Een Jolig Troepje

Marie Leopold
Een Jolig Troepje, by Marie
Leopold

The Project Gutenberg EBook of Een Jolig Troepje, by Marie Leopold
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: Een Jolig Troepje
Author: Marie Leopold
Release Date: April 17, 2004 [EBook #12070]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK EEN JOLIG
TROEPJE ***

Produced by Jeroen Hellingman en the Distributed Proofreaders Team

Een Jolig Troepje
Door
Marie Leopold

EERSTE HOOFDSTUK.
DE EERSTE VACANTIEDAG.
"'t Is vacantie! 't blijft vacantie! Hoera, vacantie boven! En als je dat
niet zingen wilt, Dan moet je er aan gelooven!"
zong Nel in haar nachtjapon, terwijl ze met een natte spons in de hand
voor Dora's bed stond.
"Hoera! vacantie boven! En als je dat niet zingen wilt, Dan moet je er
aan gelooven!"
Pats, de natte spons viel op Dora's gezicht.
"Wat is dat, br.... Nel, wat scheelt je? Br....!" riep Door, die op eens
rechtop in haar bed zat met een druipnat gezicht. "Dat is verraderlijk. Ik
sliep zoo lekker. Kijk dat laken eens: kletsnat. Brr, geef me gauw mijn
handdoek."
"Zul je dan zingen?"
"Ja, ja, alles wat je wilt, maar geef eerst mijn handdoek. Gauw, 't loopt
met een straaltje achter in mijn nek."
"Nu, zing dan," dreigde Nel, de spons voor Door in de hoogte
houdende.
"'t Is vacantie, 't blijft vacantie, Hoera, vacantie boven!"
viel Door in.
"En ieder, die 't niet zingen wil, Die moet er aan gelooven!"
Hup, vloog ze 't bed uit, greep Nel de spons uit de handen, doopte die
één, twéé, drie in de lampetkan. En vóór Nel nog iets had kunnen doen,
daar droop haar geheele gezicht. Toen begon een wilde jacht om de

tafel, over bedden en stoelen, dat hooren en zien je verging. Midden in
die dolle jacht zat rechtop in haar bed kleine Leni in de handen te
klappen en mee te zingen.
Zacht ging de deur open, wat Nel en Door in 't vuur van haar spel niet
hoorden. Nel was onder de tafel gekropen en sloeg met den handdoek
naar Door, die met een natte spons klaar stond om op haar vijandin in
te stormen.
"'t Is vacantie, 't is vacantie ..."
"Maar kinderen, kinderen, dat belooft wat voor de vacantie," lachte
moeder.
"O moeder, we hebben zoo'n pret," juichte Leni met een hoogroode
kleur.
"Maar kijk eens, een beekje is er uit de spons geloopen van de
lampetkan naar den stoel."
"Ja, dáár," zei Door plechtig, "kreeg ik den vijand in handen."
"Wat is dat?" riep moeder verschrikt, toen Leni haar met een sprongetje
op den rug zat.
"Ook een vijand, maar een droge, dat zijn natte," zei Leen, terwijl ze
naar Nel en Door wees. "O, moesje, zing nu gauw, anders komt Door
met haar natte spons," en toen begonnen allen weer te zingen:
"'t Is vacantie, 't blijft vacantie, Hoera, vacantie boven! En als je dat
niet zingen wilt, Dan moet je er aan gelooven!"
En voor ze 't uit hadden, kwam in zijn hanssopje kleine broer, die zóó
verbaasd was over dit vroolijke tooneeltje in den vroegen morgen, dat
hij stil bleef staan, maar toch telkens de laatste woorden van iederen
regel trachtte mee te zingen.
"Nu een, twee, drie voortgemaakt, kinderen. Zie eens, wat is 't al laat.
Kom, kleine broekeman, ga jij maar met mij mee, dan kunnen de

dames zich kalm aankleeden."
"Jouw gezicht is in tijden niet zoo flink nat geweest, Nel," plaagde
Door.
"En jij bent in tijden niet zoo vroeg uit je bed gesprongen," plaagde Nel
terug.
"Ja, 't is zonde, dat ik er al uit ben," en met een verlangenden blik keek
ze naar haar bed.
"Ik kroop er nog weer in, als ik jou was."
"Nee, dank je, dan zijn jij en Leni al klaar, als ik mij nog aan moet
kleeden." Maar toch verplaatste Door zich er een oogenblik in, hoe
lekker het zou wezen nog eens eventjes er in te kruipen. Zoo'n vacantie
was juist zoo heerlijk, vond ze, omdat je dan niet zoo "onmogelijk"
vroeg op behoefde te staan. Half acht vond ze nu eenmaal "onmogelijk"
vroeg. Ze vond alles trouwens gauw "onmogelijk", vooral als ze er
geen lust in had.
"Zeg eens, Door, zou ik mijn nieuwe gele schoentjes aan mogen doen?"
vroeg Leni.
"Ik weet 't niet, schattepoes."
"Trek jij je gele schoentjes maar aan, hoor," zei Nel. "'t Is vandaag feest,
omdat de vacantie begonnen is, en die schoentjes heb je gekregen voor
Zon- en Feestdagen."
"Zou moesje 't goed vinden?" weifelde Leni.
"Natuurlijk vindt ma het goed," pleitte Nel weer.
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 38
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.