In het gebied van het Tsadmeer met de expeditie Tilho

L. Roserot de Melin
In het gebied van het Tsadmeer
met de expeditie Tilho

The Project Gutenberg EBook of In het gebied van het Tsadmeer met
de
expeditie Tilho, by L. Roserot de Melin This eBook is for the use of
anyone anywhere at no cost and with almost no restrictions whatsoever.
You may copy it, give it away or re-use it under the terms of the Project
Gutenberg License included with this eBook or online at
www.gutenberg.net
Title: In het gebied van het Tsadmeer met de expeditie Tilho De Aarde
en haar volken, 1910
Author: L. Roserot de Melin
Release Date: June 14, 2005 [EBook #16062]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO-8859-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE
EXPEDITIE TILHO ***

Produced by Jeroen Hellingman and the Distributed Proofreaders Team

In het gebied van het Tsadmeer met de expeditie Tilho
Naar het Fransch van L. Roserot de Melin.
De zending, die in 1906 aan kapitein Tilho van de koloniale infanterie
werd opgedragen, had ten doel, de engelsch-fransche grens tusschen
den Niger en het Tsadmeer vast te stellen in overeenstemming met het

protocol, op 29 Mei 1906 te Londen geteekend door een conferentie,
waarin Frankrijk vertegenwoordigd was door den heer Binger,
toenmaals directeur aan het ministerie van koloniën; door graaf de
Manneville, secretaris van de fransche ambassade en door kapitein
Tilho, die ten tijde van de eerste expeditie Moll gereisd had in het
betreffende gebied. Frankrijk had bij die overeenkomst een groote
uitbreiding van grondgebied verkregen, maar vooral won men erbij, dat
de nieuwe grens een verbinding tot stand bracht tusschen de fransche
bezittingen aan den Niger en het Tsadmeer, den Soedan en het
Congogebied, en dat voor de oude, volkomen kunstmatige grenzen een
rationeele grens in de plaats kwam, die de autonomie eerbiedigde van
de verschillende stammen, behoorende tot de protectoraten van de
beide contracteerende mogendheden. Toen moest nog op de plek zelve
de aanwijzing van de grens plaats hebben, die Noordelijk Nigeria moest
scheiden van het grondgebied van Zinder. Dit was de aanleiding tot de
expeditie, waar ik deel van uitmaakte.
Engeland had vier officieren gezonden onder bevel van majoor O'Shee.
Frankrijk had als vertegenwoordigers, buiten kapitein Tilho, gekozen
den luitenant ter zee Audouin, den luitenant van de koloniale infanterie
Vignon en dokter Gaillard, geneesheer bij de koloniale troepen.
Buitendien had de minister van koloniën als wetenschappelijken staf bij
de expeditie ingedeeld den officier-tolk eerste klasse Landercin, den
geoloog Garde van Clermont, den luitenant van de koloniale infanterie
Lauzanne en mijzelven.
Wanneer de expeditie haar begrenzingswerkzaamheden zou hebben
geëindigd, moest zij beginnen aan de studie van het Tsadmeer en de
in-kaart-brenging ervan, terwijl er tevens allerlei onderzoekingen
moesten worden verricht, zoölogische, mineralogische, ethnologische,
linguïstische, hydrographische, enz. We hadden dus een uitgebreid
programma, en luitenant Mercadier van het derde bataljon jagers was
dan ook door den minister van oorlog ter beschikking gesteld van het
Aardrijkskundig Genootschap, om hem te vergunnen, zijn
wetenschappelijk werk tot Nigeria uit te strekken en tot onze
bezittingen tusschen den Niger en het Tsadmeer. Men had afgesproken,
dat de beide gouvernementen op het einde van den winter zouden
wachten, opdat men met de werkzaamheden zou kunnen beginnen in
klimaatsomstandigheden, die zoo gunstig mogelijk waren. Eerst tegen

den 1sten Januari moesten de beide expedities zich te Gaya aan den
Niger vereenigen, om van daar de nieuwe grenslijn te doen aanvangen.
Inderdaad bereikte de expeditie Tilho, die in het begin van de maand
November 1906 uit Cotonoe was vertrokken en die de Dahomey was
opgegaan, Gaya in Januari 1907 en zette den tocht naar het Tsadmeer
voort door het dal der Dallol Maoeri en der Gober Tibiri. Op dit deel
van haar tocht zullen wij de expeditie vergezellen.
De inwoners van deze streek, die Goberaoea's worden genoemd,
beweren, dat ze uit Egypte afkomstig zijn. "Wij komen", zeggen ze,
"uit Gypti, waar de Pharao's regeerden." Maar niets wijst erop, dat dit
werkelijk hun afkomst is. In ieder geval herinnert niets, noch in hun
gewoonten, noch in hun bouwkunst, noch in hun kleederdrachten, ook
maar in de verte aan de karakteristieke eigenschappen van dat illustre
volk. Men is intusschen verbaasd, als men voor de eerste maal te Tibiri
of te Maradi komt, er een gebruik van mechanische krachten aan te
treffen, dat men nergens elders onder volken van het negerras vindt en
dat overeenkomt met een in Egypte gebruikt toestel. Het is namelijk
een inrichting om water te putten, die merkwaardig veel gelijkt op de
sjadoef van de Egyptenaren. Daardoor kunnen de Goberaoeia's
gemakkelijk hun velden besproeien, waar ze op kleine schaal katoen en
graan verbouwen.
Buiten eenige woningen van leem, die door de sultans en hoofden in
beslag zijn genomen, zijn alle hutten van stroo opgetrokken. De wand,
bestaande uit een grof gevlochten mat, is voorzien van en stevig
gemaakt met korte paaltjes, die het mogelijk maken, de hut
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 15
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.