Eline Vere

Louis Couperus
⚂!
Eline Vere, by Louis Couperus

The Project Gutenberg EBook of Eline Vere, by Louis Couperus This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Eline Vere Een Haagsche roman
Author: Louis Couperus
Release Date: October 17, 2006 [EBook #19563]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK ELINE VERE ***

Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/

Louis Couperus
Eline Vere
Een Haagsche Roman

Aan mijn vriend Gerrit J?ger

Hoofdstuk I.
I.
Men verdrong zich in de, tot kleedkamer ingerichte, eetzaal. Voor een psyché stond Frédérique Van Erlevoort, met loshangende haren, zeer bleek onder een dunne laag poudre-de-riz, de wenkbrauwen als door een enkele penseelstreek zwarter getint.
--Haast je dan toch, Paul! We komen niet klaar! zeide ze, een weinig ongeduldig, met een blik op de pendule.
Voor haar knielde Paul Van Raat, en zijn vingers plooiden een langen, ijlen sluier, van goud en karmozijn, als een draperie om haar middel. De stof wolkte op het roze fond van haar onderkleed; haar hals en armen waren, sneeuwwit van de veloutine, vrijgelaten en flonkerden in den glans van, door elkander gestrengelde, snoeren en ketenen.
--O, wat een tocht! Ho? toch de deur dicht, Dien! gilde Paul een oude meid na, die bevracht met eenige japonnen, de kamer verliet. Door de open gelaten deur zag men gasten, gerokte heeren en licht gekleede dames; zij begaven zich langs de aralia's en palmen van den corridor naar de groote suite; zij glimlachten om de oude meid en wierpen een steelschen blik naar binnen.
Allen schaterden om die verrassing, dien blik achter de coulisses; alleen Frédérique bleef ernstig, in het bewustzijn, dat zij de waardigheid eener antieke vorstin had op te houden.
--Haast je toch, Paul! sprak zij, bijna smeekend. Het is al over half negen!
--Ja, ja, Freddy, wees maar niet bang, je bent al klaar! antwoordde hij, en handig schikte hij eenige juweelen tusschen de gazige plooien harer draperie.
--Klaar? vroegen Marie en Lili Verstraeten, uit de kamer komende, waar de estrade was opgeslagen: een geheimzinnige verhevenheid, als uitgewischt in een halfduister.
--Klaar! antwoordde Paul. En nu, alsjeblieft kalmte! vervolgde hij, terwijl hij zijn stem verhief en gebiedend in het rond zag.
De vermaning was noodig. De drie jongens, de vijf meiden, die als kameniers dienst deden, liepen in het, met allerlei accessoires opgevulde, vertrek elkaar in den weg, lachende, gillende, de grootste wanorde veroorzakend. Te vergeefs poogde Lili een gouden bordpapieren lier uit de handen te redden van den twaalfjarigen zoon des huizes, terwijl de beide bengels van neven op het punt waren tegen een groot wit kruis aan te klimmen, dat, in een hoek der kamer geplaatst, onder hun aanvallen reeds wankelde,
--Weg van dat kruis, Jan en Karel! Geef die lier op, andere Jan! brulde Paul. Zorg daar toch een beetje voor, Marie, en nu.... Bet en Dien hier, Bet met de lamp; Dien bij de deur; de anderen weg! Er is geen plaats meer; kijken in den tuin aan het raam van de groote zaal; daar zie je alles prachtig, uit de verte.... Kom, Freddy, voorzichtig, hier is je sleep....
--Je vergeet mijn kroon....
--Die zal ik je opzetten, als je gepozeerd bent. Kom, allons.
De drie verbannen meiden haastten zich weg te komen, de jongens hurkten neêr in een hoek der tooneelkamer, waar zij niet door het publiek gezien konden worden, en Paul hielp Freddy de estrade beklimmen.
II.
Marie, nog even als Lili niet gedrapeerd, sprak door het gesloten raam, met den vuurwerker, die in den besneeuwden tuin, in een dikken duffel, wachtte om het Bengaalsch licht af te steken. Een groote reflector was door het venster als een bleeke, lichtlooze zon zichtbaar.
--Eerst wit, dan groen, dan rood! riep Marie, terwijl de vuurwerker knikte.
De kamer was donker, slechts verlicht door de lamp, die Bet vasthield, terwijl Dien bij de porte-brisée der, nu verlaten, kleedkamer stond.
--Voorzichtig, Freddy, voorzichtig! sprak Paul.
Frédérique liet zich zeer behoedzaam in de kussens van het rustbed neêr; Paul schikte haar draperie?n, haar kettingen, heur haren, haar diadeem, en strooide hier en daar een bloem.
--Is het zoo goed? vroeg zij met bevende stem, eene, van te voren bestudeerde poze aannemende.
--Je bent om te stelen, prachtig; nu Marie, Lili hier!
Lili wierp zich op den grond, Marie vlijde zich tegen de bank, met het hoofd aan Frédérique's voeten. Vlug drapeerde Paul beide meisje in kleurige chales, sluiers, strengelde snoeren om haar armen, in heur haren.
--Marie en Lili, wanhopig kijken! meer wringen je armen, Lili! In wanhoop, meer in wanhoop! Freddy, jij meer smachten, je oogen omhoog, in je mond iets treurigs.
--Zoo?
Marie schaterde.
--Ja, zoo! Zoo is het beter; stil nu, Marie, alles klaar?
--Klaar! sprak Marie.
Paul schikte nog iets, een plooi, een bloem, in wantrouwen, of alles gereed zo? zijn.
--Kom, nu maar beginnen!
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 226
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.