De Noordwestelijke Doorvaart

Roald Amundsen
Noordwestelijke Doorvaart, by
Roald Amundsen

Project Gutenberg's De Noordwestelijke Doorvaart, by Roald
Amundsen This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and
with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away
or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: De Noordwestelijke Doorvaart De Aarde en haar Volken, 1909
Author: Roald Amundsen
Release Date: June 20, 2007 [EBook #21878]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE
NOORDWESTELIJKE DOORVAART ***

Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed
Proofreading Team at http://www.pgdp.net/

De Noordwestelijke Doorvaart.
Uit Roald Amundsen's verhaal van zijn pooltocht met de Gjöa van
1906 tot 1907.

Boven de ontdekkingsreizen, die de poollanden met hun eeuwig ijs tot
doel hadden, spant zich niet alleen de reine glans, die afstraalt van de
witte sneeuwvelden, maar ook de weerschijn van heilige geestdrift. Als
men de expedities voor de vischvangst, waar het poolonderzoek
overigens veel aan verplicht is, uitzondert, mag men gerust aannemen,
dat zelfs de vurigste dweper den weg naar het poolland nooit heeft
ingeslagen in de hoop, daar gouden bergen te vinden. De pooltochten
zijn ondernomen in den dienst der wetenschap, en ondanks allen
tegenspoed, waardoor zoovelen ontmoedigd en onverrichterzake
moesten terugkeeren, zijn de stormloopen op dat onbekende telkens
herhaald en tot het heden toe worden ze nog hernieuwd.
Er worden bressen geslagen in den ijsmuur, zoodat de pool wereld haar
geheimen moet ontsluieren, en een groote overwinning behaalde
Nordenskjöld, toen hij de Noordoostelijke Doorvaart in 1878 volvoerde.
Reeds een menschenleeftijd vroeger hadden John Franklin en de
Franklinexpedities de zekerheid gebracht, dat zich langs de noordkust
van het noord-amerikaansche vasteland een strook open water bevond;
en allerlei andere bressen zijn door stoutmoedige poolvaarders geopend;
groote offers zijn ervoor gebracht, ook en vooral voor de
Noordwestelijke Doorvaart.
Geen enkele tragedie van het poolijs heeft de menschen zoo diep
getroffen als die van John Franklin en de zijnen; maar geen enkele
heeft ook zoozeer tot hervatting van de poging aangespoord.
Men wist het, er moest een zeeweg wezen noordwaarts om Amerika
heen, maar men wist niet, of er schepen door konden en nog niemand
was ooit van het Oosten naar het Westen erdoor gevaren. Die
onopgeloste vraag liet de gemoederen niet met rust, en zij was nooit uit
de gedachten van iemand, wiens geest sinds zijn kinderjaren vervuld
was geweest van het groote drama der Franklinexpeditie.
Zooals de Vega de heele reis van het Westen uit had gemaakt, zoo
moest een schip van het Oosten uit den tocht langs Noord-Amerika
geheel afleggen. Aan het kleine schip, de Gjöa, was het lot beschoren,

die taak te mogen vervullen.
Dat had de Gjöa niet gedroomd, toen ze op de Rosendalwerf te
Hardanger als haringschuit werd gebouwd. Ofschoon er tusschen de
fjorden veel wordt gedroomd!
En ook de toekomstige kapitein zou het niet hebben durven vermoeden,
toen de berichten over John Franklin zijn fantazie van acht- of negen
jarigen knaap gevangen hielden. Ofschoon de knaap wel velerlei
droomen kon!
De 30ste Mei van het jaar 1889 werd een merkwaardige dag in het
leven van veel noorsche jongens. In het mijne ten minste is hij
onvergetelijk. Het was de dag, toen Frithiof Nansen van zijn
Groenlandsche reis terugkeerde. Op dien zonnigen dag kwam de jonge
noorsche skilooper den fjord van Christiania binnenglijden, door de
geheele wereld bewonderd om de moedige daad, die hij had volbracht,
de overmoedige, de onmogelijk geachte daad! Mei vierde haar mooiste
lentefeest aan den fjord, de stad vierde mee feest, en het volk liet zich
niet onbetuigd.... Ik liep op dien dag met een snel kloppend hart
tusschen de vlaggen en het hoerageroep. Al mijn droomen uit de
kindsheid waren opnieuw ontwaakt, en voor de eerste maal ging door
mijn innerste wezen de fluistering: "Als gij nog eens de
Noordwestelijke Doorvaart zoudt kunnen tot stand brengen!"
Toen kwam het jaar 1893. En Nansen ging weer naar het Noorden.
Het was mij te moede, als moest ik mee!
Maar ik was nog te jong. Mijn moeder smeekte mij, thuis en bij mijn
studie te blijven. En ik bleef.
Toen stierf mijn moeder. Een tijdlang streed ik den zwaren strijd, of ik
haar wensch mocht weerstreven; maar het moest; niets kon mijn drang
naar het verre doel tegenhouden; ik liet de studie varen en besloot mij
voor te bereiden op het werk van den poolvaarder.
In het jaar 1894 voer ik op de oude Magdalene als lichtmatroos van

Tönsberg uit op de zeehondenvangst in de IJszee. Dat was mijn eerste
ontmoeting met het poolijs, en zij beviel mij best. De tijd verliep en ik
maakte vorderingen. In de jaren 1897 tot 1899 voer ik als stuurman met
de belgische antarctische expeditie onder leiding van Adrien de
Gerlache naar de
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 50
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.