A free download from http://www.dertz.in       
 
 
Over literatuur 
 
The Project Gutenberg EBook of Over literatuur, by M.H. Van Campen 
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with 
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or 
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included 
with this eBook or online at www.gutenberg.net 
Title: Over literatuur Critisch en didactisch 
Author: M.H. Van Campen 
Release Date: November 20, 2005 [EBook #17077] 
Language: Dutch 
Character set encoding: ISO-8859-1 
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK OVER 
LITERATUUR *** 
 
Produced by Marc D'Hooghe 
 
OVER LITERATUUR 
CRITISCH EN DIDACTISCH
door 
M. H. VAN CAMPEN 
* * * * * 
I CRITISCH 
* * * * * 
BRIEVEN OVER LITERATUUR [p.7] 
I. 
Sogar nun aber unter der kleinen Anzahl von Schriftstellern, die 
wirklich, ernstlich und zum voraus denken, sind wieder nur äusserst 
wenige, welche über die Dinge selbst denken: die übrigen denken bloss 
über _Bücher_, über das von Andern Gesagte. Sie bedürfen nämlich, 
um zu denken, der nähern und stärkern Anregung durch fremde, 
gegebene Gedanken.... Jene ersteren hingegen werden durch die Dinge 
selbst zum Denken angeregt.... Unter ihnen allein sind Die zu finden, 
welche bleiben und unsterblich werden. 
Schopenhauer. 
Gelijk alle menschen, die meenen behept te zijn met neiging tot 
zelfmoord (de heer Cornelis Veth had op te nadrukkelijke wijze haar 
aanwezigheid in mij aangetoond, dan dat ik hem niet zou geloofd 
hebben!) heb ik geruimen tijd met die allerluguberste idée, welke een 
mensch kan hebben, rondgeloopen, ja, zat ik zelfs een pooze--ik 
vermoed in Werther-houdingen--met dezen Schopenhauer'schen dolk te 
spelen, vóór ik hem mij in 't lichaam stootte. Maar nu het gebeurd is en 
ik niet dood ben--er zijn geen taaier wezens dan hollandsche 
literatoren--voel ik een ontspanning ingetreden, en onder het rustigjes 
verscheuren mijner gewaand-laatste beschikkingen, waaronder 
belangrijke literaire onthullingen, 'n chronique ... litéraire--haha, dat 
gaat alweer uw neus voorbij, m'n waarde lezer!--ben ik toch wel een 
beetje aan de juistheid van des heeren Veth's [p.8] observaties gaan
twijfelen. Als het eens, overwoog ik, niet anders dan de verfijnde 
wreedheid ware, bij een décadent lettré èn l'art-pour-l'art-man toch van 
rechtswege behoorend, welke--afschuwelijk tegendeel van den edelen 
moed der groote wetenschapshelden, die met twijfelachtige 
geneesmiddelen op eigen lichaam experimenteeren!--mij ertoe gebracht 
had, de scherpte van dit wapen op mij-zelf te beproeven, vóór er mijne 
slachtoffers mee te kerven?... Maar ik griezelde van zooveel sadistische 
perversiteit en --bekeek mij eens in den spiegel. Nee, glimlachte ik met 
een oprechte zucht van verlichting, dat kan niet waar zijn, bij zóó'n 
gezicht!.... Maar wàt was het dan?... En ik ... Doch de lezer gelieve hier 
wel te verstaan, dat ik niet uit louter zelfoverschatting mij hier te 
analyseeren zit, integendeel: een algemeen belang van de 
allergewichtigste soort, dat der toekomstige geslachten van literatoren, 
noopt mij ertoe, want: indien Schopenhauer gelijk heeft--en ik twijfel 
daaraan niet!--dan rust op ons allen, letterkundigen van dezen tijd, de 
dure plicht, teneinde het meerendeel onzer literaire naneven voor 
verhongeren te behoeden, zooveel mogelijk te schrijven, te schrijven, te 
schrijven en, voor zoover we 't niet anderen doen, ons zelf te 
bepiekeren--want òns geschrijf over boeken, dat is een tè mágere 
erfenis ... dat zou worden een aftreksel van het aftreksel van thee!...--en 
de resultaten daarvan te boekstaven, vóóral! Eéne behoorlijk 
uitgeplozen en gepubliceerde zelfmoord-neiging van mij wordt 
zoodoende voor mijn letterkundig kleinkind in het jaar 2000 een 
malsche beafstick; wellicht, o zalige gedachte, met een half fleschje 
wijn erbij en een Bockje na. Terwijl de gróóte schrijvers van dezen tijd, 
o, dàt ìs niet te zeggen ... voorzeker zullen zij eens in het heerlijke 
bewustzijn kunnen sterven, dat aan hun "eêlste deel" zich gedurende 
onafzienbare jaren meer duizenden "artiesten" zullen zat eten dan 
tientallen kannibalische bourgeois het hadden gedaan, wanneer zij 
waren geslacht--'t geen in de jaren '80-'90 menigeen, dunkt mij, graag 
hadde gewild--en pondsgewijze waren verkocht. En dus.... ga ik 
getroost [p.9] verder: Ik vroeg me zelf af, zou het ook een soort 
amok-makerige baloorigheid kunnen zijn? En werkelijk, tenzij de 
scherpzinnige lezer, na lezing van dit opstel, een betere oplossing 
hebbe gevonden, acht ik deze de meest waarschijnlijke. Want by Jove, 
ik heb er alle reden toe. Maar hier beginne een nieuwe paragraaf. Dat is 
ordelijker.
De heer Robbers heeft de betreurenswaardige gedachte gehad een 
uitstekend artikel in _Elzeviers' Maandschrift_ te schrijven over Frans 
Coenen's _Charles Dickens en de Romantiek._ Betreurenswaardig: 
want waar blijf ìk nou, mèt al mijn edelmoedigheid, die me reeds tot in 
de ziel verwarmde?! Toen ik namelijk het werkje des heeren Coenen 
gelezen en daaruit vernomen had, dat Dickens tot die "klassieken" 
behoort, "welke men kent en eert, doch maar weinig leest," toen dacht 
ik zoo bij me zelf: kijk nou eens aan, daar zit ik nou met verreweg    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
