ging er met ons land, met 
nabestaanden en vrienden niet gebeuren? Het was uit met de orde, de 
rust, het schoone harmonische bewegen van het vredevolle leven, het 
stille en zekere wentelen van de dagen. 
En toch bleef er hoop dat wij in Belgie buiten het groot conflict zouden 
zijn gebleven. Het was wel beangstigend de orkaan zoo nabij te weten, 
maar wij voelden ons nog veilig in ons land. Waren wij geen onzijdige 
staat, door de oorlogvoerenden plechtig erkend en beschermd? 
Ik herdenk nog altijd dien zondag, 2 Augustus. Wij genoten in Belgie 
de laatste uren van den vrede... Ik was met mijn gezin in ons 
zomerhuisje te Capellenbosch. Door de groote spiegelruit van het lange 
lage raam der leefkamer, lag het schoone landschap van onzen hof, 
open, in al zijne groene zomersche pracht. De schildering der kamer in 
oranje-roze kleur, de antieke meubels, de bloemen die de kamer 
versierden, alles rondom ons sprak van geruste weelde. De groene 
muziekkamer lag zoo stemmig, tusschen de opengeschoven, 
rood-gebloemde zijden gordijnen en, in de kleur-ramen boven het 
klavier, droomden donkere populieren bij spiegelend water. Door het 
kleine venstertje dat van mijn werkplaats op de leefkamer uitzicht geeft, 
kwam een roze schijn van de donker-rood geschilderde muren. 
Wonderbaar samentreffen, na het middagmaal, bij de koffie, had ik 
voorgelezen uit het boek van Léon Bloy, "Sueur de Sang," waarin de 
baldadigheid der Duitschers beschreven staat in 't jaar '70. Wij dachten 
toen nog dat het maar literatuur was. Hoe rap zouden wij leeren dat het 
slechts, getemperd, de afschuwelijkste werkelijkheid weergaf. 
Ik ging daarna in den gang zitten in een ligstoel met Oorlog en Vrede 
van Tolstoj, open op mijn knieen. Maar ik las niet. Is het noodig te
lezen wanneer je eigen gedachten bewegen schooner dan je ze in een 
boek kunt vinden? Ik zag alles in een wonderen glans. Het was of ik het 
waarlijk met weemoed,--te veel angsten waren reeds geboren,--voor het 
laatst zoo rustig zien zou. Ik mijmerde op een tekst uit het evangelie 
van den dag: "Gij hebt uwen vrede niet gekend..." De purper-blauwe 
muren van den hall waren rondom mij, ginder hoog was een fries van 
oranje rooskens en boven mijn hoofd de kleurige koepel met een roode 
bloem in 't midden. Boven de groote openstaande huisdeur waren drie 
engelen in geschilderd gebrand glas, met amethisten vleugels en oranje 
bloemen aan hunne voeten. Achter mij wist ik het perspektief van 
ronde bogen die den gang vormen en uitzicht geven op de rosse 
stammen en het grijze groen van ons mastenbosch, waaruit nu bij 
poozen een zacht gemurmel werd vernomen. In den grooten boog der 
open poort, als in een kader, lag de hof en de blauwe hemel daar boven, 
als een wonderschoon schilderij. Het had nu en dan zoo wat geregend, 
van dien zilveren zachten zomerregen die alles nog schooner maakt. 
Het regende nu niet meer. De witte en gouden wolken dreven lijk 
schepen door de blauwe lucht. Soms hoopten zij te samen achter en 
boven de boomen van het eilandje, in den vijver voor het huis, tot 
hooge ontzaglijke bergen en reuzige ijstoppen. Er kwam een windje 
door de witte berken, in de grasvlakte, en er regenden blinkende 
druppeltjes van de fijne trillende blaadjes. Het was of de boomen rilden 
van een heimelijken wellust in de warme gulden zon... 
Over den weg, van aan de verre hof-poort, kwamen toen buren 
aangewandeld. Ik dacht aan een gewoon bezoek, maar zij stonden daar 
voor mij met kommervolle gezichten. 
--"Luxemburg is bezet! Weet ge 't al? ... Het lijdt geen twijfel of België 
zal worden overrompeld." 
Zij vroegen om raad wat ze doen moesten. Zij dorsten niet meer buiten 
te blijven, zij waren bezorgd voor hun meisje. Ik ontwaakte uit mijn 
droom en werd daar, opeens, gesteld voor een oorlogsvizioen: 
overrompeling, brandstichting, moord, plundering, verkrachting... 
Mijn huisgenooten kwamen toen ook buiten en er werd gesproken, 
bekommerd en vertrouwend dooreen. Mijn oude vader lachte "met al
dien ongewettigden schrik" zooals hij 't noemde. Zijn hof was de 
wereld en hij zag hoe rustig de blauwe hemel er boven stond, hoe goed 
de perzikken rijpten op zijne fruitboomen, hoe weelderig de erwten en 
de boonen oprankten langs de staken. Het kon niet zijn dat de 
Duitschers onze onzijdigheid zouden schenden... 
Maar van af dat oogenblik was alle rust uit mij heen en ik voorvoelde, 
vaag en onduidelijk, al de ellenden die over ons land en ons zelf gingen 
komen. Het is zoo altijd met groote bekommernissen. Je weet niet juist 
wat het is of wat zal gebeuren maar je hart wordt zwaar van drukkend 
en nijpend wee en het harmonische bewegen van den geest verzwindt 
in een chaos van duister-woelende gedachten en onbestemde angsten. 
Dienzelfden avond, om 7 uur, overhandigde de duitsche gezant te 
Brussel eene nota aan onze Regeering waarbij vrije doorgang    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
