met haar matte gelaatskleur, het donkere haar, 
waarin vurige anjelieren gloeien of zilveren jasmijn blinkt, en wier 
slanke gestalte zich drapeert in de bevallige plooien van geborduurde 
krippen omhulsels, de mannen met hun vurigen oogopslag, en de 
halfnaakte kinderen, welgevormd, als jeugdige godengestalten. Geen 
enkel tragisch voorval of heldhaftige daad in Spanje's geschiedenis, of 
Sevilla was erin betrokken. 
Bij elken stap rijzen beelden uit het verleden voor ons op; kalifen, 
overwinnaars, helden, heiligen, machtige vorsten, schilders, 
beeldhouwers, pottebakkers, schrijvers, toonkunstenaars, vormen een 
glorierijken optocht, en al deze mannen droegen bij tot het 
vermeerderen van den roem der heerlijke stad. Een figuur in deze
groote schaar treedt vooral op den voorgrond, de heilige Ferdinand, die 
de stad in 1248 aan de Mooren ontrukte, en voor wiens nagedachtenis 
Sevilla de diepste vereering is blijven koesteren. Naar den heiligen 
Ferdinand is het schoonste harer pleinen genoemd, dat zich, met 
palmen beplant, uitstrekt vóór het Ayuntamiento, een zeer fraai 
stadhuis, in renaissance-stijl gebouwd, en de geest van den heiligen 
Ferdinand schijnt nog in de kathedraal te zweven, waar zijn stoffelijk 
overschot rust. Zoodra de castiliaansche vorst de stad had veroverd, 
wijdde hij aan den dienst van den God, dien hij vereerde, de gebouwen, 
waarin de Mohammedanen hun godsdienstplechtigheden vierden. 
De oude moskee Djouma werd het eerst vernietigd. Zij was in 1171 
opnieuw herbouwd door den emir Yusuf ben Jacob, en voltooid door 
zijn zoon Jacob ben Yusuf al Mansour, te gelijkertijd met de Giralda. 
Van het oorspronkelijke bouwwerk is alleen deze beroemde toren, de 
minaret der moskee, overgebleven, verder de deur der Vergiffenis, 
waarboven een bas-relief prijkt van Miguel Fiorentino, de kapel van de 
Granaat, en het klooster van Lagarto, zoo genoemd naar een krokodil, 
die er aan het gewelf is opgehangen. Waaraan dit dier, welks 
gehuichelde droefheid spreekwoordelijk is, de eer heeft te danken, de 
geloovigen en bezoekers bij hun binnentreden in het gebouw te mogen 
begroeten? Ondanks zijn leelijkheid is het monster niet meer of minder 
dan een huwelijksgeschenk geweest, waaromtrent Zuniga in zijn 
kroniek nadere bijzonderheden vermeldt. 
In 1260, vertelt hij, onder de regeering van Alonzo X, vierde Sevilla 
feest. Er werd een gezantschap verwacht van den Sultan van Egypte, 't 
welk de opdracht had, voor den oudsten zoon van dien vorst de hand te 
vragen van Dona Berengaria, de dochter van den christelijken koning. 
Onder de vele kostbare geschenken, uit het Nijldal medegebracht, was 
in de eerste plaats een prachtige krokodil, zooals men nog nooit in 
Spanje had aanschouwd. Zuniga vermeldt niet, welken indruk deze 
bevallige boodschapper maakte op het hart der jeugdige prinses, en 
evenmin wat de uitslag der zending is geweest, maar wel zegt hij, dat 
de krokodil na zijn dood werd opgezet, en onder het kloostergewelf 
opgehangen, om de herinnering aan deze merkwaardige gebeurtenis bij 
het volk levendig te houden. Ondanks zijn taaie huid kon het dier den
tand des tijds niet weerstaan. Daarop werd uit een boomstam een 
houten krokodil gesneden, naar het model van zijn voorganger, en in 
diens plaats in de kerk opgehangen. Zoo begon hij langzamerhand een 
gewichtige plaats te bekleeden in het klooster, en in een rekening van 
de kathedraal uit het jaar 1465 wordt een som genoemd, betaald aan 
Juan Sanchez voor het schilderen van de krokodil, en van de muren van 
het schip der kerk. Hoewel men de kathedraal van Sevilla binnentreedt 
door de kapel van de Granaat, en zoodoende geen voldoende overzicht 
krijgt van het grootsche oorspronkelijke plan, wordt men toch getroffen 
door de ontzaglijke hoogte der bogen en het indrukwekkende gewelf. In 
het klooster van Lagarto scheen de mensch nog zijn normale 
verhoudingen te bewaren, maar hier is het, alsof hij inkrimpt, naast de 
zware basis van zuilen, wier voetstuk tot ver boven zijn hoofd reikt. Als 
een nietig wezen staat hij te midden van dit reusachtig werk van 
menschenhanden, als verloren in de ontzaglijke ruimte, waarin behalve 
op zon- en feestdagen ongestoorde doodsche stilte heerscht. Het flauwe 
licht, dat binnendringt door de overigens zeer talrijke vensteropeningen, 
draagt er nog toe bij, de geheimzinnigheid te verhoogen van dit 
kerkgebouw, dat tegelijkertijd spreekt tot ziel en zinnen, verbeelding en 
hart. Somtijds wekt de doffe klank van het openen en sluiten eener deur, 
of de voorzichtige tred van een bewaker of koorknaap een galmende 
echo, en daarna heerscht opnieuw dat plechtig en ernstig zwijgen. Het 
schijnt bijna onmogelijk, dat buiten de lucht blauw is, de zon schijnt, 
menschen elkander beminnen, dat kinderen lachen en spelen, en 
bloemen en vruchten hun heerlijke geuren opzenden en kleuren ten 
toon spreiden. 
De kathedraal van Sevilla werd in den gothischen stijl gebouwd, die 
strenger en eenvoudiger is dan de fransche gothiek uit dat tijdperk, en 
waarin Juan Guas, Juan Colonia en Alfonso Rodrigues uitmuntten, toen 
zij de kerken bouwden van San Juan de los Reyes in Toledo, de Cartuja 
de Miraflores te Burgos, en de universiteit    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
