auto door den Kaukasus naar 
Perzië, by Claude Anet 
 
Project Gutenberg's Per auto door den Kaukasus naar Perzië, by Claude 
Anet This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with 
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or 
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included 
with this eBook or online at www.gutenberg.org 
Title: Per auto door den Kaukasus naar Perzië De Aarde en haar 
Volken, 1907 
Author: Claude Anet 
Release Date: November 4, 2006 [EBook #19712] 
Language: Dutch 
Character set encoding: ISO-8859-1 
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK PER AUTO 
DOOR DEN KAUKASUS *** 
 
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed 
Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ 
 
Per auto door den Kaukasus naar Perzië. 
Naar het Fransch van Claude Anet.
Reizen, wat is het heerlijk, wat is het schoon! Men hecht eerst recht 
waarde aan de dingen des levens, als men op het punt is, ze te verliezen. 
Zou dat het geheim van de bekoring van het reizen wezen? In snelle 
opeenvolging ontdekt men telkens nieuwe landschappen, maakt kennis 
met oude en jonge steden, betreedt tempels en paleizen en vindt 
eenzaamheid en stilte, waar eens drukte van leven heerschte en men 
voelt, dat het alles u ontsnapt op het oogenblik van het eerste 
aanschouwen. 
Wij zijn gereisd naar Midden-Perzië en hebben de rozen van Ispahan 
geplukt. We zijn niet de gewone wegen gegaan, want in plaats van met 
den trein naar Bakoe te stoomen, besloten we een deel van het traject 
en wel een zoo groot mogelijk deel per automobiel af te leggen. Zoo 
zijn we dan ook met onze machines in Bessarabië geweest, een land, 
dat nog lang terra incognita voor auto's blijven zal. De Krim hebben wij 
bezocht, en in den Kaukasus hebben regen en sneeuw ons opgehouden. 
Toen we eenige uitstapjes hadden gedaan rondom Batoem en Koetaïs, 
hebben wij den trein genomen en de auto's deden hetzelfde. In Perzië 
heeft één van ons geprobeerd, over de bergen bij Tabris het hooge 
plateau van Iran te bereiken, terwijl wij anderen in de automobielen de 
tweede heilige stad van het rijk der Shahs, Koem, bezochten. En toen 
we daar waren in de zesde week van onze reis, nadat we groote 
moeilijkheden hadden overwonnen, gevoelden we ons wel ver van 
Parijs en de onzen; maar we hebben te Ispahan een onvergetelijke week 
doorleefd. 
Wij hadden twee jonge vrouwen meegenomen, of eigenlijk hadden zij 
ons meegevoerd, zoo groot en levendig waren haar enthousiasme, haar 
vroolijkheid, haar moed, haar wensch om het doel te bereiken. Zij 
waren gewend aan weelde en niets doen, aan comfort van allerlei aard; 
maar ze hebben met ons meegemaakt de nachten zonder slaap, gedeeld 
de onvoldoende maaltijden, de slechte, vuile herbergen, de koude van 
den vroegen morgen, den ijzigen wind der bergen en de hitte, die des 
middags uit de woestijn opstijgt.... Zij zijn te Ispahan geweest, en allen 
zijn we teruggekeerd.
Hoe konden zeven menschen van gezonde zinnen op het denkbeeld 
komen, per auto naar Perzië te gaan? 
De wensch om met zijn auto eens een anderen weg te rijden dan van 
Toulon naar Nice, deed een mijner vrienden, prins Emanuel Bibesco, 
een reis ondernemen langs de Corniche van de Krim. Hij ging er eerst 
heen, zonder van huis te gaan, namelijk door in zijn Baedeker te lezen 
en kaarten te bekijken. Baedeker leerde hem o.a., dat er een 
stoombootdienst bestaat van Sebastopol naar Batoem in den Kaukasus. 
Op dien tijd, het was in Januari 1905, sprak hij er mij over. 
Men zou al heel weinig van aardrijkskunde moeten weten, om niet te 
hebben gehoord, dat de Kaukasus een land van prachtige bergen is, en 
dat de Russen er wegen hebben aangelegd. Zoo bereisden wij dan den 
Kaukasus, altijd op dezelfde luie manier, reden door dalen en over 
passen, om in steden uit te rusten. We kwamen op de kaart te Bakoe 
aan de Kaspische Zee. Die hield ons tegen. 
Toen kwam Emanuel Bibesco weer bij mij. 
"Weet je, waar Resjt ligt?" vroeg hij. 
"Resjt in Perzië?" 
"Resjt in Perzië!" 
"Niet heel ver van de Kaspische Zee, ten zuiden." 
"Weet je nog wel, dat wij al te Bakoe zijn geweest?" 
"Ik zie nog de kozakken in de straten." 
"Er gaan tweemaal 's weeks stoombooten van Bakoe naar Enzeli, de 
haven van Resjt...." 
Mijn hart begon onrustig te kloppen. 
"En van Resjt naar Teheran," ging hij voort, "hebben de Russen een 
uitmuntenden weg aangelegd van 325 kilometer, waar de
automobielen..." 
"Zeg maar niets meer. Wanneer gaan we?" 
We hebben drie maanden aan de voorbereiding besteed. 
* * * * * 
Er kwamen slechte berichten uit Rusland, zeer slechte berichten, maar 
niets hield ons terug. In de eerste dagen van April waren wij allen te 
Boekarest. Daar zal ik u voorstellen ons gezelschap, prins Georges    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
