Met een der stoomers van de Maatschappij Nederland naar Genua | Page 2

J. Craandijk
bijgebleven
aan hen, met wie wij eenige dagen mochten doorbrengen, tot dat onze
wegen zich scheidden. Wanneer deze bladzijden hun, ginds in Indië of
hier in het vaderland, onder de oogen komen, hun mijn hartelijke groet.
Heeft het ook niet zijn eigenaardige bekoring, het leven aan boord van

zulk een mailstoomer eenigszins te leeren kennen, en zich de kleine
wereld te kunnen voorstellen, waarin bloedverwanten, vrienden en
bekenden, die naar Indië gaan--en wie heeft die niet!--eenige weken
verkeeren?

't Is omtrent het middaguur van Zaterdag 13 Juli, wanneer wij de poort
aan de Handelskade doorgaan en over de lange brug het dek van de
Koning Willem II betreden. Daar is het vol, gelijk het om en bij het
schip alles leven en beweging is, met af- en aanloopenden, met het
innemen van de laatste lading en van passagiersgoederen, die in de
daarvoor bestemde ruimten verdwijnen, met het aanbrengen van de
bagage, die in de hutten kan worden geborgen. Er is reeds op het ruime
achterdek een goed getal menschen bijeen; er komen er steeds meer,
naarmate het uur van het vertrek nadert, 't Zijn voor ons nog
onbekenden. Dat op verre na niet allen onze reisgenooten zullen zijn, is
wel zeker; wie het zullen wezen, is voorloopig nog voor het grootste
deel verborgen. De scheepsofficieren, aan hun uniformen kenbaar, de
Javaansche bedienden met hun hoofddoeken, die zich met onhoorbare
schreden te midden van 't gewoel bewegen, ook een paar officieren van
het N. I. leger, begeleiders van het kleine, reeds ingescheepte
detachement, mogen gerekend worden tot "het blijvend gedeelte" te
behooren. Van de overigen zal het straks of te IJmuiden wel blijken.
Onze hutten worden ons aangewezen en de reisbenoodigdheden er
gedeponeerd; de salons benedensdeks worden vluchtig bezien; met de
inrichting der ruimte, die in de eerste dagen ons verblijf zal zijn, wordt
oppervlakkig kennis gemaakt. Voorts wordt het oogenblik van het
vertrek afgewacht en het levendig tooneel op het dek en daaromheen
aan land- en waterzijde belangstellend gadegeslagen. 't Ontbreekt ook
niet aan weemoedige tafereelen. Daar hebben zich groepjes gevormd
van wie straks scheiden zullen voor langen tijd, voor altijd misschien.
Wij ontwijden de smart van het afscheid niet door ijdele
nieuwsgierigheid. Er is buitendien nog genoeg te zien. Daar wordt in
groote netten de mail aan boord geheschen, omvangrijke pakken met
hun kostbaren inhoud, waarnaar daar ginds met zooveel verlangen
wordt uitgezien. Daar gaat een kloeke stoomer, door een sleepbootje

getrokken, ons voorbij. Dat zij ons vóórgaat, voorspelt een oponthoud
te IJmuiden, waar zij eerst in de sluis moet worden geschut. Daar gaan
er heen over de brug, wier werk aan boord is afgeloopen, ook enkelen,
die met het afscheid niet tot het uiterste hebben willen wachten. Dat
uiterste is nu gekomen. Is het uit medegevoel, dat de stoomfluit zulk
een lamentabel gehuil laat hooren? 't Is in elk geval het sein tot vertrek.
De groote droevige uittocht begint. Een laatst vaarwel--een allerlaatst,
als de brug is ingenomen en het schip langzaam in beweging komt, uit
de breede rij, die daar blijft toeven op de kade, te midden van de schare
van nieuwsgierige kijkers. Statig drijft de boot langs het terrein.
Hoeden en zakdoeken wuiven tot een allerlaatsten groet. Dan is 't
gedaan. De reis is begonnen. De stad glijdt voorbij. Wij stoomen 't
kanaal in.
Het dek is nog tamelijk vol gebleven. Er zijn er niet weinigen nog, die
verlof hebben ontvangen, de hunnen tot IJmuiden uitgeleide te doen, al
kon dat verlof ook niet onbeperkt zijn. Er was wel eens misbruik
gemaakt van de gastvrijheid der Maatschappij, om gratis een
aangenaam watertochtje te maken, met een lunch op den koop toe.
Toch is 't nog een vrij talrijk gezelschap, dat zich schaart om den
welvoorzienen disch, terwijl de boot haar weg vervolgt door de oude,
thans geheel verdwenen Hembrug, langs het reuzengevaarte der nieuwe,
sedert in gebruik genomen overspanning, en tusschen de vruchtbare
polders, uit de wateren van het IJ gewonnen. Langzaam, zeer langzaam
gaat het; om de oevers van het kanaal niet te beschadigen, mag de tocht
van Amsterdam naar IJmuiden niet binnen de drie uren volbracht
worden. De lunch is dan ook reeds lang afgeloopen, eer de spoorbrug
van Velsen gepasseerd wordt. Ook te IJmuiden is 't nog wachten vóór
de sluis. Daar is weer vrij wat volk bijeen, van alle kanten samen
gekomen, om de boot te zien uitgaan, ook om met dezen en genen aan
boord nog een handdruk te wisselen. Als wij in de sluis liggen, volgt de
exodus van wie niet verder meêgaan. Zij verdwijnen na laatsten groet
in de richting van het station. De sluisdeuren gaan open. En nu met
volle kracht in zee.

't Blijkt nu, na de tweevoudige zifting, wie de reis mede maken,

sommigen tot Southampton, anderen tot Genua, enkelen met
bestemming naar Indië, want de meeste
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 18
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.