Oorlogsvisoenen

Cyriel Buysse
Oorlogsvisoenen

The Project Gutenberg EBook of Oorlogsvisoenen, by Cyriel Buysse
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.org
Title: Oorlogsvisoenen
Author: Cyriel Buysse
Release Date: April 8, 2006 [EBook #18130]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK
OORLOGSVISOENEN ***

Produced by Johan Boelaert

OORLOGSVISIOENEN
DOOR CYRIEL BUYSSE
1915
INHOUD

I. De heeren Bollekens in oorlogstijd II. Het oorlogshuwelijk van
meneer Cathoen III. Rikiki IV. De varkenskar V. In de vuurlinie VI.
Burgerwacht-idylle VII. De vrijwilliger VIII. De vlucht IX. De moeder
X. Singen... Singen!... XI. De terugkeer

I.
DE HEEREN BOLLEKENS IN OORLOGSTIJD
Meneer Bollekens, senior, was een rijk, rijk man.
Ook meneer Bollekens, junior, was rijk, doch minder uit zichzelf, dan
wel omdat zijn vader zulk een rijk, rijk man was.
Meneer Bollekens, vader, was weduwnaar en meneer Bollekens, zoon,
was een gescheiden man.
De scheiding tusschen den zoon en zijn vrouw had plaats gehad terwille
van een jeugdige dienstmaagd. De jonge vrouw had dat meisje kort na
haar huwelijk in haar dienst genomen en zij was er zeer tevreden over
en alles scheen uiterst best te gaan, tot de jonge mevrouw opeens
beweerde, dat het niet meer ging en verklaarde dat het meisje dadelijk
weg moest. Waarom zij zoo plotseling weg moest lichtte mevrouw
Bollekens junior niet nader toe, maar des te krachtiger drong zij aan op
onmiddellijk vertrek.
Bollekens zoon kwam tegen dat onverwachte besluit radikaal op.
--Zij zal niet weggaan; er is geen enkele reden om haar te doen
weggaan, zei hij, vastberaden.
--Zij zal wèl weggaan; daarvoor is alle reden en dat weet gij beter dan
iemand! snauwde de jonge vrouw haar echtgenoot toe.
Bollekens junior, eenige, door zijn ouders zeer verwende zoon, was
koppig en tyranisch. Hij duldde absoluut geen tegenspraak.

--Zij zal niet weggaan. Ik ben hier immers de baas! herhaalde hij nog
eens, met klemmenden nadruk.
--Dan zal ik weggaan, zei de jonge vrouw, in snikken uitbarstend.
--Zooals ge verkiest, had hij ijskil gëantwoord.
En zoo was het gebeurd. Na een laatste, heftige scene, had mevrouw
Bollekens junior zich eensklaps opgepakt en was zij weggeloopen, naar
haar moeder toe. En kalm had Bollekens junior het boeltje bij zich
opgedoekt en was hij bij zijn vader komen inwonen, met de jonge
meid.
* * * * *
Het was een flinke, knappe meid, met roze wangen, lichte oogen en
bizonder mooi, donker haar, dat rechtop kroesde en aan de uitdrukking
van haar gezicht en ook aan heel haar uiterlijk iets zeer pikant's gaf.
't Was jammer, zei vader Bollekens, dat zijn schoondochter juist zulk
een meid had uitgekozen, maar verder bemoeide hij zich liever niet met
het geschil: hij was een man van de rust en erg bang voor
onaangenaamheden met zijn zoon. Hij deed zijn best om hen weer met
elkaar te verzoenen, doch toen hij merkte dat zijn tusschenkomst niets
hielp en dat de schoondochter al even stijfhoofdig op haar standpunt
bleef als de zoon op het zijne in die netelige meidenkwestie, haalde hij
maar machteloos zijn schouders op en lei zich bij den toestand neer. Hij
hield nu eenmaal meer van zijn zoon dan van zijn schoondochter,
zooals hij trouwens over 't algemeen ook meer van mannen dan van
vrouwen hield; hij vond de vrouwen lastig, nesterig, vervelend,
drukte-makerig om niets; hij vond ze alleen maar goed in zooverre ze
zich gedwee aan de eischen van de mannen onderwierpen en dezen als
meesters dienden; en, ofschoon hij de scheiding van zijn zoon uit
maatschappelijk standpunt afkeurde en betreurde, toch was hij er niet
zoo heel verre van af wel te begrijpen, dat zijn zoon feitelijk meer had
aan die knappe, flinke meid dan aan zijn nesterige luxe-huisvrouw.
Kortom, hij wenschte door die zaak niet langer dan strikt noodig was in
zijn gelukkige rijkaards-rust gestoord te worden; en zoo kwam de zoon

weer in zijn huis binnen en schikte zich daar zooals 't hem behaagde; en
zoo kwam ook de flinke, knappe meid met den zoon mede en nam daar
een eenigszins vage positie onder de andere dienstboden aan:
linnenmeid, luxe-meid, praat-en-loop-meid; en in de eerste plaats de
afzonderlijke meid van den zoon, gelast met zijn bed op te maken en
zijn kamers in orde te houden en daarom ook niet naast de andere
boden op de bovenste verdieping, maar op een lagere verdieping, in een
aparte kamer, slapend.
* * * * *
Het huis dat meneer Bollekens in de stad bewoonde, was een groot en
prachtig huis. Hij had het zoo groot en zoo duur laten bouwen, niet
omdat hij bepaalde behoefte aan zooveel ruimte en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 59
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.