Verhalen van de Zuidzee

Jack London



Verhalen van de Zuidzee

The Project Gutenberg EBook of Verhalen van de Zuidzee, by Jack London This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Verhalen van de Zuidzee
Author: Jack London
Translator: Leo Leclercq
Release Date: June 7, 2006 [EBook #18532]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK VERHALEN VAN DE ZUIDZEE ***

Produced by Jeroen Hellingman and the Online Distributed Proofreading Team at http://www.pgdp.net/

Verhalen van de Zuidzee
Uit het Engelsch van
Jack London
Vertaald door
Leo Leclercq

Amsterdam 1922
Boekhandel en Uitgevers Maatschappij Johannes Müller

INHOUD.
Mapoehi's Huis ... 7 De Walvischtand ... 38 Maoeki ... 52 "Jah! Jah! Jah!" ... 74 De Heiden ... 91 De Vreeselijke Eilanden ... 119 Het Onvermijdelijke Blanke Ras ... 140 Het Nageslacht van McCoy ... 153

Dit eene zal altijd en altijd blijven: Zij hebben geleefd en de kansen aanvaard. Zoo veel van het koninklijk spel zal winst zijn, Al bleef ook het goud in hun beurs niet gespaard.

MAPOEHI'S HUIS.
Ondanks de zware logheid van haar vormen, liep de Aorai gemakkelijk met de lichte bries, en de kapitein bracht het schip vlak onder de wal voordat hij bijdraaide juist buiten den trek van de branding. De atol Hikoe-eroe lag laag op het water: een cirkel van fijngestampt koraalzand honderd meter breed, twintig mijlen in omtrek, en van drie tot vijf voet boven hoog-water peil. Op den bodem van de groote, effen lagune leefden veel pareloesters, en vanaf het dek van den schoener, achter den smallen ring van de atol, kon men de duikers aan het werk zien. Maar de lagune had zelfs voor een koopvaardij-schoener geen invaart. Kotters konden met een gunstige bries wel binnen komen door de kronkelende, ondiepe vaargeul, maar de schoeners bleven buiten op en neer houden en stuurden hun kleine booten.
De Aorai zwaaide vlug en netjes een boot buiten boord, en een half dozijn bruine matrozen, met niets anders aan dan een vuurrooden lendendoek, sprongen er in en namen de riemen. Achter in de boot, aan den stuurriem, stond een jonge man, gekleed in het tropisch wit dat den Europeaan kenmerkt. Maar hij was niet heelemaal Europeaan. Het gouden ras van Polynesi? verraadde zich in het zonnebrons van zijn blanke huid en schoot gouden glansen en lichtflitsen door het schemerig blauw van zijn oogen. Het was Raoul, Alexandre Raoul, de jongste zoon van Marie Raoul, de rijke halfbloed, eigenares en exploitante van een stuk of zes koopvaardij-schoeners gelijk aan de Aorai. Over den terugslag van het water even buiten de invaart, en in en door en over een kolkenden vloedstroom, zocht de boot haar weg naar de spiegelende kalmte van de lagune. Raoul sprong er uit, op het witte zand, en schudde een grooten inlander de hand. 's Mans schouders en borst waren prachtig, maar zijn rechter arm was een stompje, waar het been, wit van ouderdom, nog verscheiden centimeter uitstak. Een ontmoeting met een haai had een eind gemaakt aan zijn duikerstijd, en nu moest hij bedelen en vleien om kleine gunsten.
"Heb je gehoord, Alex?" waren zijn eerste woorden. "Mapoehi heeft een parel gevonden--zóó'n parel! Nog nooit is er zóó een opgevischt, niet op Hikoe-eroe, niet in de Paoemotoe's, in de heele wereld niet. Koop het ding van hem. Hij heeft het nu. En vergeet niet, dat ik het je het eerst gezegd heb. Hij is een dwaas, en je kunt het goedkoop krijgen. Heb je soms tabak?"
Recht vooruit liep Raoul, het strand op, en naar een hut onder een pandanus-boom. Hij was ladingmeester van zijn moeder, en zijn werk was de heele Paoemotoe's af te zoeken naar de rijkdommen van kopra, parelmoer en parels die zij voortbrachten.
Hij was nog maar een jonge ladingmeester, dit was zijn tweede reis in die hoedanigheid, en in stilte tobde hij veel over zijn gebrek aan ervaring in de waardebepaling van parels. Maar toen Mapoehi hem de parel voorhield, zag hij toch kans om den schok dien hij kreeg te onderdrukken, en een onverschillige koopmans-uitdrukking op zijn gezicht te houden. Want de parel had hem een schok gegeven. Hij was zoo groot als een duiven-ei, een volmaakte bol, van een blankheid die opalen glansen terugwierp van alle kleuren er om heen. Hij leefde. Nooit had Raoul zoo iets gezien. Toen Mapoehi hem in zijn hand liet vallen, was hij verrast door het gewicht. Dat bewees, dat het een goede parel was. Hij onderzocht hem nauwkeurig, door een zak-vergrootglas. De parel was zonder barst of vlek. Zijn zuiverheid scheen smeltend uit te vloeien in de atmosfeer, uit zijn handen. In de schaduw lichtte hij zacht, glanzend als een jonge maan. Zóó doorzichtig was hij, dat Raoul, toen hij hem in een glas water liet vallen, moeite had hem
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 71
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.