Engelsche vierkante mijlen. 
Gelijk men weet, zijn de Samoa- of, zooals zij vroeger heetten de 
Schipperseilanden, in het jaar 1768 door den Franschen zeevaarder 
Bougainville ontdekt en vervolgens in 1787 door den beroemden La 
Perouse bezocht, die ook op het eiland Tutuila landde, waarvan de 
inlanders verscheiden leden der expeditie in de tegenwoordig geheeten 
"Massacre-baai," neerschoten. Kapitein Cook bezocht in 1791 eveneens 
de eilanden Savaii en Upolu. 
Het vermoorden van eenigen der equipage van de expeditie van La 
Perouse, had de bevolking der Samoa-eilanden zulk een slechten naam 
gegeven, dat Engelsche zendelingen het eerst in 1830 slaagden, op 
Upolu te landen. Tot hun verbazing werden zij vriendelijk ontvangen 
en konden zij ongehinderd hun zegenrijk werk volbrengen. Spoedig 
bezochten ook andere zendelingen de eilanden en dezen ondervonden 
zooveel zegen op hun arbeid, dat er nu op de geheele groep geen enkele 
inlander gevonden wordt, die geen Christen is.-- 
Een half uurtje, nadat wij in de haven voor anker waren gegaan, kwam 
een lid der gezondheidscommissie aan boord, om te onderzoeken, of 
onder de passagiers, of de bemanning van de boot geen besmettelijke 
ziektegevallen voorkwamen. Zoodra alles in orde bevonden was, werd 
het verkeer toegestaan en in een oogenblik was het dek overstroomd 
met inlanders en Europeanen. Eerstgenoemden boden ons allerlei 
zeldzaamheden te koop aan, zooals: schelpen, kralen, mandjes en 
waaiers, gevlochten uit de bladnerven van den Padanus, benevens 
bananen, oranjeappelen, passievruchten en kokosnoten. 
Mijn reis- en landgenoot Gustaaf Gaedecke en ik, waren op het punt het 
schip te verlaten, toen mijnheer Beckmann, de Directeur van de 
Duitsche Handel- en Plantage-Maatschappij, aan boord kwam, en nadat 
hij eenige woorden met den kapitein gewisseld had, zich met de vraag
tot ons wendde, of wij de twee pas aangestelde bedienden uit Hamburg 
waren. Ik beantwoordde deze vraag bevestigend, noemde den naam van 
mijn vriend en den mijnen en voegde er bij, dat ik verscheiden brieven 
van het hoofdbestuur voor den Directeur meegekregen had, die ik hem, 
zoodra ik aan land was, overhandigen zou, daar zij zich in mijn koffer 
bevonden. 
"Ik heet u welkom in Apia, mijne Heeren," antwoordde mijnheer 
Beckmann, en hij gaf ons vriendelijk lachend de hand. "Laat uw bagage 
naar beneden in mijn boot brengen, en gaat met mij aan land. Ik zal u 
persoonlijk naar het dicht bij het strand gelegen Hotel International 
brengen, waar u een uitstekend logies vinden zult, daar de eigenaar een 
landgenoot van ons is. U kunt mij daar dan de brieven geven, mijnheer 
Arendt. Wees zoo goed, heden avond te zes uur bij mij te komen 
dineeren; wij kunnen dan de nadere bijzonderheden van uw werkkring 
bespreken." 
Nadat wij door den hotelhouder op de vriendelijkste wijze begroet 
geworden waren, hetgeen wij ongetwijfeld aan de recommandatie van 
onzen voornamen geleider te danken hadden, maakte ik in de kamer, 
die mij aangewezen was, vlug mijn koffer open, en bracht het dikke 
pak papieren en brieven naar beneden in de spreekkamer, waar de 
directeur mij wachtte. 
Na een verfrisschend bad, trokken wij andere kleeren aan en sloegen 
een blik uit de vensters op de haven. Wij konden de geheele 
uitgestrektheid overzien, en tot onze vreugd viel ons de Duitsche 
kruiser "Falke" het eerst in het oog; op eenigen afstand lag een 
Engelsch oorlogsschip voor anker, als ik mij niet vergis de "Curaçao" 
en achter deze twee lag ook een Amerikaansche kanonneerboot. Verder 
Oostwaarts konden wij duidelijk op het strand het wrak van het 
ongelukkige Duitsche oorlogsschip "Adler" onderscheiden, dat daar in 
het voorjaar van 1889, gedurende een vreeselijken orkaan 
neergeslingerd en geheel uit elkander geslagen was. Behalve den 
ijzeren romp van den "Adler," konden wij uit de veranda, vóór onze 
beide naast elkander liggende kamers, een groote menigte stukken van 
het schip onderscheiden, die op de kust lagen, en met de eb nu duidelijk
zichtbaar waren. 
Ten westen van de oorlogsschepen, lagen verscheiden kleinere 
vaartuigen, zoogenaamde kotters, die, te oordeelen naar de vlaggen, 
zoowel aan de Duitsche Handelmaatschappij, als aan de Duitsche firma 
Frings en Co. schenen te behooren; des avonds bevestigde mijnheer 
Beckmann dit ook. Zij onderhielden de gemeenschap tusschen de 
afzonderlijke eilanden der groep. 
Wij hadden veel schik in een groot aantal jonge, bruine knapen die, 
onder luid gejubel en geschreeuw van het strand in zee sprongen en in 
het water rondspartelden. Ook zagen wij een groote oorlogsboot van 
Samoa, naar een model der Amerikaansche walvischbooten gebouwd, 
en door een twintigtal roeiers in beweging gebracht, in de groote haven 
naar het westelijk gelegen schiereiland Mulinu koers zetten. De roeiers 
zaten niet volgens Europeesche wijze met den rug naar het roer, maar 
met het gelaat, en haalden hun korte riemen of kleine roeispanen door 
het water; de boot had een groote snelheid en de roeiers begeleidden 
hun werk met een welluidend gezang. 
Tegen etenstijd lieten wij ons door een zwarten bediende van het hotel 
naar het huis van den    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
