plaques en lintjes en siste toen, met een 
tragisch gefluister, dat volmaakt hoorbaar voor de geheele zaal moet 
geweest zijn, de verwonderlijkste details in het oor. Ik ging er van door: 
ik hou er van zelve mijn menschen uit te vinden, maar Lady Brandon 
behandelt haar gasten als een afslager zijn waren behandelt. Zij pluist 
ze of heelemaal uit, of vertelt alles van ze, behalve dat wat men juist 
van ze zou willen weten. 
--Arme Lady Brandon. Je bent hard voor haar, Harry, zei Hallward 
lusteloos. 
--Mijn beste jongen, ze probeert een salon te houden en houdt alleen 
een restauratie: hoe kan ik haar bewonderen? Maar zeg nu, wat zei ze 
van Mr. Dorian Gray? 
--O, zoo iets van: lieve jongen; zijn arme beste moeder en ik waren 
onafscheidelijk; ik ben heelemaal vergeten wat hij uitvoert; ik ben bang, 
dat hij niets doet. O ja, hij speelt piano, of is het viool, beste Mr. Gray?
Wij moesten allebei lachen, en werden dadelijk vrienden. 
--Lachen is volstrekt geen kwaad begin voor vriendschap en het is 
zeker het beste einde er voor, zei de jonge lord, terwijl hij een andere 
madelief plukte, Hallward schudde het hoofd. 
--Je weet niet wat vriendschap is, Harry, of wat vijandschap is. Je houdt 
van iedereen, ik meen je houdt van niemand. 
--Wat ben je verschrikkelijk onrechtvaardig, zei Lord Henry. Hij zette 
zijn hoed achterover en keek naar de wolkjes, die als uiteengerafelde 
strengen glanzend witte zijde dreven door het gewelfde turkoois van de 
zomerlucht.--Ja, verschrikkelijk onrechtvaardig. Ik maak een groot 
verschil tusschen menschen: ik kies mijn vrienden voor hun mooie 
gezichten, mijn kennissen voor hun goede karakters en mijn vijanden 
voor hun goede hersenen. Men kan niet te moeielijk zijn in de keuze 
van zijn vijanden. Ik heb er geen een, die dom is; zij zijn allen mannen 
van ontwikkeling en bijgevolg apprecieeren ze me allemaal. Is dat heel 
ijdel van me? Ik geloof wel, dat het dat nog al is ... 
--Dat geloof ik ook Harry, maar, naar je verdeeling, schijn ik dus maar 
een kennis te zijn. 
--Mijn beste oude jongen, je bent veel meer dan een kennis. 
--En minder dan een vriend; een soort broer, denk ik. 
--O broers, ik geef niets om broers; mijn oudste broer wil niet dood 
gaan, en mijn jongere broers doen niet anders. 
--Harry! riep Hallward met een frons uit. 
--Mijn beste jongen, ik spreek niet heelemaal in ernst, maar ik kan het 
niet helpen, dat ik een hekel heb aan mijn familie. Ik denk, dat het komt 
omdat we niemand uit kunnen staan, die onze zelfde fouten heeft. Ik 
voel volkomen sympathie voor de woede van de Engelsche demokraten 
tegen wat ze de ondeugden van de hoogere klassen noemen. Het volk 
voelt, dat dronkenschap, stomheid en onzedelijkheid hun eigen privaat 
bezit behooren te zijn en dat, als iemand van ons zich vergooit, hij zich 
op hun terrein waagt. Toen die arme Southwark voor het Hof van 
Echtscheiding kwam, waren zij prachtig verontwaardigd, en toch 
geloof ik, dat geen tien percent van het proletariaat netjes leeft. 
--Ik ben het in geen woord met je eens, Harry, en buitendien jijzelf ook 
niet. 
Lord Henry streek over zijn bruine puntbaardje en tikte aan de punt van 
zijn verlakte laars met zijn ebbenhouten stokje met kwasten.
--Wat ben je door en door Engelsch, Basil! Het is de tweede maal, dat 
je die opmerking maakt. Als je een idee meedeelt aan een goed 
Engelschman, en dat is al een onvoorzichtig ding!--dan komt het niet 
bij hem op te overwegen of het idee goed of kwaad is. Het eenige, 
waaraan hij hecht, is, of je het zelf gelooft. Nu, de waarde van een idee 
heeft niets ter wereld te maken met de oprechtheid van hem, die het 
verkondigt. Hoe minder hij het meent, des te meer kans heb je, dat de 
opinie van eenige waarde is, want in dat geval hebben noch zijn 
behoeften, noch zijn wenschen of vooroordeelen er eenigen invloed op 
gehad. Daarbij, ik heb in het geheel geen plan politiek, sociologie of 
metafyzica met jou te bepraten. Ik hou meer van menschen dan van 
principes, en ik hou het meest van alles van menschen zonder principes. 
Vertel nog het een en ander van Mr. Dorian Gray. Zie je hem dikwijls? 
--Iederen dag. Ik zou niet gelukkig kunnen zijn, als ik hem niet iederen 
dag zag. Hij is mij een behoefte geworden. 
--Hoe vreemd! Ik dacht, dat jij nooit om iets anders dan om je kunst 
zou geven. 
--Hij is nu geheel mijn kunst voor mij, zei de schilder met ernst. Ik 
denk wel eens, Harry, dat er maar twee oogenblikken zijn van eenig 
gewicht voor de wereldgeschiedenis. Ten eerste: de geboorte van een 
nieuwe kunstmanier; ten tweede: de geboorte van een nieuwe 
persoonlijkheid voor de kunst. Wat de uitvinding van schilderen in    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.