed, goed, ga maar heen!" zeide Stipan Arkadiewitsch plotseling
blozend.--"Matjeff, help mij kleeden," en vastberaden trok hij zijn
chambercloak uit.

III.
Nadat Stipan Arkadiewitsch gekleed was, besprenkelde hij zich met
reukwater, trok de manchetten wat op de handen, vulde volgens
gewoonte alle zakken met cigaretten, brieventasch, lucifersdoos,
horloge met dubbelen ketting en breloques; sloeg den zakdoek uit de
vouwen en daar hij nu zoo frisch, welriekend en opgeruimd was en zich
ondanks zijn ongeluk lichamelijk gezond gevoelde, ging hij met lichten
tred in de leeskamer, waar hem reeds de koffie, gerechtsacten, brieven
en papieren wachtten. De brieven las hij het eerst. Een daarvan deed
hem onaangenaam aan. Hij was van een makelaar, die het bosch op het
landgoed zijner vrouw wenschte te koopen. Die verkoop was
noodzakelijk, maar vóór de verzoening met zijn vrouw kon daar
natuurlijk geen sprake van zijn.
Die brief trof hem daarom zoo bizonder onaangenaam, omdat nu aan
die verzoening met zijn vrouw een geldelijk belang verbonden werd, en
de gedachte, dat dit belang hem zou kunnen leiden, dat hij enkel om

den verkoop van het bosch een verzoening met haar zou kunnen zoeken,
die voorstelling beleedigde hem.
Nadat de brieven gelezen waren, nam hij de gerechtsacten ter hand,
doorbladerde vluchtig eenige aanklachten, maakte met een groot
potlood kantteekeningen daarbij, schoof ze daarna ter zijde en begon
koffie te drinken. Intusschen opende hij een morgenblad, dat nog
vochtig was van de pers, en las het door.
Stipan Arkadiewitsch was geabonneerd op een liberaal blad, niet
zoozeer een radicaal, maar een van de richting der meerderheid.
Ofschoon noch wetenschap, noch kunst, noch politiek hem bizonder
belang inboezemde, hield hij zich toch aan de richting, die zijn courant
en de meerderheid voorstonden en hij wijzigde zijn inzichten slechts
dan, wanneer de meerderheid die wijzigde, of liever, hij wijzigde ze
niet, maar zij wijzigden zich onmerkbaar in
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 275
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.