Decamerone van Boccaccio, by 
Giovanni Boccaccio 
 
Project Gutenberg's De Decamerone van Boccaccio, by Giovanni 
Boccaccio This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and 
with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away 
or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included 
with this eBook or online at www.gutenberg.org 
Title: De Decamerone van Boccaccio 
Author: Giovanni Boccaccio 
Translator: J. K. Rensburg 
Release Date: October 20, 2006 [EBook #19591] 
Language: Dutch 
Character set encoding: ISO-8859-1 
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE 
DECAMERONE VAN BOCCACCIO *** 
 
Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed 
Proofreading Team at http://www.pgdp.net/ 
 
De Decamerone
van 
Boccaccio 
 
Uit het italiaansch vertaald en bewerkt 
door 
J. K. Rensburg. 
 
Complete, geïllustreerde uitgave. 
Amsterdam 
Vennootschap "Letteren en Kunst". 
 
Het Leven van Giovanni Boccaccio 
Florentijnsch Dichter. 
Gelijk steeds uit de bestanddeelen van heet ijzer, door den smidshamer 
geslagen, tal van brandende vonken schitteren als schijnsels in een 
glansenden kring, zoo verwekte Dante, daarna Petrarca,--mannen van 
de grootste begaafdheid, die de verouderde Poëzie bewerkten, zoodat 
zij den roest van vele eeuwen er uit verwijderden,--als uit een vuursteen 
de flikkerende vonken van dichterlijken geest, en wiesen lichtende 
vlammen in grootschen gloed. Aldus ook Zanobio da Strada, van wien 
wij elders melding hebben gemaakt, en die Giovanni, van welke wij 
thans hebben te spreken. Zijn vader was Boccaccio van Certaldo, een 
dorp in het Florentijnsche gebied, een man beroemd door de gratie van 
zijn manieren. Hij bevond zich voor zijn handelszaken te Parijs en was 
even vrij en aangenaam van geest als luchtig van karakter en licht tot 
beminnen geneigd. Door die aantrekkelijkheid van zijn aard en van zijn 
manieren werd hij verliefd op een Parijsch meisje van een rang, het
midden houdend tusschen adellijk en burgerlijk, voor wie hij in de 
hevigste liefde ontbrandde en gelijk de kenners der werken van 
Giovanni het willen, verbond deze zich met hem in den echt, waaruit 
die Giovanni is voortgekomen, het kind, dat onder Maestro Giovanni, 
den vader van den dichter Zanobio slechts gebrekkig de spraakkunst 
had geleerd. De vader begeerde van hem en noopte hem om redenen 
van winstbejag zich op de rekenkunde toe te leggen en om dezelfde 
redenen te reizen; zoo zwierf hij langen tijd door vele en verschillende 
streken, dan hier, dan daar. Reeds op zijn achtentwintigste jaar naar 
vaderlijk gebod te Napels gekomen, vestigde hij zich te Pergola, waar 
hij verblijf houdende, op een dag voor zijn genoegen wandelde en op 
de plaats kwam, waar de asch van Virgilius Maron begraven is. 
Giovanni beschouwde deze grafstede met bewondering en lang ook 
hem, dien deze omsloot en in twijfel peinzend over de faam van dat 
gebeente, begon hij opeens het noodlot verwijten te doen en zich 
hierover te beklagen, waardoor hij met geweld gedwongen was zich toe 
te leggen op de hem antipathieke handelszaken. Van toen af 
aangegrepen door een plotselinge liefde voor de heilige Muzen, keerde 
hij huiswaarts, verwaarloosde zijn koopmanschap en wijdde zich met 
den vurigsten ijver aan de Dichtkunst, waarin hij in korten tijd nobele 
gedachten met brandenden ijver verbond en groote vorderingen maakte. 
Zijn vader bemerkte dit en meende, dat de hemelsche liefde meer op 
den zoon vermocht dan het vaderlijk gezag. Hij stemde eindelijk in zijn 
studiën toe en hielp hem met zijn gunst, voor zoover het mogelijk was, 
hoewel hij hem eerst tot de studie van het kanonieke Recht 
aangespoord had. 
Toen Giovanni zich vrij voelde, begon hij met de grootste zorg datgene 
na te vorschen, wat voor de Poëzie noodig was en ziende, dat de 
beginselen en grondslagen der dichters, welke betreffende de romans 
en de fabels bestaan, zoo goed als geheel waren verloren gegaan, begaf 
hij zich, alsof hij door een voorbeschikking was bewogen, op weg en 
schrikte niet terug voor de vermoeiendste zwerftochten. Daartoe 
doorreisde hij vele en verschillende streken, waar hij met grooten ijver 
bestudeerde, wat hij van de dichters kon bemachtigen en ook legde hij 
zich op de Grieksche wetenschap met groote en volhardende vlijt toe, 
zoodat hij alles kon nasporen, terwijl hij zich voor de Grieksche
dichtkunst wendde tot den zeer geleerden Meester Leontius, den 
Graecus. Ten slotte bracht hij alles, wat hij met zijn langdurig 
onderzoek kon vinden, samen in één boekdeel, dat hij "Over den 
Geslachtsboom der Goden" betitelde, waarin de commentaren over de 
antieke dichters met bewonderenswaardige orde en in sierlijken 
stijl,--wat hij verbazend goed verstond--in allegorischen vorm zijn 
verzameld, een ongetwijfeld aantrekkelijk en nuttig werk en zeer 
noodig voor wie de werken der dichters wil kennen, zonder hetwelk het 
moeilijk zou zijn ze te begrijpen en hun kunst te bestudeeren. Want al 
de geheimenissen der dichters en de allegorische beteekenissen, welke 
de historische romans of de fabel verbergen, maakt hij met 
bewonderenswaardige scherpzinnigheid openbaar en als voor aller 
hoofden bevattelijk. En    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
 
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.
	    
	    
