aan haar, wier gedachten dagen en maanden lang hem, en 
hem alleen, waren gewijd geweest?... 
Een zware tred deed zich hooren in de galerij achter het vertrek, waar 
het balkon op uitkwam, en voorafgegaan door een dienares, die het tot 
deur strekkend gordijn ter zijde schoof, naderde een kort, gezet man 
van iets meer dan middelbaren leeftijd, in engsluitend, maar lang, 
bijkans tot de voeten afhangend gewaad en een kort zwaard met fraai 
versierde greep in den gordel als eenig herkenbaar teeken zijner 
waardigheid. 
--Edele jonkvrouw!--sprak de dienares, bescheiden haar jeugdige 
meesteresse uit hare mijmering wekkend,--Salhana, de Goeverneur, uw 
vader, brengt u heden bezoek! 
--Hij zij welkom!--antwoordde de jonkvrouw, van kindsbeen af steeds 
aan dien deftigen toon gewend, en opstaand trad zij haar vader te 
gemoet. 
--Iravati!--sprak deze, haar aanziend met zijn doordringende zwarte 
oogen, maar voor 't overige zonder eenige uitdrukking op zijn mat 
bleek, met korten donkeren baard bedekt gelaat,--vóór eenigen tijd heb 
ik u meegedeeld, dat ik Siddha Rama uit Kaçmir, uw neef en verloofde, 
hier met Koelloeka, zijn leermeester wachtende was. Beiden zijn thans 
aangekomen, en bevinden zich in de beneden-galerij. Wij willen hen 
daar gaan ontvangen. 
Een oogenblik scheen Iravati bij 't vernemen der tijding al de haar 
ingeprente lessen van vormelijkheid, die geen haastige bewegingen 
gedoogden, te vergeten, en wilde zij haar vader voorbijsnellen, om 
ginds terstond den lang gewachte te verwelkomen. Maar Salhana hield 
haar door een wenk en eene ligte handbeweging terug. 
--Vooraf nog een woord!--zeide hij.--'t Is u bekend, dat de belijders van 
den Islam, waaronder wij hier leven, het vrijer verkeer van ongehuwde 
jongelingen en jonge dochters ten hoogste afkeuren, en dat ook onze 
Hindoe's zich meer en meer naar die inzigten hunner overheerschers 
hebben geschikt. Ik voor mij blijf, gelijk u bekend is, aan onze aloude 
zeden gehecht, en, hoewel ik voor 't overige streng alle passende 
vormen wensch in acht genomen te zien, vergun ik u ook thans, als 
vroeger in ons eigen land, uw neef en aanstaanden bruidegom vrijelijk 
te spreken. Maar laat geen ander dan onze vertrouwden uw
zamenkomsten ontwaren. 't Zou mijn invloed hier, waar ik bevel voer, 
kunnen schaden, en ook uw eigen goeden naam. Thans, kom! 
En haar voorgaand leidde hij zijne dochter naar de opene, mede op de 
rivier uitziende galerij, waar de beide bezoekers hun verschijnen 
stonden af te wachten. 
--Zijt welkom mijne heeren en vrienden!--sprak Salhana, statig op hen 
toetredend,--ik zeg u dank, dat gij aan mijne uitnoodiging hebt voldaan 
en terstond uw intrek ten mijnent hebt genomen, niet, zooals velen 
plegen te doen, eerst ginds beneden, in de stad. 
De inhoud der woorden luidde hartelijk; de toon waarop zij werden 
uitgesproken was het echter evenmin als het strakke, niets zeggende 
gelaat. Wie dat een en ander evenwel mogt opgemerkt hebben, niet de 
ontstuimige Siddha, die ter nauwernood zijn deftigen oom begroetend, 
en Koelloeka nauw den tijd latend den eerbiedigen groet van Iravati te 
ontvangen, een vurigen kus drukte op de door deze hem aangeboden 
hand, terwijl hij op ridderlijke wijze zich op één knie voor zijn 
uitverkorene nederliet. 
--Welkom!--sprak zij, terwijl ze hem tevens wenkte op te staan, (en hoe 
zoet klonk hem wederom die zachte, welluidende stem!),-- welkom, 
vriend! Ach hoe lang hebben wij u gewacht en uitgezien naar gindsche 
bergen, ongerust en haast vertwijfelend aan uw eindelijke komst! 
--Gij gelooft toch niet, lieve!--riep Siddha, haast verontwaardigd, 
uit,--dat ik één oogenblik langer dan noodig was mijne aankomst in 
Allahabad kon vertragen? Waarlijk, zoo ik over bergstroomen en 
afgronden had kunnen springen om spoediger bij u te zijn, en had mijn 
trouwe hengst maar vleugels als Vishnoe's Garoeda bezeten, ik had, 
voorwaar, hem niet gespaard! 
--Ik geloof u gaarne,--hernam Iravati, vriendelijk glimlagchend,-- en 't 
was ook waarlijk geen verwijt dat ik tot u of onzen waardigen vriend 
Koelloeka rigtte. Doch verblijden we ons thans ook in het zamenzijn, te 
meer omdat het, zooals ik van mijn vader verneem, slechts kort zal 
mogen duren. 
--Inderdaad,--zeide Salhana, na een oogenblik onderhoud met 
Koelloeka het gesprek der beide gelieven afbrekend,--onze vrienden 
moeten ons morgen al vroeg weer verlaten. Van langen duur acht ik 
vooreerst onze ontmoeting dus niet; en toch heb ik, edele Siddha! het 
zamenzijn met uwe bruid nog eenige oogenblikken te bekorten, daar
ook ik nog een enkel woord met u wenschte te spreken. En liefst 
terstond, daar mijn tijd kostbaar is en ik vóór ons middagmaal nog 
velerlei in mijne betrekking heb af te doen. Zoudt gij dan, uw nader 
onderhoud nog een weinig uitstellend, voor eene wijl mij willen 
volgen? 
Eene weigering van den voorslag was natuurlijk niet denkbaar, en 
hoewel schoorvoetend en met een smachtenden blik naar Iravati, door 
haar volkomen verstaan en gewaardeerd, volgde Siddha zijn beleefden 
maar strengen oom naar den hof, die aan de andere zijde van het paleis 
op het hellend terras was aangelegd. 
Daar,    
    
		
	
	
	Continue reading on your phone by scaning this QR Code
	 	
	
	
	    Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the 
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.