beste fransche logement in New-York. 
Mijn doel op deze reis naar Amerika was, den ganschen weg van de 
nieuwe trans-continentale lijn door Canada af te leggen, een vluchtig 
uitstapje te doen naar de kust van Aljaska, dan de staten van het Westen 
te bezoeken, het Yellowstone-park te gaan zien en met de Northern 
Pacific terug te keeren. Ik wist, dat tegen den eersten Augustus de boot 
voor Aljaska uit Victoria vertrekt; we hadden nu 21 Juli, dus veel tijd 
had ik onderweg niet te verliezen. 
Toen ik dan ook Broadway nog eens had bezocht, die hoofdader van de 
stad, een ritje had gedaan met de eigenaardige luchtspoorwegen,--altijd 
voor 5 cents, juist als in den omnibus,--en bij 't ondergaan der zon, van 
de prachtige Brooklynbrug af, mijn oog had laten gaan over de 
reusachtige veerponten, de kolossale stoombooten en de tallooze 
vaartuigen van elken vorm, die zich in alle richtingen op de East, River 
bewegen, besloot ik reeds den volgenden morgen naar Canada te 
vertrekken. 
Ik had van New-York rechtstreeks per spoor naar Montreal kunnen 
gaan; twee concurreerende lijnen had ik zelfs tot mijnen dienst. Maar 
hoewel ik haast had, offerde ik een dag op, om een veel interessanter 
weg dan dien langs de spoorlijn te volgen, n.l. de route per stoomboot, 
eerst langs de Hudson en dan over het George- en het Champlainmeer.
Ik heb geen berouw over die keus gehad. 
De stoombooten op de Hudson zijn uitstekend ingericht voor het 
comfort en 't genoegen der talrijke reizigers, die dagelijks op de mooie 
rivier pleziervaarten en uitstapjes doen. Volgens amerikaansch gebruik 
is er een orkest aan boord. Die booten zijn ook aanbevelenswaardig om 
de snelheid van hunne vaart; ofschoon het stroomop gaat, worden de 
230 kilometers, die New-York van Albany scheiden, in negen uren 
afgelegd, het oponthoud er onder begrepen. Het is een feit, dat de 
Amerikanen vlug en handig zijn; 't ontladen der koffers en der 
passagiers, alles gaat even rustig en snel. 
Prachtig weer maakte, dat ik recht kon genieten van het landschap, dat 
wezenlijk zeer mooi is. Tegenover New-York is de stroom meer dan 
één kilometer breed; naarmate men verder komt neemt hij nog in 
breedte toe. Op den linkeroever passeert men eene rij van 
landingsplaatsen en een menigte sierlijke buitenverblijven. Het 
grondgebied der stad New-York beslaat langs de Hudson eene 
oppervlakte van 28 kilometers, waarvan meer dan de helft reeds 
bebouwd is. Verder op verheffen zich langs den rechteroever de 
Palissaden, eene rij loodrechte rotsen, welker hoogte geregeld opklimt 
van 60 tot 170 meter. 
Na die Palissaden wordt de Hudson veel breeder; voorbij kaap Croton 
breidt zij zich over een groote oppervlakte uit en vormt als 't ware eene 
ruime baai, om dan weer kronkelend haren weg te vervolgen tusschen 
hooge, met wouden bedekte bergen. Dit geheele gedeelte der rivier is 
bijzonder schilderachtig; men vindt daar ook, halverwege op een 
plateau bekoorlijk gelegen, de militaire school van West-Point. 
Hooger stroomop, altijd aan den rechteroever, volgt dan Newburg, een 
mooie stad met 20000 inwoners, en nog iets verder boven 
Poughkeepsie, ook een belangrijke stad, weer een groote ijzeren brug, 
die de Hudson overspant. 
Om zes uur komen we te Albany aan. De boot zet ons bij het 
spoorwegstation af; de wagons wachten ons op tien pas afstands van de 
kade en terstond vertrekt de trein. 
Het spijt mij, dat ik Albany niet heb kunnen bezoeken; 't is de 
hoofdstad van den staat New-York, eene stad met 100000 inwoners en 
met vele merkwaardige gebouwen. 
Saratoga, dat ik tegen het vallen van den avond bereik, is een groot
dorp, een soort van luxe-plaatsje, beroemd om zijne minerale bronnen 
en in den zomer druk bezocht door de amerikaansche beau monde. Ik 
heb nog even den tijd gehad voor een vluchtig bezoek aan 
Congress-Park met zijne statige olmen, en voor een wandeling door de 
hoofdstraat met de meeste hôtels en de deftigste woningen van 
particulieren. Den volgenden dag was het prachtig weer. In anderhalf 
uur bracht de spoorweg mij bij het zuidelijk uiteinde van het 
George-meer, te Caldwell, van waar de stoomboot direct na aankomst 
van den trein vertrekt. Daar dichtbij staat een reuzengroot hôtel, zooals 
men er alleen in Amerika vindt, gebouwd op de plaats van een oud 
fransch fort, waarvan nog enkele ruïnen over zijn. 
Deze streek bekleedt eene belangrijke plaats in de geschiedenis van 
Amerika gedurende de laatste eeuw. Van 1755 tot 1759 zijn de 
romantische oevers van het George-meer herhaaldelijk het tooneel 
geweest van bloedige gevechten tusschen Franschen en Engelschen. 
Men mag het nog wel eens in herinnering brengen, dat het 
George-meer en het Champlainmeer beide het eerst door Franschen zijn 
bezocht. 
Nu zijn een menigte kleine villa'tjes verspreid langs hunne woudrijke 
oevers. Vluchtend voor de hitte der maand Augustus, die in New-York 
dikwijls ondragelijk is, houden de burgers en vooral de burgeressen der 
groote stad er van, om    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
