Gloriant

R.J. Spitz
A free download from www.dertz.in

The Project Gutenberg EBook of Gloriant, by R. J. Spitz
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.net

Title: Gloriant
Author: R. J. Spitz
Release Date: November 24, 2004 [EBook #14143]
Language: Dutch (Nederlands)
Character set encoding: ISO-8859-1
0. START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK GLORIANT
***
Produced by Miranda van de Heijning and the Online Distributed
Proofreading Team.
EEN ABEL SPEL ENDE EEN EDEL DINC VAN DEN
HERTOGHE VAN BRUYSWIJC, HOE HI WERT MINNENDE
DES ROEDELIOENS DOCHTER VAN ABELANT
(GLORIANT)
MET INLEIDING EN AANTEEKENINGEN
VAN R.J. SPITZ
LEERAAR H.B.S. TE APELDOORN
GEDRUKT TER DRUKKERIJ VAN DE FIRMA
F.E.
MACDONALD TE NIJMEGEN

ZONNEBLOEM-BOEKJES N°. 23
N.V. UITGEVERSMAATSCHAPPIJ
"DE ZONNEBLOEM"
APELDOORN
TER INLEIDING.
Het "Abel spel ende een edel dinc van den hertoghe van Bruyswyc, hoe
hi wert minnende des Roedelioens dochter van Abelant", in de
wandeling naar den hoofdpersoon "Gloriant" geheeten, moet gerekend
worden tot de serie van voortbrengselen van onze Middeleeuwsche
dramatische letterkunde, waartoe ook de in deze reeks uitgegeven
"Esmoreit" en "Lanseloet van Denemerken" behooren. Voor
litterair-historische bijzonderheden omtrent deze serie Middeleeuwsche
drama's, voor zoover ze in een weder niet-wetenschappelijk bedoelde
uitgave op hun plaats zijn, moge verwezen worden naar de inleidingen
van genoemde stukken, mede van de hand van den schrijver dezer
regelen.
Hier zij nog slechts opgemerkt dat de in deze dingen ook slechts een
weinig georiënteerde lezer weder aanstonds merken zal, hoe dicht de
avonturenvolle stof van zulk een abel spel zich aansluit bij die der
ridderromans.
Wie van den oorsprong van het gegeven van ons drama meer wil weten,
verwijs ik naar de inleiding van: Mr. H.E. Moltzer, De

Middelnederlandsche Dramatische Poëzie,[1] naar welke uitgave de
hiervolgende text is afgedrukt.
Verdient ons stuk door een nieuwe uitgave uit de vergetelheid en
onbekendheid, waarin het zich op dit oogenblik bij het grootere publiek
bevindt, te worden te voorschijn gehaald? Het antwoord mag
bevestigend luiden, al was het alleen maar om het feit dat het Haagsche
tooneelgezelschap dat zich met den oud-vaderlandschen naam van
"Ghesellen van den Spele" getooid heeft,[2] het in het komende
tooneelseizoen voor het voetlicht zal brengen. Maar ook overigens, het
lijkt mij onbegrijpelijk dat, terwijl Esmoreit en Lanseloet van
Denemerken zich reeds weder verscheidene jaren in een belangstellend

toeschouwend en lezend publiek verheugen, de Gloriant betrekkelijk
onbekend en in nieuwer tijden, voor zoover ik weet, onopgevoerd en in
populaire editie onuitgegeven is gebleven. Litterair lijkt het stuk mij
verre de meerdere van de Esmoreit, zéker wat karakter-teekening en
dramatischen opbouw, maar ook wat de dialoog aangaat. Al is deze
laatste in de Esmoreit zonder twijfel vlot en pittig, de dialoog in òns
stuk komt mij voor--en ik hoop dat hieronder met enkele voorbeelden
aan te toonen--sterker_, ik zou bijna zeggen _moderner, want

langs-den-neus-weg-geestiger te zijn. En de dramatische opbouw: heel
de opzet is in Gloriant voor een modern mensch veel aannemelijker;
wat is gansch die geschiedenis van dien trotschen man en die trotsche
vrouw die zich allebei te goed vinden voor het huwelijk en die dus met
fatale zekerheid bestemd zijn om in elkaars handen te vallen, niet een
prachtige "trouvaille", de kunst van een geestig en

psychologisch-analyseerend modern auteur waardig. Denk eens aan
Shaw met zijn "macht van de levenskracht"!
Neen, ik persoonlijk vind, dat Esmoreit, ondanks zijn misschien diepere
moreele strekking en opzet, het als waarlijk tè-naïef bij Gloriant min of
meer aflegt, hoezeer ik het eerste stuk ook apprecieer als een waardevol
overblijfsel van middeleeuwsche volkskunst. En al geef ik
oogenblikkelijk toe dat de fijne, diep-menschelijke "Lanseloet" zeer
veel zielvoller is dan Gloriant, minder onderhoudend is dit laatste stuk
zeker niet! Ik begrijp dan ook in geenen deele hoe Prof. Dr. J. te
Winkel in zijn "Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde" I[3] tot
zijn blijkbaar niet zeer gunstig oordeel over het stuk gekomen is; Prof.
te Winkel, die anders het sappige van onze oud-nederlandsche kunst
zoo wèl weet te apprecieeren!
Op het verbazend-aardige gegeven van het stuk wees ik boven al met
een enkel woord en ik zal er geen verdere beschouwingen aan wijden,
wijl ik bij ondervinding meen te weten dat een uitgelegde mop geen
mop meer is en ik het er bovendien voor houd dat "inleiders" van
litteratuur-werken die zoovéél meenen te moeten uitleggen een
weinig-hoogen dunk van de intelligentie van hun publiek aan den dag
leggen. Het is heusch geen heksentoer om het verloop van dit
tooneelwerkje te volgen en wie het zintuig voor de fijne humor ervan

mist--ik beklaag hem--doch kan het hem met geen redenatie van
twintig vel druks bijbrengen!
Van de pittigheid van de dialoog een enkel voorbeeld. (Ook die zij
overigens den lezer
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 17
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.