Eens Engelschmans eerste indrukken van New-York | Page 3

Stuart Martin
ten slotte deze, dat ik in de straten van New-York
geen enkele slordige of slecht gekleede vrouw heb ontmoet, en dat is
voor een stad een groot compliment.
Een ding trof en griefde mij als een teleurstelling in dit oord der
practische doelmatigheid. En dat was, dat ik 's morgens aan mijn
slaapkamerdeur mijn schoenen niet keurig glimmend gepoetst vond
gereedstaan. 't Was letterlijk een slag, te hooren, dat ik de straat op
moest, of den "stand" van 't hotel had op te zoeken, om dat zaakje in
orde te krijgen. Laat in den avond van den dag mijner aankomst werden
mij op dit punt de oogen geopend, toen ik argeloos mijn schoeisel op
den corridor wilde neerzetten, zooals ik dat in Engeland in elk hotel of
boarding house zou doen. "Ik zou ze daar niet laten slingeren, als je ze
hoopt terug te zien", zei een welmeenend vriend. "Zóó zijn onze
manieren niet, hier te lande".
Mijn ergernis over die vreemde gewoonte verminderde er niet op, toen
ik 's morgens verplicht was mijn stoffige, onfrissche voetbekleeding
weer aan te trekken zooals ze was afgelegd. In Engeland is de
schoenpoetser een bijkomstigheid, een nederig, onbeduidend individu,
hurkend op een straathoek. Amerika heeft zijn bedrijf verheven tot de
waardigheid eener nationale instelling. De zonderlinge soort van
troonzetels op de hoeken der New-Yorksche straten, waarin mannen en
vrouwen geschaard zitten, om op hun gemak de noodige bewerking van
hun schoeisel te laten geschieden, bleven mij steeds een vreemd
verschijnsel. De altijd haastende Amerikaan zoekt hier rust en gemak;
de flaneerende Londenaar getroost zich tijdelijk een positie waarbij hij
nauwelijks op de been kan blijven. Meerdere van die kleine
afwijkingen en bijzonderheden in gewoonten en leefwijze troffen mij
gedurende mijn verblijf. Geen kellner in hotel of restauratie zal ooit een
gast naar zijn wenschen vragen, eer hij hem van een glas frisch koud
water heeft voorzien. 't Is volstrekt geen kwade gewoonte; maar ik kon
niet nalaten mij af te vragen, of die dagelijksche waterverspilling op

groote schaal misschien ook had kunnen vermeden worden. En waarom
steken de standpijpen, waaraan de brandweer de slangen heeft te
bevestigen, toch een halven voet boven 't plaveisel uit, zoodat iedere
voorbijganger er zijn schenen tegen stoot? Mij waren die
alomtegenwoordige steenen des aanstoots een voortdurende ergernis.
Een ander eigenaardig verschijnsel vond ik de kalmte, waarmee
zoogenaamde "streng verboden" dingen werden gedaan, en "streng
gèboden" maatregelen werden verzuimd of ontweken. Op den elevated
railway,--dat barbaarsch bouwsel, dat mooie straten en pleinen als
Greeley Square en Sixth Avenue bederft,--is het den passagiers
"positively" verboden, naast den conducteur te staan op het platform;
maar ze staan er tòch. Aan de achterdeuren van magazijnen en
goederenbureaux prijkt de verzekering, dat hier na een bepaald uur van
den dag "positively" geen goederen meer worden in ontvangst genomen;
maar afgeleverd worden ze tòch. Op kantoren wordt de bezoeker
afgescheept met de bewering, dat mijnheer "positively" niemand kan
spreken op 't moment;--ontvangen wordt hij ten slotte tòch. Ik hoorde
zelf een conducteur van de electrische tram met nadruk verzekeren, dat
er nu "positively" binnen in geen plaats meer was; maar bij de volgende
halte werkte zich een ondernemend en vastberaden troepje handig door
de versperde opening, en de conducteur liet ze begaan, met een
vermoeiden blik, die zeide: "Hun zin krijgen ze tòch". Dat voorbijzien
van regel en orde verbaast ons in een stad als New-York; misschien is 't
een der uitingen van den geest van "hustle" die nu eenmaal den kortsten
weg zoekt en vindt, en van geen beletsel op zijn pad notitie neemt.
Amerikanen zijn nooit tevreden met het verkregene. Wat zij
"efficiency" noemen, is wedijver; en wedijver beteekent bij hen een
roekeloos overvleugelen, een stelsel van "buigen of breken", dat
systematisch van al het bezielde en onbezielde méér vergt, dan het naar
aanleg en vermogen leveren kàn. Ik heb trams zien passeeren met een
vaart van 20 mijlen per uur, letterlijk behangen met trossen zwevende
passagiers. Wie geen houvast had aan 't voertuig zelf, klemde zich
vertwijfeld aan de kleeren van zijn machteloozen buurman. Brooklyn
Bridge, bestemd om 400.000 passagiers te vervoeren per dag, draagt er
geregeld ruim een millioen. Evenzoo gaat het bij de elegante fijne
Manhattan Bridge, die haar luchtig kantwerk spant van de Bowery naar

Flatbush Avenue, Brooklyn. En zoo als Brooklyn Bridge de tot het
uiterste gespannen draagkracht vertegenwoordigt, die te dulden weet,
zoo zien we in het bekende Flatiron Building de hoop en het streven
belichaamd, die de bezielende kracht vormen van Amerika. Als de
boeg van een reuzenschip rijst het ontzaglijk gevaarte op den hoek van
Broadway en Fifth Avenue omhoog, de elementen trotseerend.
Naar den top omhoogklimmend, beseft men ten volle de gerechtigdheid
der bedenkingen en tegenwerpingen dier critici, die het oorspronkelijk
plan onuitvoerbaar achtten; heeft men het hooggelegen doel bereikt,
dan eerst gevoelt men
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.