Verhaal van het vergaan van het jacht de 
Sperwer 
 
The Project Gutenberg EBook of Verhaal van het vergaan van het jacht de 
Sperwer, by Hendrik Hamel This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and 
with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under 
the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at 
www.gutenberg.net 
Title: Verhaal van het vergaan van het jacht de Sperwer En van het wedervaren der 
schipbreukelingen op het eiland Quelpaert en het vasteland van Korea (1653-1666) met 
eene beschrijving van dat rijk 
Author: Hendrik Hamel 
Release Date: March 5, 2004 [EBook #11467] 
Language: Dutch 
Character set encoding: ISO-8859-1 
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VERHALL VAN HET 
VERGAAN *** 
 
Produced by Jeroen Hellingman and the Distributed Proofreaders Team 
 
VERHAAL 
VAN HET VERGAAN VAN HET JACHT 
DE SPERWER 
EN VAN HET WEDERVAREN DER SCHIPBREUKELINGEN OP HET EILAND 
QUELPAERT EN HET VASTELAND VAN KOREA (1653-1666) MET EENE 
BESCHRIJVING VAN DAT RIJK 
DOOR 
HENDRIK HAMEL 
UITGEGEVEN DOOR B. HOETINK 
 
'S-GRAVENHAGE 
1920 
 
INHOUD. 
VOORBERICHT Gebruikte afkortingen INLEIDING JOURNAAL BIJLAGEN:
I. Berichten over de gevluchte schipbreukelingen II. Berichten over de in vrijheid 
gestelde schipbreukelingen III. Gegevens betreffende schepen: 
A. Het jacht de Sperwer B. Het jacht Ouwerkerk C. Het quelpaert de Brack D. Het schip 
de Hond 
IV. Aanteeckeninge ofte memorie vande gelegentheijt van Corea V. Personalia: 
A. Nicolaas Verburg B. Cornelis Caesar C. Iquan D. Martinus Martini 
VI. Berichten over de komeet Ao 1664-65 
BIBLIOGRAPHIE GERAADPLEEGDE LITERATUUR BLADWIJZER 
PLATEN: 
Facsimile van de eerste bladzijde van het HS Facsimile van een gedeelte van het HS 
Kaart van de tochten van Hamel 
 
VOORBERICHT. 
Talrijk zullen de Nederlanders niet zijn die weten dat een opvarende van een schip van de 
Oost-Indische Compagnie de eerste Europeaan is geweest die uitvoerige berichten heeft 
gegeven over Korea. Het door Hendrik Hamel van Gorkum, boekhouder van het jacht de 
Sperwer, opgestelde relaas van hetgeen hij en zijne kameraden, na schipbreuk te hebben 
geleden op een eiland van Korea, gedurende hun verblijf van 1653-1666 in dat land 
hebben ondervonden en waargenomen, heeft bij landgenoot en vreemdeling een gunstig 
onthaal gevonden en bleef ruim twee eeuwen lang het eenige werkje waarin eene op 
eigen aanschouwing en ondervinding gegronde beschrijving voorkwam van dit 
geheimzinnige rijk en zijne bewoners. 
Toen Korea in 1876 voor vreemdelingen toegankelijk was geworden, kregen nieuwe 
bezoekers den indruk dat Hamel een betrouwbaar verteller was geweest en eenvoudigweg 
had neergeschreven wat hij en zijne lotgenooten hadden medegemaakt en opgemerkt. 
Voor de Linschoten-Vereeniging bestond alzoo reden om door het uitgeven van Hamel's 
"Journaal" de aandacht op het werk van dezen landgenoot te vestigen. De verzorging van 
een nieuwen druk droeg zij daarom op aan een harer bestuursleden, die evenwel kwam te 
overlijden eer hij tot de uitvoering van die taak was overgegaan. Nu wilde het toeval, dat 
ik mij had bezig gehouden met nasporingen aangaande de aanrakingen van de 
Oost-Indische Compagnie met Korea, zoodat het mij weldra mogelijk was eene 
bewerking van Hamel's Journaal, waarbij gebruik is gemaakt van gegevens welke diens 
verhaal aanvullen en bevestigen, ter beschikking van de Linschoten-Vereeniging te 
stellen. Waarom de voorkeur is gegeven aan een tot nog toe onbekenden tekst, zal uit de 
"Inleiding" duidelijk worden; de overneming van de blijkbaar oorspronkelijke 
houtsneden uit eene in 1668 verschenen uitgaaf van het Journaal zal, naar het voorkomt, 
instemming vinden. 
Bij den lezer dezer bewerking zal misschien de bedenking opkomen, dat de lijst te breed 
is uitgevallen voor de schilderij door Hamel nagelaten, dat te veel aandacht is gewijd aan 
bijzonderheden welke niets leeren aangaande de lotgevallen van hem en zijne kameraden, 
noch omtrent Korea. Wie echter toegeeft dat die bijzonderheden op zich zelf 
wetenswaard mogen worden genoemd--gelijk mij toescheen--zal er vrede mede kunnen 
hebben dat daaraan in noten en bijlagen eene plaats is gegeven op grond van de uitspraak: 
"Men mag in werken als die van de Linschoten-Vereeniging wel een weinig buiten de 
orde treden." 
Behalve zij, wier mededeelingen uitdrukkelijk zijn vermeld, hebben drie leden van het
Bestuur der Linschoten-Vereeniging aanspraak op mijne erkentelijkheid: de Heer S.P. 
l'Honoré Naber gaf blijk van zijne belangstelling door zijne zaakrijke voorlichting; Dr. 
C.P. Burger Jr. had de welwillendheid de samenstelling van de "Bibliographie" voor zijne 
rekening te nemen en de Secretaris, de Heer W. Nijhoff, heeft de verschijning van dit 
werkje met zorgzame hand geleid. Gaarne zeg ik mede dank aan den Heer W.C. Muller, 
Adjunct-Secretaris van het Koninklijk Instituut voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van 
Ned.-Indië, wiens kunde en hulpvaardigheid mij van groot nut zijn geweest. 
Moge deze uitgaaf van Hamel's "Journaal" er toe leiden dat het aandeel van Nederlanders 
in de "ontdekking" van Korea, opnieuw bekend wordt en belangstelling vindt. 
Den Haag, 1920. B.H. 
 
GEBRUIKTE AFKORTINGEN. 
Dagr. Bat. Dagh-Register gehouden int Casteel    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
