bevolking van de Borinage behouden wil, doet beter, het vertrek van zulk een trein vol terugkeerende kermisgangers niet bij te wonen.
Afgescheiden van het Sinte-Barbarafeest hebben de dorpen in de Borinage nog allen hunne eigene kermissen, die op verschillende dagen vallen, en met eigenaardige gebruiken gepaard gaan. Zoo is het bijvoorbeeld de gewoonte om aanstonds na afloop eener kermis, van huis tot huis rond te gaan om giften in te zamelen voor het vieren der volgende. De jongelieden, aan wie deze taak is opgedragen, voeren den titel van kapiteins: deze betrekking is een soort van eerepost, waaraan zekere voordeelen verbonden zijn en die bij opbod wordt uitbesteed. De liefhebbers bieden tot honderd, tweehonderd, soms wel driehonderd potten bier, naar gelang van de belangrijkheid van het dorp. Met de opbrengst der kollekte organiseert men bals en bekostigt men vuurwerken en illuminatie: het overschietende komt ten bate van de aannemers.
Zoolang de kermis duurt wandelen deze kapiteins zeer deftig door het dorp, bekleed met de teekenen hunner waardigheid, namelijk: een steek met pluimen en een rotting; zij zijn naar behooren in het zwart met witte das en zien er uit als kellners of ceremoniemeesters. Indrukwekkend vooral is de plechtigheid, waarmede zij het bal openen: nauwelijks laat de muziek de eerste tonen hooren, of zij beginnen langzaam, met gebogen armen, in het rond te draaien, met al de majesteit en de deftige sentimentaliteit van ouderwetsche hovelingen, die een menuet of eene sarabande gaan dansen. Met half gesloten oogen schijnen zij de ongeduldigen en driftigen in bedwang te houden, die gevaar zouden loopen de eischen der welvoegelijkheid uit het oog te verliezen; maar deze vertooning is niet meer dan het verplichte voorspel. Weldra treden kleine meisjes van zes tot acht jaren, mooi gekleed en met linten en strikken versierd, in den kring; de kapiteins voeren de blozende kinderen, wier kleine voetjes onregelmatig trippelen op de maat der muziek, ten dans en walsen met haar ten aanschouwe van de verrukte moeders, die voor haar dochtertjes tegen klinkende munt het voorrecht gekocht hebben om door de kapiteins als "dames de danse" te worden genoodigd.
Een wonderlijke vertooning sluit de reeks van al deze feesten. Is er onder de kapiteins een gehuwde, dan rust op hem de verplichting om de aanbestedingen te houden voor het kapiteinschap van het volgend jaar; maar eerst moet hij zich leenen tot een grap, die zeer krenkend is voor zijne waardigheid als echtgenoot, en vermoedelijk haar oorsprong dankt aan het avontuur van een of anderen Sganarelle, dat in de gedachtenis is blijven voortleven. Men bindt den jongen man, na zijn gelaat met roet besmeerd te hebben, op een ezel, en voert hem zoo, onder het gejuich en gelach der schare, door het dorp.
Wie de Borinage als het ware met een enkelen blik overzien wil, die moet te Bergen plaats nemen in den trein naar Quiévrain, welke het geheele kolendistrict doorsnijdt. Binnen een paar uren is men in deze hel ver genoeg doorgedrongen, om er op het gelaat en de handen en op de kleederen de teekenen, den smet en den stank van mede te brengen, als hadde men een tocht ondernomen naar de fornuizen van Be?lzebub. Verdoofd door het onophoudelijk geratel van den telkens hernieuwden donder, die het gansche land doet gelijken op een reuzenaambeeld, dreunend onder de mokerslagen van honderdduizend hamers; verblind door de vuurtongen en de rookwolken, die omdwarrelen door den verstikkenden, benauwenden dampkring; verbijsterd door het schouwspel van al die ijzeren gedrochten, als met ontembare woede ronddraaiende, stampende, op en neer gaande, slaande en snuivende, onder een zwarten met kolendamp en roet bezwangerden hemel, te midden van een landschap, dat u aan een der kringen van Dante's Inferno doet denken:--zult ge van dezen tocht een indruk medebrengen, die u nimmer uit de herinnering zal wijken.
De vuurspuwende salamander, die u, langs zijn tweelingslijn, in vliegende vaart voortsleurt door dit zwart geblakerde landschap, dwars door de vlammen en den smook van dezen gloeienden en toch donkeren dampkring, past volkomen bij het karakter van dit oord der verschrikking. Terwijl hij in vollen ren voortsnelt, rolt de doffe donder zijner snelle raderen verder en verder, zich voortplantende door de uitgeholde en trillende aardkorst. De gansche streek is op schrikwekkende wijze ondermijnd en doorboord, als waren hier tallooze legioenen van paalwormen aan het werk geweest; zij gelijkt op een koraalrif, in alle richtingen doorkruist door een onnoemelijk aantal gangen en galerijen. Elk oogenblik snort de trein door gebarsten tunnels, over waggelende bruggen, die zich als door een wonder staande houden op dien golvenden grond, zoo onvast als eene onstuimige zee; bezweken zij, dan zou zich onder den vliegenden trein een afgrond openen, waarin wagens en reizigers reddeloos zouden verdwijnen.
Met eene onbegrijpelijke zorgeloosheid leeft de Borain op dien uitgestrekten, sluimerenden krater, die elk oogenblik, door eene grondverplaatsing beneden, door een of anderen krachtigen schok, natrillende onder de ondermijnde

Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.