erover 
en kussens met allerlei borduursels en roode en witte letters. Tegen de 
muren hangen chromolithografieën, afwisselend met groote strikken 
van wit linnen, op dezelfde wijze geborduurd en van initialen en 
datums voorzien. Er is in het geheele huis geen kast, noch in den muur, 
noch los in de vertrekken. Daarvoor in de plaats staan er langwerpige 
houten koffers of kisten naar turksch en servisch gebruik, waar men 
door elkaâr schoenen en vaatwerk en juweelen in bergt, kortom al wat 
men bezit. 
De middenzaal wordt door het gezin bewoond. Men ziet daar de 
weefstoelen, dan divans, allerlei aardewerk, heel eenvoudig 
keukengereedschap en een langwerpige tobbe, in den vorm van een 
boot in een boomstam uitgehold. Die tobbe, die men in alle huizen 
terugvindt, bewijst de meest verschillende diensten. Het is de draagbare 
wieg der kinderen, de waschtobbe van de moeders en de etensbak der 
beesten. 
In het algemeen koken de Roemeniërs bij mooi weêr in de open lucht, 
's Avonds groepeeren zich geheele gezinnen om een vuur, waarop de 
mammaliga kookt, de nationale schotel, een dikke brij van maïsmeel in
zout water gekookt, en tegen den nacht geeft het roode schijnsel van het 
vuur, dat al die witte gedaanten, die er zich omheen dringen, verlicht, 
aan het landschap iets sombers en dreigends. 
De waard zet ons, na de honneurs van zijn huis te hebben waargenomen, 
zijn besten wijn voor, die entre nous niet drinkbaar is, daarna brengt hij 
ons naar de plaats bij zijn huis, waar een soort van rad is opgericht, een 
russische schommel, hier het Groote Rad van de parijsche 
tentoonstelling in zijn eenvoudigsten en meest rustieken vorm. Men 
ziet die raderen nog al eens, zoowel in Moldavië als in Walachije. 
De dorpen, die wij door trekken,--de weinige dorpen, zou men moeten 
zeggen, want het land is dun bevolkt,--lijken alle op elkander. Het zijn 
altijd dezelfde boerenhuizen, die men er ziet, met planken daken, en 
waar varkens van allerlei kleuren voor rondloopen met een 
driehoekigen ijzeren ring door den neus, dan ganzen en eenden en 
daartusschen naakte kinderen. Uit die hoeven stuiven vaak groote 
honden te voorschijn, die tegen het rijtuig blaffen en achter ons aan 
hollen, tot de koetsier met een flinken zweepslag hen tot orde en 
welvoegelijkheid roept. 
De dorpskerken, alle gelijk, zijn in nieuw-byzantijnschen stijl 
opgetrokken en trekken van verre de aandacht door hun metalen 
koepels en hun hooge, achthoekige torens met groote boogvensters. 
Vele zijn van buiten met groote fresco's versierd, die er een zeer 
bijzonderen stempel op drukken. De kerkhoven, die meestal 
afgezonderd liggen te midden van de velden, zijn vol van zware 
byzantijnsche kruisen, beschilderd en versierd met vrome figuren op 
gouden fond. Ook langs den weg staan veel kruisen, die niets met 
graven te maken hebben, kruisen, die als in veel berglanden, door 
vrome geloovigen zijn opgericht. Zoo ziet men vaak een kruis naast een 
bron of zelfs wel bij een eenvoudigen put. 
Op den middag houden we stil te Podovraj, een aardig plaatsje, 
middelpunt, van waar uit men verscheiden belangwekkende uitstapjes 
kan maken. Wij vinden er veel roemeensche familiën, die er hun 
zomerverblijf hebben opgeslagen. 
De Roemeniërs gaan op eenvoudige en goedkoope manier _en 
villégiatura_. Zij hebben eigenlijk geen ander koel zomerplaatsje dan 
Sinaïa, de koninklijke residentie, waar de élite van 't gezelschapsleven 
samenkomt; enkele badplaatsen als Slanic in Moldavië en Calimanesti,
en een paar deftige lustoorden in de bergen, als Kampolung, Ocna en 
nog enkele. Daarom gaan families met beperkte middelen, die de 
brandende hitte der vlakte willen ontvlieden, bij voorkeur naar de 
dorpen. Daar gaan ze een accoord aan met de eene of andere 
Zigeunerfamilie, die hun haar woning voor één of twee maanden afstaat. 
Men installeert zich dan in zoo'n primitief huis en brengt er de vacantie 
door te midden der bosschen en der woeste Karpathennatuur, gelukkig 
als er een herberg in de buurt is, van waar ze hun eten kunnen laten 
komen. In dien tijd kampeeren de Zigeuners hier of daar; die nemen het 
zoo nauw niet en hebben hun nomadenbloed behouden. 
Te Horezu moesten wij de keus van ons logement aan den koetsier 
overlaten. Hij brengt ons in een soort van hoeve, die volkomen ledig is. 
Niemand in de herbergzaal, niemand in de kamers, waar wij haastig en 
tersluiks een blik in werpen. Maar alles ziet er zoo vuil, zoo 
afschuwelijk vuil uit, dat wij niet kunnen besluiten, er den nacht door te 
brengen en op de zoek gaan naar een meer passend verblijf. Na veel 
zoekens vinden wij een minder voorhistorische, zelfs bijna moderne 
herberg. De waard laat ons kamers zien, waar de bedden wel door 
divans zijn vervangen op roemeensche manier, maar waar de lakens 
van een witheid zijn, die een uitstekend voorteeken is. 
Helaas! het voorteeken heeft bedrogen. Den geheelen nacht zijn de 
springende insecten in de weer. Noch ammonia, noch eau de cologne    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.