Oosten. 
Bij het binnenloopen der rivier, trekt het uwe aandacht dat de loods 
weigert het dieplood uit te werpen. "Maak u niet ongerust," zegt hij: 
"het is hier diep genoeg; er zal ons geen ongeluk overkomen, tenzij dan 
dat God het wil."--Trouwens een russische loods peilt zelden. Waartoe 
ook: is niet de diepte van het vaarwater, voor de verschillende plaatsen 
en tijden, bij het reglement, bepaald, zoodat daaraan niets valt te 
veranderen? Het in zee uitgeworpen lood zou haar immers toch niet 
dieper maken? 
Gij vaart tusschen de eilanden door; de landlieden die gij op het veld of 
langs de oevers ziet, dragen allen, mannen zoowel als vrouwen, mantels 
van schapenvel: een kleedingstuk, dat men bijna het eigenaardig 
kenmerk der nomadenvolken zou kunnen noemen, en dat u dadelijk aan 
de steppen van Midden-Azië doet denken. 
Bij den eersten blik, op de stad Archangel geworpen, treft u de 
overgroote menigte der torens en koepels, de eersten zonder 
uitzondering verguld, de anderen met allerlei kleuren prijkende. 
Daarentegen vindt de gezagvoerder, die deze kusten bezoekt, noch 
kaaien, noch dokken, noch aanlegsteigers, noch trappen. Hij ankert 
waar hij kan; tracht zijn schip, door middel van boomen, eene goede 
plaats te bezorgen, en vindt evenveel hulp, voorlichting of 
medewerking, als wanneer hij in eene of andere turksche haven, te 
Widdin of te Roetsjoek, ware binnengeloopen. Gij wandelt over den 
dam naar de stad, wier schitterende torens en tinnen u tegenstralen: en 
gij hoort tot uwe verbazing, dat Archangel, even als Aleppo, geen 
logementen of herbergen heeft, zelfs geen khan, waar de reizigers een 
onderkomen kunnen vinden. 
Toch zijt gij hier nog niet in het echte Oosten. Bij het binnenloopen in 
de haven, zal de loods misschien naar u toekomen, en u de hand
drukken; en zoo ge dien vriendschappelijken wenk niet begrijpt, zal hij 
u wellicht in het oor fluisteren,--als gold het een staatsgeheim,--dat 
indien er weinig vreemdelingen zijn, die de Dwina opvaren, daaronder 
toch geen enkele gevonden wordt, die verzuimen zou, aan den man, 
door wiens hulp hij aan de gevaarlijke zee der stormen is ontkomen, 
een na-chai (kop thee) aan te bieden. Maar, ik haast mij er dit bij te 
voegen, de afschuwelijke, echt oostersche gewoonte, den ambtenaren 
bij de haven fooien in de hand te stoppen, is heden ten dage in onbruik. 
De tegenwoordige regeering, die reeds zoovele hervormingen heeft tot 
stand gebracht, heeft ook dit kwaad uitgeroeid, en wel door een 
alleszins voortreffelijken maatregel. Zij heeft het veel te groote aantal 
douane-beambten aanzienlijk ingekrompen, en de traktementen der 
overigen belangrijk verhoogd. Geen enkel ambtenaar trekt nu nog een 
bespottelijk traktement, dat enkel voor de leus was, en door allerlei 
andere middelen moest worden aangevuld; maar niemand zal het ook 
wagen, een geschenk aan te nemen. Prins Obolenski, die aan het hoofd 
staat van dezen uitgebreiden tak van dienst, is een man van karakter en 
energie, en daarbij van onkrenkbare eerlijkheid; zijn ijver en 
waakzaamheid hebben een einde gemaakt aan de schandelijke 
misbruiken, waarover door zoovele reizigers is geklaagd. Als een 
bewijs van de onverbiddelijke strengheid der administratie op dit punt, 
wijs ik op een feit, voor de waarheid waarvan ik persoonlijk kan instaan. 
Een scheepskapitein had aan een der ambtenaren bij de haven twaalf 
sinaasappelen ten geschenke gegeven; de gift was op zich zelf van niet 
veel waarde, maar daar deze vruchten hier zeer zeldzaam zijn, worden 
zij als eene uitgezochte lekkernij beschouwd. Zoodra de chef hiervan 
kennis kreeg, werd de ambtenaar een rang verlaagd. "Van daag neemt 
hij een sinaasappel aan, zeide de vertoornde chef; morgen zal hij 
wellicht een roebel aannemen". Eerst na verloop van een vol jaar werd 
de onvoorzichtige beambte weder in zijn vorigen rang hersteld. 
Archangel is noch eene haven, noch eene stad, in den zin, dien wij 
gewoonlijk aan die woorden hechten. Men ziet hier niet, zoo als te Hull 
of te Hamburg, een groot aantal dokken, magazijnen, winkels, wagens 
en rijtuigen; noch de bezige drukte van een levendig verkeer, gewoel 
langs de rivier en in de straten. Archangel is een groot kamp van 
pakhuizen, rondom eene menigte torens en koepels, kerken en kloosters
gegroept. Verbeeld u een breede sombere rivier, omzoomd door een 
uitgestrekt moeras, waaruit zich kleine eilanden van leem verheffen; op 
die hoogten, groepen van gebouwen, met fresko's versierd, deels met 
kruisen en groene of blauwe koepels gekroond; denk u de ruimte 
tusschen de kerken en kloosters, met planken, balken en palen bedekt, 
maar zoo, dat er genoegzame plaats overblijft voor de tuinen, straten en 
pleinen; omring de huizen met geheel openliggende tuintjes; zet voor 
elk venster een geranium, eene fuchsia en een rozenstruik; laat overal 
in de straten en op de pleinen het gras welig opschieten:--en gij hebt 
een trouw beeld van Archangel. Uit de verte gezien, gelijkt Archangel 
meer op eene of andere heilige stad van het Oosten, dan op eene 
noordsche    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.