van matten, touwen en dergelijke, gebruikt men op Samoa 
niet; men verbrandt ze eenvoudig. 
Verder onderrichtte mijnheer Tiedemann ons nog, dat een volwassen 
kokospalm op zijn plantage, jaarlijks gemiddeld tachtig tot honderd 
noten oplevert, en uit vijf noten wordt somtijds een kilogram kopra 
verkregen, zoodat de netto opbrengst van een palmboom bij gewone 
olieprijzen, op ongeveer twee mark per jaar kan geschat worden. Uit de 
kokospalm-plantage geleidde de directeur der factorij ons een eind de 
helling op, waar wij op een plek, die bijna geheel van groote boomen 
ontbloot was, een vrij groot aantal sierlijke, kleine boomen op 
regelmatige afstanden, opmerkten. Ik hield deze mooie boompjes, 
waarvan verscheidene met witte en roode bloesems bedekt waren, voor 
kerseboomen, tot ik door een uitroep van den directeur Beckmann, 
beter werd ingelicht. 
"Zoo, zoo! U bent dus met den aanleg van een koffieplantage geslaagd, 
beste Tiedemann!" riep de directeur uit. "Dat doet mij werkelijk 
pleizier! Die kan ons van heel veel nut zijn." 
"Ja, het is mij gelukt, mijnheer," antwoordde de opzichter der plantage. 
"Verleden jaar heb ik twee honderd stuks stekken van koffieboomen uit 
Menado besteld, en, daar ik bij ondervinding weet, dat de koffie in dit 
klimaat, het best op een hoogte van vier tot zes honderd meter gedijt, 
liet ik hier op de helling een vrij groot aantal boomen vellen en de 
stammen, takken en twijgen verbranden, om de asch als mest te kunnen
gebruiken. Op gelijke afstanden werden tien kuilen gegraven en de 
stekken daarin gezet; ten einde de jonge planten tegen de verzengende 
zonnestralen te beschutten, liet ik een aantal dik gebladerde 
tamarindeboomen staan, die voldoende schaduw gaven. De boompjes 
schoten spoedig wortel en groeiden prachtig op; verscheidene staan 
reeds in bloei en zullen toekomende jaar, hoop ik, een flinken oogst 
opleveren." 
"Ik zie, dat u den grond tusschen de koffieboomen geheel grasvrij laat," 
zeide Gaedecke. "Waarom doet u dat?" 
"Omdat het gras van Samoa als woekerplant voortteelt, op een tot 
beplanten geschikt gemaakten grond, en alleen door onophoudelijk 
uitroeien verdelgd kan worden," luidde het antwoord van mijnheer 
Tiedemann. "Ik heb ook getracht hier cacaoboomen te planten, maar in 
Vaitele dragen zij niet zooveel vrucht als in Mulifanua; mijn collega 
Krüger schijnt daar een gunstiger bodem te hebben." 
Op den terugweg naar de woning van mijnheer Tiedemann, zagen wij 
een troepje werklieden, die van de verschillende plantages naar hun 
hutten gingen, om te eten en gedurende het heetste gedeelte van den 
dag te rusten. Het trok mijn aandacht, onder deze mannen geen enkelen 
inboorling van Samoa, maar lieden van veel donkerder huidkleur te 
zien. 
Toen ik aan tafel mijn verwondering hierover te kennen gaf, verklaarde 
directeur Beckmann mij de reden hiervan. 
"Alle pogingen, om de inboorlingen van Samoa aan geregeld werk te 
gewennen, hebben schipbreuk geleden op hun aangeboren traagheid," 
zeide hij. "Zij eischten ongehoord hoog loon voor buitengewoon 
geringe diensten en bleken in geen enkel opzicht te vertrouwen te zijn. 
Daarom waren wij genoodzaakt, vreemd werkvolk in dienst te nemen, 
en wij vonden dit in voldoend aantal op de Salomons- en 
Gilberts-eilanden, de Nieuwe-Hebriden en den Bismarck-Archipel. Het 
aanwerven van manschappen geschiedde door de kapiteins van onze 
eigen schepen, die met de hoofden dier eilanden in onderhandeling 
traden. De werklieden worden voor drie jaar aangenomen, na welk
tijdsverloop, zij vrij naar hun vaderland teruggezonden worden, 
wanneer zij er niet de voorkeur aan geven de overeenkomst te 
vernieuwen. Ieder werkman verdient, behalve kost en inwoning, drie 
dollars per maand, en komt ons dus jaarlijks op ongeveer drie honderd 
mark te staan, de kosten van import en export daaronder begrepen. Ook 
verloopt er geruime tijd, voor de lieden zich aan hun dagtaak, en aan 
discipline gewend hebben; bovendien moeten de inlanders der 
verschillende eilandgroepen afzonderlijk gehuisvest worden, anders 
vallen zij elkander aan, slaan elkaar dood, of eten elkander ten slotte op, 
om de overwinning feestelijk te vieren. U ziet, mijne Heeren," zoo 
eindigde de directeur zijn verklaring, "dat wij met veelvuldige 
moeilijkheden in onze koloniën te kampen hebben, waartoe ook onze 
verhouding jegens de Engelsche en Amerikaansche autoriteiten op 
Samoa heel veel bijdraagt." 
Na een korte rust bezichtigden wij nog de overige aanplantingen op de 
factorij Vaitele, gebruikten eenige ververschingen en sloegen daarna 
den weg naar Apia in. Vóór wij van den heer Tiedemann afscheid 
namen, verzocht mijn collega Gaedecke dezen verlof, op een der 
eerstvolgende dagen naar Vaitele te vertrekken, om zich onder leiding 
van den kundigen planter, op de hoogte te stellen van het aanleggen en 
de werkzaamheden op een grootere plantage. Mijnheer Tiedemann 
verklaarde zich vriendelijk bereid, den jeugdigen botanicus bij zich in 
huis te nemen, op voorwaarde, dat directeur Beckmann, hieraan zijn 
goedkeuring hechtte; deze had hiertegen geen enkel bezwaar. 
 
Tweede Hoofdstuk. Op de plantage Mulifanua. 
Den dag na onze terugkomst verliet mijn vriend Gustaaf Gaedecke 
Apia, om zich naar de plantage Vaitele te begeven. 
De    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
