en menigmaal zonder één priester. Dezen met de hulp van die 
doodgravers zonder zich met een te langen of plechtigen lijkdienst te 
vermoeien, brachten die in de eerste de beste grafstede, welke zij open 
vonden. Van den lageren stand en misschien voor een groot deel van de 
middelklasse was de aanblik der alle ellende nog veel erger, omdat die 
het meest door hoop of door armoe in hun huizen werden 
teruggehouden of in hun buurt bleven en bij duizenden ziek werden en 
noch bediend, noch geholpen met wat ook, zonder eenige verzachting 
stierven. Er waren er genoeg, die op den openbaren weg bij dag of 
nacht omkwamen en velen, die in hun huizen heengingen, deden eerst
door den stank van hun ontbonden lichamen dan aan de buren 
bemerken, dat zij dood waren; zoowel hiervan als van anderen, die 
overal bezweken, waren er een groot aantal. Er werd door de meeste 
buren een middelweg gebruikt, daartoe niet minder bewogen door vrees, 
opdat de besmetting van de dooden hun geen kwaad deed, als door de 
barmhartigheid, die zij jegens de overledenen hadden. 
Zij, zoowel door eigen kracht als met behulp van de dragers, zooveel ze 
er van konden krijgen, sleepten de lichamen der reeds gestorvenen uit 
hun huizen en plaatsten die voor hun deuren, waar vooral 's morgens, 
wie uit was gegaan, er talloos veel had kunnen zien. Zij lieten 
vervolgens baren komen en er waren er, die bij gebrek daaraan, ze op 
een plank legden. Er was geen baar, die niet twee of drie tegelijk er van 
torste, en het kwam misschien maar één keer voor, dat van deze niet 
vrij zeker kon gezegd worden, dat zij de echtgenoote en den man, de 
twee of drie broeders of den vader en den zoon of op die wijze de 
familie droeg. Het gebeurde zeer vaak, dat, wanneer twee of drie 
priesters met een kruis voor één baar afzonderlijk liepen, dat drie of 
vier baren geheven door dragers, zich daarachter voegden; en waar de 
priesters geloofden, dat zij één doode begroeven, deden zij er dit zes of 
acht of nog meer. Zij werden ook niet geëerbiedigd met een enkelen 
traan of kaarslicht of begeleiding; ook werd de toestand van dien aard, 
dat men geen andere zorg droeg voor de menschen, die stierven, dan 
men voor geiten over had. Daardoor bleek het duidelijk genoeg, dat, 
terwijl de natuurlijke loop der dingen bij weinige en zeldzame verliezen 
niet aan wijzen kon leeren die te dragen met geduld, de grootste van de 
rampen zelfs de eenvoudige zielen had kunnen maken tot verstandige 
en ongevoelige lieden. Blijkbaar door de groote menigte dooden, die 
naar elke kerk iederen dag en zoo goed als ieder uur, al naar het viel, 
gedragen werd, maakte men, daar de gewijdde aarde voor de 
begrafenissen niet voldoende was en daar men vooral aan ieder volgens 
de oude gewoonte een eigen plaats wilde geven, op de akkers van de 
kerken, omdat elke plek grond vol was, zeer groote kuilen, waarin men 
de later aangebrachten bij honderd neerliet en in deze opgehoopt--gelijk 
men koopwaren laag op laag in schepen legde--bedekte men ze met 
weinig aarde zoover, dat die tot den rand van de kuil kwam. Maar opdat 
ik niet later aan iedere bijzonderheid van de voorbijgegane ellende,
onze stad overkomen, nog herinner, vermeld ik, dat, toen deze booze 
tijd die bezocht, zij bij haar voortduur evenmin de omliggende streek 
spaarde, waar (ik laat de dorpen ter zijde, die door hun kleinheid bij de 
stad begrepen waren) in de verspreide hofsteden en de velden de 
ongelukkige boeren en armen en hun families zonder eenige hulp van 
dokter of steun van een oppasser op de wegen en op hun akkers en in 
hun huizen, onverschillig bij dag en bij nacht, niet als menschen maar 
als beesten stierven. Daardoor werden zij als de poorters in hun 
gewoonten bandeloos en zorgden niet meer voor hun werk of hun 
zaken. Allen ook als op den dag, wanneer de dood, dien zij verwachten, 
zou komen, deden hun best op allerlei wijze niet hun toekomstige 
winsten van vee en land en van hun gedanen arbeid te vermeerderen 
maar te verkwisten, wat ze er van in voorraad hadden. Aldus gebeurde 
het, dat de koeien, de ezels, de schapen, de geiten, de zwijnen, de 
kippen en zelfs de honden, het trouwst aan de menschen, uit hun eigen 
verblijfplaatsen verjaagd door de velden wegliepen naar willekeur, 
waar ook het graan verlaten en niet binnengehaald maar wel gemaaid 
was. En velen, die over dag goed gevoed waren, dronken zich zonder 
toezicht van den herder 's nachts in hun stal zat, of ze verstand hadden. 
Hieraan valt nog toe te voegen (wanneer ik het platteland ter zijde laat 
en tot de stad terug ga) dat, indien het niet in die mate is en zoozeer was 
door de wreedheid des    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.