zou worden toegekend en voorts vijf percent van de 
som welke nog in zijn bezit werd gevonden. In afwachting van de 
inlichtingen, welke zouden voortspruiten uit het onderzoek, dat terstond 
was ingesteld, hadden die inspecteurs in last, om met de meeste 
nauwlettendheid alle reizigers gade te slaan, die mochten aankomen of 
vertrekken. 
Nu had men, zooals de Morning Chronide zeide, reden om te 
onderstellen, dat hij, die de bank bestolen had, geen deel uitmaakte van 
een der dievengenootschappen in Engeland. Op dien 29en September 
was een welbekend heer, die er zeer fatsoenlijk uitzag en zelfs een 
voornaam voorkomen had, in de zaal der uitbetalingen gezien, waar de 
diefstal had plaats gehad. Door de ingestelde enquête had men vrij 
nauwkeurig het signalement van dien heer kunnen opmaken, dat nu 
terstond aan alle detectives in het geheele Rijk gezonden werd. Eenige 
optimisten--en daaronder was Gauthier Ralph--achtten het op dien 
grond vrij waarschijnlijk, dat de dief niet ontsnappen zou. 
Zooals men denken kan, was deze gebeurtenis het onderwerp van alle 
gesprekken in Londen en geheel Engeland. Men twistte er over en men 
koos zelfs met eenigen hartstocht partij voor of tegen de 
waarschijnlijkheid dat de politie der hoofdstad in hare pogingen zou 
slagen. Te verwonderen was het dus niet, dat ook de leden der 
Reform-club hetzelfde onderwerp behandelden, vooral niet, omdat een
van de onderdirecteuren der bank zich onder hen bevond. 
De heer Gauthier Ralph twijfelde niet aan den goeden uitslag van het 
onderzoek en was van oordeel, dat de uitgeloofde premie in hooge mate 
strekken moest om den ijver en het doorzicht van de politie te 
versterken. Diens collega Andrew Stuart daarentegen was er verre van 
af zijn vertrouwen te deelen. De strijd werd dan ook voortgezet aan de 
whisttafel tusschen de heeren Stuart, Flanagan, Fallentin en Fogg. 
Onder het spelen spraken de spelers niet, maar tusschen de robbers 
herleefde het afgebroken gesprek telkens in zijn volle kracht. 
"Ik houd vol," zeide Andrew Stuart, "dat de kansen ten gunste zijn van 
den dief, die zeer zeker een handig man moet zijn." 
"Kom, kom!" antwoordde Ralph, "er is geen enkel land, waar hij een 
schuilplaats zou kunnen vinden." 
"Nu nog mooier!" 
"Waar zou hij naar toe gaan?" 
"Ik weet er niets van," antwoordde Andrew Stuart, "maar dit weet ik 
wel, dat de wereld groot genoeg is." 
"Dat was zij voorheen" ... zeide Phileas Fogg half luid; "u moet 
coupeeren, mijnheer," ging hij voort, de kaarten aan Thomas Flanagan 
toeschuivende. 
Het gesprek werd gedurende den robber niet vervolgd. Maar al spoedig 
verbrak Andrew Stuart de stilte door te zeggen: 
"Hoe, voorheen? Is de wereld misschien kleiner geworden?" 
"Zonder twijfel," hernam Gauthier Ralph. "Ik ben van dezelfde 
meening als mijnheer Fogg: de wereld is kleiner geworden, omdat men 
haar nu in tienmaal minder tijd omreist dan honderd jaar geleden. En 
dat zal in het geval, waarin wij nu verkeeren, de nasporingen zeer 
bespoedigen." 
"Maar voor den dief is het vluchten nu ook zooveel gemakkelijker 
geworden." 
"Gij moet spelen, mijnheer Stuart," zeide Phileas Fogg. 
Maar de ongeloovige Stuart was nog niet overtuigd en nauwelijks was 
het spel uit, of hij zeide: 
"Ik moet zeggen, mijnheer Ralph, dat gij al een zeer aardige manier 
hebt, om te bewijzen dat de wereld kleiner is geworden. Omdat men de 
wereld kan omreizen in drie maanden...." 
"In tachtig dagen," verbeterde Phileas Fogg.
"Inderdaad heeren," voegde John Sullivan er bij, "sedert de sectie 
Rothal-Allahabad van den Great-Indian Peninsular-spoorweg, is 
geopend, maakt de Morning Chronicle de volgende berekening: 
------ TABLE ------ Van Londen naar Suez over den Mont-Cenis en 
Brindisi, spoorweg en mailbooten, 7 dagen Van Suez naar Bombay, 
mailbooten, 13 dagen Van Bombay naar Calcutta, spoorweg, 3 dagen 
Van Calcutta naar Hongkong (China), mailboot, 13 dagen Van 
Hongkong naar Yokohama (Japan), mailboot, 6 dagen Van Yokohama 
naar San-Francisco, mailboot, 22 dagen Van San-Francisco naar 
New-York, spoorweg, 7 dagen Van New-York naar Londen, mailboot 
en spoorweg, 9 dagen ------ 80 dagen." 
"Juist, tachtig dagen," zeide Andrew Stuart, die door onoplettendheid 
een hooge kaart troefde; "maar daaronder niet begrepen het slechte 
weer, tegenwind, schipbreuk, derailleeren enz." 
"Alles er onder begrepen," antwoordde Phileas Fogg, doorspelende, 
want ditmaal eerbiedigde het gesprek het spel niet meer. 
"Zelfs wanneer de Hindoes of de Indianen de rails opbraken," riep 
Andrew Stuart; "wanneer zij den trein tegenhouden, de waggons 
plunderen en de reizigers scalpeeren." 
"Alles er onder begrepen," herhaalde Phileas Fogg, die zijn spel 
nederlegde en nog twee troeven in zijn hand toonde. 
Andrew Stuart, wiens beurt het was om te wasschen, nam de kaarten op, 
zeggende: 
"Theoretisch hebt ge gelijk, mijnheer Fogg, maar in de practijk...." 
"In de practijk ook, mijnheer Stuart." 
"Ik zou het u wel eens willen zien doen." 
"Dit staat aan u. Laten wij samen vertrekken." 
"De hemel beware me!" riep Stuart; "maar ik wil wel wedden om vier 
duizend pond sterling, dat zulk een reis op    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.