Sprotje heeft een dienst | Page 3

M. Scharten-Antink
dan de zoete, rustige
zekerheid, dat zij dat alles vergeten kon, iets dat zij doorworsteld had,
en dat nu nooit meer terug zou komen.
En toen zij wat aansterkte en weer opzat, toen herbegonnen voor
Sprotje de dagen van 't verloopen voorjaar, dagen van stilletjes-aan wat
meehelpen in huis en van naarstig kleine werkjes doen, die een paar
dubbeltjes inbrachten of een kwartje; zij stopte kousen uit haar moeders
werkhuizen, tornde kleedingstukken uit elkaar voor een naaister, die
aan hun Dijkje was komen wonen, twee deuren verderop; zij ging ook
weer borden wasschen in de Hanekamp, als 't er druk was geweest van
bruiloften of 's Zondags, en naaide gordijnen voor den behanger, dien
haar moeder tot wasch-klant had.
En als er aan 't eind van de week thuis strijkdag was, dan stak ze willig
ook al een handje mee uit, droeg de versche bouten aan, probeerde
parmantig de voor boorden en overhemden te koel gewordene op de
zakdoeken en het ander klein goed, dat zoo nauw niet luisterde. Al
gauw hielp ze ook bij de moeilijker stukken mee, en in de morgenuren
was zij het, die het huis schoon hield en dat deed zij heel handig.
Vrouw Plas begon de mislukte fabrieksgeschiedenis wat minder zwart
in te zien.
--Zoo'n krummel, hé?.... die kreeg dan toch 'r zin!.... ze wóú niet naar 't
fabriek, en nou ging ze niet naar 't fabriek.... maar ze deed anders
genoeg 'r best.... verleden week negen stuivers, van de week elf.... 't

was een goed schaap .... en alles bij alles een heele aanspraak voor háár
ook nog, dat kind thuis!
Iederen morgen om half negen ging Marietje haar kan melk aan de
Veer brug halen; dat was het verzetje van den dag. Die keuken was
daar zoo prachtig! je kreeg het er niet afgekeken.. honderd dingen, waar
ze nooit van had gehoord of gedroomd, waar ze den naam niet eens van
kende.... en de booien waren wel bijna altijd vriendelijk.... aan een
witgeschuurde tafel, met witte mutsjes op en witte boezelaars voor,
zaten die soms nog te ontbijten, soms hadden ze 't ook al op;.... ze
gaven 'r wel kliekjes oud vleesch mee naar huis, of wat lekkers, maar
dat had ze niet graag....: net of je was komme bedelen... 'r kannetje
melk, dat was wat anders, daar had ze nou eenmaal recht op; ze was
met een briefie van den dokter gekomme, o zoo!--en ze keek goed toe
of ze 'r maat wel kreeg....
Met dat kannetje melk en 'r pillendoos had het kind thuis heel wat te
stellen; wel tienmaal op een dag dronk ze een klein kopje vol, met
pillen, zònder pillen... ze sleepte er mee in alle hoekjes van de twee
kasten, dat Sien het niet vinden zou....; "net mallemoertje met 'r
kuikens" zei Ant.
En op die regenachtige September-namiddagen, als zoo weldoende het
groote keukenvuur nog na te gloeien lag van een afgeloopen, langen
strijkdag, dan, tegen schemer, zette de moeder het fornuisdeurtje open,
en in den rossigen gloed, aanwakkerend en weer doovende over hun,
knieën en handen, zaten zij dicht naast-een, de voeten op den
aschbakrand, en zij dronken hun extra kommetje koffie vooruit, met
een balletje erin.
Door de holle keuken, die vol vage weerschijn-waaiingen van 't
kolenvuur stond, hing nog de wasemig-frissche geur van 't strijkgoed,
en de zwoel-zoete stijfsellucht, die het kind zoo graag rook.
Ze had het wonder in den zin, zoo'n rustkwartiertje; ze voelde zich
knusjes en welgemoed en werd er wel bijna vertrouwelijk van.
Haar altijd zoo bloedarme huiverigheid was weggestoofd door de

blakering en 't heete drinken, en ook van de moeder zelf,
vuurgloed-overschenen, hoog en breed naast haar, scheen nog een
bizondere warmte en koestering op haar af te stralen.
Zij had veel plannetjes van hier nog eens naar werk kijken en daar, en
dit probeeren en dat....
Ook praatten zij samen, bedenkelijk-het-erg-vindend en met veel
zwaarmoedig hoofdschudden, over Sien's nieuwen vrijer, "die jonge
van Bertels," die nooit bij hun aan huis kwam, omdat zijn ouders de
verkeering niet wouën.... hoe dat nog goed most gaan....!
--Boven je stand trouwen gaf niks dan narigheid, zei de moeder.... 't
was nog slimmer dan twee gelooven.... 't zou Sien 'r ongeluk worde, dat
ze zoo mooi was....; en Sprotje zat maar van ja te knikken.. ja.... ze
vond het nog erger dan 'r moeder. Zij praatten ook over de Juffrouw uit
de Hanekamp, die nou aldoor nog sukkelde, na haar laatste bevalling....
zeven kinderen ook al....!
"En as je dan vreemden over het buffet mot late gaan....!" zei het kind
peinzend.
"Wat ik nou nooit heb kenne begrijpen," kwam eens, onverwachts, de
moeder, "dat is, dat jij dat fabriek zoo naar vondt.... een draadje zus en
een draadje zoo.... ik heb wel anders de handen uit de mouw motten
steken, toen 'k jouw
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 33
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.