door de omstandigheden begunstigd. Het is
altijd prachtig weêr, en gedurende de vier dagen, die we in de Rosszee 
doorbrengen, zijn er bijna geen ijsbergen, enkel wat kleinere brokken. 
Den 11den Januari tegen den namiddag wijst een witachtige helderheid 
in het Zuiden ons aan, dat we dichtbij ons doel zijn, en om half twee 
verschijnt eindelijk de Groote Barrière. Na zich langzaam boven de zee 
te hebben opgeheven, doet ze zich in al haar majesteit voor. Het is 
moeilijk, den eersten indruk te beschrijven, die door den machtigen 
ijsmuur wordt teweeggebracht. In ieder geval laat het zich gemakkelijk 
begrijpen, dat met zijn hoogte van 30 tot 35 meter die muur zeventig 
jaar geleden nog beschouwd werd als een onoverkomelijke slagboom. 
In dien muur opent zich een deur naar het onbekende, de Walvischbaai, 
zoowat honderd mijlen oostelijker gelegen dan het punt, waar wij ons 
nu bevinden. Dus wordt daarheen de steven gewend, en vier-en-twintig 
uren lang varen we langs de Barrière, den kolossalen muur van ijs 
bewonderend, die een der vreemdste dingen is, die men op aarde kan 
aanschouwen. Niet zonder vrees naderen we de baai, het doel van onze 
heele vaart. Zullen we er open water vinden of zal er afsluiting zijn 
door ijs? Zullen we gemakkelijk kunnen landen? 
De eene landpunt na de andere gaat ons voorbij; maar altijd weer 
dezelfde witte muur. Eindelijk op den middag van den 12den Januari 
buigt de rots naar binnen op 164 graden W.L., juist op de plaats, door 
onze voorgangers aangegeven. Vóór ons breidt zich een wijde baai uit, 
zoo lang, dat we het einde niet kunnen zien. Voor het oogenblik kunnen 
we er niet aan denken, binnen te varen. De baai is gevuld met groote 
brokken ijs, resten van een hoop pakijs, die versplinterd is. We gaan 
daarop een weinig meer oostelijk, om de gebeurtenissen af te wachten. 
Den volgenden morgen keeren we naar den ingang van onze baai terug. 
Een paar uren later beginnen de schotsen te bewegen, en weldra glijden 
ze de eene na de andere naar de open zee. Spoedig is de passage vrij. 
Eenmaal in de baai, zien we, dat men overal zal kunnen landen. Het 
komt er maar op aan, het beste punt te kiezen. 
Om kort te gaan, den 14den Januari 1911, dat is één dag vroeger, dan ik 
had voorzien, hebben wij het eerste deel van ons programma afgewerkt. 
Het is ons gelukt, den heelen troep in goeden staat naar het terrein van
onze werkzaamheid te transporteeren. En nog meer, er zijn onderweg 
meer bijgekomen. Negentien geboorten hebben het aantal honden op 
116 gebracht. Bijna allen zijn gezond en zullen kunnen worden 
gebruikt voor onze groote onderneming, die binnen twee maanden zal 
kunnen beginnen. 
Voor het oogenblik hebben we te zoeken naar een geschikte plek voor 
de oprichting van het winterstation op de Groote Barrière. Mijn 
bedoeling was eerst geweest, mij te vestigen op een vrij grooten afstand 
van de zee, zoodat als de gletscher begon te "kalven", wij geen gevaar 
zouden loopen, ons op een drijvend eiland te bevinden en door den 
oceaan te worden her en der gevoerd naar het believen van wind en 
stroom. Om tegen iets dergelijks beveiligd te wezen, wil ik onze 
kwartieren opslaan ongeveer 18 kilometer van het laagste uiteinde van 
de Groote Barrière. Maar zoodra we in de Walvischbaai zijn, zie ik, dat 
we niet zoover zullen behoeven te gaan. Rondom de ankerplaats is de 
gletscher zeer afwisselend in hoogte. 
Vlug wordt de Fram vastgelegd aan een ijsveld, dat zich over een 
afstand van twee kilometer vóór den rand van den gletscher uitstrekt, 
en niet minder haastig worden de toebereidselen gemaakt voor de 
voorloopige verkenning, die ons zal moeten zeggen, waar ons 
hoofdkwartier zal zijn, van waar we naar het Uiterste Zuiden zullen 
vertrekken. Al lang zijn reeds de dingen daarvoor in orde gebracht. Na 
een korten maaltijd vertrekken we om vier uur 's middags. Een 
beslissend oogenblik! Van de resultaten van deze eerste onderneming 
hangt voor een goed deel de toekomst der expeditie af. 
Heerlijk weêr; geen zuchtje wind, een schitterende zon, die echt warm 
is aan een helderen hemel, die bleekblauw is en gestreept met lichte 
vederwolkjes. Te midden van die zachte omgeving honderden 
zeehonden op de ijsvelden, wat een geluk is, want met zoo geregeld 
versch vleesch zullen we zeker onze honden gezond houden. Een half 
uur, nadat we het schip hebben verlaten, staan we aan den voet van die 
beroemde Groote Barrière, die door de legende met een aureool is 
omgeven. Van Sir James Ross af, die haar ontdekte in 1841, hebben 
alle ontdekkingsreizigers er slechts met eerbied, gemengd met vrees,
over gesproken als over een vreemd en dreigend ding. Aangestoken 
door de besmetting van al die schrifturen, dacht ik reeds lang met angst 
aan de verrassingen, die deze buitengewone gletscher ons kon brengen. 
Hoe zullen    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.