boek sluitend, in eenvoudige, duidelijke taal het 
gelezene toelicht en op de soberheid en matigheid wijst van Johannes, 
die zich met water, wilde honing en sprinkhanen voedde, zegt hij:--Zoo 
moet jelui nu bedenken, dat 'n mensch nooit matig genoeg kan wezen; 
jelui hebt het veel beter dan zoo'n man als Johannes, jelui hebt wat je
hart begeert en wat je mond lust waarom zou je Gods goede gaven dan 
misbruiken, dat's nonsens! Maar je mag ze met dankbaarheid genieten, 
daar heeft God zelf vreugde in, maar 't is dom en onrecht om je te 
buiten te gaan en je zelf in een toestand te brengen, dat je niet meer 
weet wat je doet. Dan stel je je nog lager dan 't reddelooze vee; 'n beest 
gebruikt nooit meer dan ie noodig heeft, daar kon jelui nog een 
exemplaar aan nemen. Johannes zag de geest Gods neerdalen in den 
vorm van een duif op 't hoofd des Heeren, dat beduidt zoo veel, alsdat 
hij begreep dat de Heer Jezus zóó veel hooger en beter was dan alle 
andere menschen dat hij een gezant was, van God gesteld tot een 
voorbeeld voor anderen. Jezus was de man niet om opzet of oproer te 
prediken, integendeel, hij spoorde de menschen aan om den Keizer te 
geven wat des Keizers was, maar hij leerde de menschen dat ze d'r 
eigen waarde moesten kennen, dat ze in zichzelf de overtuiging 
moesten krijgen, dat ze goed moesten wezen omdat goed, goed en 
kwaad altijd kwaad is, enz. enz. 
Allengs spreekt de sergeant met meer vuur en vloeiender. Hij wordt 
warm voor zijn onderwerp en hij weet zijn eenvoudige woorden ingang 
te doen vinden bij zijn hoorders. Hij weet ze zelfs zóó te boeien dat de 
noodkreten van een varken, dat aan dek ruzie heeft met zijn hokgenoot 
geen hilariteit te weeg brengen. 't Kakelen van de kippen en 't kraaien 
van een paar vechtlustige hanen werkt evenmin storend op de aandacht 
als het jammerend geluid van den ulmerdog, die naast zijn hok een solo 
huilt. 
Met 't lezen van een paar verzen, uit een psalm en een kort gebed, 
waarin Koningin en Vaderland hartelijk in Godes bescherming worden 
aanbevolen, sluit de sergeant de godsdienstoefening die een groot half 
uur geduurd heeft. De soldaten gaan weer aan dek en ik verlaat hun 
logies. Inderdaad, ik heb gesticht deze godsdienstoefening verlaten! 
II. 
COMEDIE-VOORSTELLING EN BEGRAFENIS AAN BOORD. 
Sedert eenige dagen zweefde er aan boord van de Amalia een zekere 
geheimzinnigheid door de warme, loome lucht in salon en rookkamer.
Wat er op til was, wist eigenlijk nog niemand, maar uit verschillende 
voorteekenen was toch op te maken, dat er spoedig iets bijzonders 
gebeuren zou. Verschillende jonge dames en luitenants waren, in een 
hoekje, bezig met schrijven en bedekten, zoodra iemand naderde, 't 
geen zij schreven met hun vloei of hun hand. Zelfs in de kinderkamer 
had men een paar oudere dames fluisterend zien praten met een 
sergeant van het detachement en een nieuwsgierig jongmensch, die 
haar van uit zijn hut bespied had, kwam in de rookkamer de tijding 
brengen: "Verbeeldt je, ze hebben een groote blauwe hansop, een 
zoogenaamden apenbroek voor den sergeant gemaakt; ik heb gezien dat 
ze hem 't ding aanpasten!" 
Van 't voorschip waaiden herhaalderlijk melodieën over, door 
mannenstemmen gezongen en boven op de groote kap der rookkamer, 
klommen dagelijks heimelijk vier man en een sergeant, met stokken 
gewapend, om zonnehitte of wind trotseerend, dáár een oefening in 't 
schermen te houden. Er was dus, zoo veronderstelde men, een 
verrassing in aantocht; niemand wist er evenwel het rechte van, vóór 
den 13en Mei, toen men bij de lunch naast zijn bord een net geschreven 
kaart vond, luidende: 
#Programma# 
van de Uitvoering der Soldaten-Vereeniging "Wilhelmina," op 13 Mei 
1896, 
's avonds 8-1/2 uur. 
Verschillende voordrachten en zangnummers beloofden een waar 
kunstgenot en een pantomime zou den avond besluiten. 
Het raadsel was dus eensklaps opgelost. Iedereen prees de vlijt der 
jonge dames, die, met de luitenants, meer dan zeventig maal den tekst 
der zangnummers, welke ten gehoore zouden worden gebracht, hadden 
uitgeschreven en men lachte over het feit, dat een paar andere dames 
van een harer kleeding stukken een klowns-pak hadden geknutseld voor 
den sergeant, die in de pantomime zou optreden. 't Werd verder 
ruchtbaar dat verschillende heeren stukken van hun garderobe in
bruikleen hadden afgestaan aan sommige medespelers.--Ja! 't verluidde 
zelfs, dat een der officieren zijn uniform en sabel voor dien avond had 
beschikbaar gesteld. 
De kinderen juichten van vreugd in 't voor uitzicht den heelen avond te 
mogen opblijven en naar de komedie te zullen gaan en de ouderen 
vonden zoo'n afwisseling op de vrij eentoonige reis niet onaardig. 
Intusschen begon Kees, de kwartiermeester, die behalve zijn betrekking, 
ook nog de functiên van politieagent over de lieve jeugd, van 
opredderaar en schoonmaakster uitoefent, met een paar van 't    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
